Analyse • Hoe groot is de kans op titelprolongatie?

De start van het nieuwe seizoen nadert en het vertrouwen in het verdedigen van de titel is groot. In de rijke historie van Feyenoord is dat slechts in het seizoen 1961/1962 gelukt. Dat de Rotterdammers daar voor die tijd niet in slaagde, is wel te begrijpen. Dat was een periode waarin elke regio in Nederland één kampioen had. Via een korte competitie van meestal acht wedstrijden werd bepaald wie landskampioen werd. Feyenoord werd in die tijd vijf keer kampioen, maar was telkens niet de sterkste in de volgende kampioenscompetitie.

Maar waarom mislukte het in de Eredivisie steeds na 1962? En is er in vergelijking met het verleden nu meer reden tot hoop op het verdedigen van de titel? Hieronder volgt per seizoen een analyse.

1961/1962
Na 23 wedstrijden had Feyenoord al 18 keer gewonnen en pas 1 keer verloren. Feyenoord stond toen al 8 punten voor op nummer 2 (omgerekend naar het driepuntensysteem 12). In de laatste 11 wedstrijden won Feyenoord nog slechts tweemaal. Het gat met nummer 2 bedroeg uiteindelijk slechts 1 punt. De zeker lijkende prolongatie werd toch nog een feit.

1962/1963
Feyenoord speelde de eerste wedstrijden slecht, waarschijnlijk door de zware indrukwekkende Europese wedstrijden met als eindstation Benfica in de halve finale. Denk daarbij aan de twee grote schepen met duizenden supporters die naar Lissabon voeren. Voordat de strenge winter van 1963 begon, had Feyenoord slechts 5 van de 15 wedstrijden gewonnen. Bovendien was Feyenoord het vorige seizoen al niet al te best geëindigd. Cor van der Gijp was vanaf dat seizoen niet meer de goalgetter van de voorgaande seizoenen, maar Feyenoord had wel geanticipeerd met de makkelijk scorende Piet Kruiver.

1965/1966
In de eerste vijf wedstrijden verspeelde Feyenoord maar één punt. In de daaropvolgende vier wedstrijden verloor Feyenoord driemaal: DWS, ADO en GVAV. In de twaalf wedstrijden hierna verspeelde Feyenoord wederom slechts één punt. Maar het gat met Ajax werd, maar met één punt verkleind tot drie punten. Ajax was dat seizoen simpelweg te sterk met de jonge Johan Cruyff.

1969/1970
Tot en met februari was er een nek-aan-nekrace met Ajax, maar daarna ging de focus naar de Europa Cup I. In de gehele maanden maart en april speelde Feyenoord opeens zeven maal op rij gelijk. Dat waren de maanden van Vörwarts Berlin (kwartfinale) en Legia Warschau (halve finale). Voor aanvang van die matige reeks stond Feyenoord al één punt achter op Ajax dat opnieuw een sterk seizoen speelde.

1971/1972
Met slechts één gelijkspel in de eerste elf wedstrijden en twee punten voor op aartsrivaal Ajax begon Feyenoord het seizoen. Door daaropvolgende nederlagen tegen Ajax en FC Twente werd de koppositie verspeeld. Ajax haalde dat seizoen het hoogste aantal punten ooit.

1974/1975
Begin januari na een zege op FC Twente stond Feyenoord na 16 wedstrijden bovenaan, maar vlak daarna werd verloren bij Roda JC en thuis tegen de latere kampioen PSV. Toch stond Feyenoord van speelronde 24 tot en met 27 opnieuw bovenaan. Het ging mis op Tweede Paasdag in de Kuip tegen FC Amsterdam: 1-2. Prolongatie had zeker gekund onder Wiel Coerver gezien de achterstand van slechts twee punten op PSV. Feyenoord had een beter doelsaldo.

1984/1985
De eerste twee uitwedstrijden bij Roda JC en PSV gingen al verloren. De landstitel van 1983/1984 was grotendeels te danken aan Johan Cruijff.

1993/1994
Winst in de eerste negen wedstrijden, maar daarna in de resterende 25 wedstrijden liefst 13 gelijke spelen. Dat terwijl de ploeg bijna geheel intact bleef. In Amsterdam begonnen vanaf de zomer van 1993 mooie tijden te gloren.

1999/2000
De eerste wedstrijden vier keer winst en een 2-2 in de Arena. Daarna een reeks mindere resultaten. PSV raakte al snel uit het zicht. Dat seizoen was er wel overwintering in de Champions League en was zelfs het bereiken van de kwartfinale bijna gelukt. Na die uitschakeling doofde het Beenhakker-effect. Van Stee stelde op het einde de tweede plaats veilig toen Beenhakker voortijdig zelf opstapte.

Waar Feyenoord met nagenoeg dezelfde basiself 16 punten inleverde ten opzichte van het vorige seizoen, won PSV er liefst 23 met de nieuw aangestelde succestrainer Eric Gerets.

2017/2018
In de zomer stopte Kuyt. Verder vertrokken de belangrijke basisspelers Karsdorp, Kongolo en Elia. De eerste vier wedstrijden werden nog gewonnen. Daarna was er verlies bij PSV en thuis tegen NAC Breda. De terugval in punten bedroeg uiteindelijk 16.

2023/2024?
Komend seizoen speelt Feyenoord eindelijk weer Champions League met hele sterke tegenstanders in het vooruitzicht. Zulke wedstrijden zijn een behoorlijke aanslag op het fysieke gestel van onze spelers. Uit de geschiedenis bleek dat een factor van belang bij het prolongeren van de titel in 1962/1963, 1969/1970 en 1999/2000. Arne Slot is de spelers nu al aan het voorbereiden op de hogere intensiteit.

Feyenoord zag in 1984 Cruijff zijn carrière beëindigen en in 2017 deed Kuyt hetzelfde. Wat zal de invloed zijn van het vertrek van aanvoerder Kökçü en het niet meer kunnen huren van twee andere sterkhouders, te weten Idrissi en Szymański?

Feyenoord lijkt echter geen last te gaan krijgen van een genie bij de concurrent zoals Cruijff in 1965/1966, 1969/1970 en 1971/1972.

De concurrenten Ajax en PSV hebben in Steijn en Bosz nieuwe trainers. In 1999/2000 leidde de nieuwe trainer Gerets PSV op indrukwekkende wijze naar de titel. In de zomer van 1993 was Van Gaal bij Ajax met iets indrukwekkends bezig dat twee jaar later echt tot uiting zou komen. Steijn en Bosz hebben goed gepresteerd bij hun vorige clubs, maar hebben nog nooit prijzen gewonnen. De vraag is of ze met hun kwaliteiten in staat zijn om de titel te pakken.

De meest getalenteerde trainer van dit moment lijkt Feyenoord te hebben met Arne Slot. Hij moet in staat zijn om vertrek van Kökçü, Idrissi en Szymański op te vangen. Bovendien zorgt hij er met de professionele medische staf voor dat spelers de fysieke belasting van de zware Europese wedstrijden aankunnen.

De kansen op titelprolongatie lijken daarom net zo groot als in de seizoenen 1961/1962 en 1974/1975. In het ene seizoen lukte het net wel en in het andere seizoen net niet.

In Amsterdam rommelt het na het vertrek van Tadic. In Eindhoven hadden ze niet verwacht dat Simons zou vertrekken. In de tussentijd is Arne Slot bezig om de relatief jonge spelersgroep verder te ontwikkelen. Dat heeft hoop en vertrouwen voor een goede kans op titelprolongatie.