KayneKVisuals | Analyse via @altijdbeter /TW
Analyse
Longread · Wat voegt Van den Belt toe aan Feyenoord?
Met de komst van Thomas van den Belt als eerste zomerversterking, bereidt Feyenoord zich alvast voor opvolgend seizoen. De middenvelder is dit seizoen bij Zwolle direct betrokken bij 21 doelpunten in 30 duels, wordt voor (naar verluidt) 850.000 euro overgenomen en verbindt zich voor vier jaar aan de club. In dit artikel zoomt 1908.nl dieper in op de krachten en de zwaktes van Van den Belt. Hoe kan hij volgend seizoen bijdragen aan een nóg beter Feyenoord?
Vorig jaar schoot Feyenoord vol in de roos door Mats Wieffer voor een schijntje op te halen bij Excelsior, destijds ook actief op het tweede niveau van Nederland. Amper een jaar later is Wieffer basisklant bij de aanstaand kampioen en heeft hij zelfs al zijn debuut voor het Nederlands Elftal gemaakt. Kan dat scenario met Van den Belt worden herhaald?
Het aantrekken van Van den Belt is logisch. Met het mogelijke vertrek van Orkun Kökçü en Sebastian Szymański is versterking in de ploeg behoorlijk noodzakelijk. Maar wat ‘levert’ Van den Belt de Rotterdammers? Op welke manieren zou hij Feyenoord versterken en hoe moet hij vooral ook niet gebruikt worden? 1908.nl probeert middels data duidelijkheid te geven over de krachten en zwaktes achter de speler.
Het opvallendste zijn de eerdergenoemde bijdrages aan 21 goals: 13 goals, 8 assists. Een scorende middenvelder is altijd handig, maar zeker bij Feyenoord mag het middenveld zich wat vaker laten gelden in die zin. De onderliggende cijfers zijn ook goed, maar wel minder goed. Hoewel er op de topscorerslijst slechts vijf spelers voorgaan aan Van den Belt, vinden we hem qua verwachte goals terug op plek 34 – 6,24 verwachte goals tegenover zijn gescoorde 13. In een competitie waar de tegenstand (veel) hoger ligt, is het aannemelijk dat dit aantal volgend seizoen daalt. Niet raar voor een middenvelder. Zijn assists lopen al meer synchroon met 5,77 verwachte assists en 8 daadwerkelijke assists.
We zoomen iets in op de schoten van PEC en van de middenvelder zelf. PEC Zwolle maakt de hele Keuken Kampioen Divisie stuk en schiet dan ook verreweg het meest; gemiddeld 18 maal per wedstrijd. Ondanks zijn positie ‘lager’ op het middenveld is Van den Belt niet bang om het doel onder vuur te nemen; op Lennart Thy na schiet hij het meest van de ploeg en er zijn zelfs maar vier spelers in de KKD die meer dan Van den Belt schieten. Maar de beslissing om (vaak) te schieten is gezien zijn data vaak wat voorbarig. Om het in een ranglijst te plaatsen: op basis van de kwaliteit van de schotlocaties staat Van den Belt 246ste van de Keuken Kampioen Divisie. Dat kan nog wel wat beter. Gemiddeld hebben zijn schoten een verwachte scoringskans van slechts 9% gebaseerd op enkel de locatie. Bij gemiddelde kansen ligt dit meestal tussen de 11-15%. Van den Belt schiet dus vaak, maar niet zo vaak vanuit de ideale positie. Hier zou hij nog aan kunnen werken, door bijvoorbeeld wat meer te passen in plaats van ten koste van alles te schieten. Iets geduldiger opbouwen resulteert vaak in een betere kans. Maar, toegegeven, als je in een flow zit en je hebt er al 13 gescoord, dan is het logisch dat een speler iets vaker voor eigen succes gaat.
Zijn assists zijn nagenoeg in lijn met de verwachte assists. À la, het zijn er drie minder, maar bij assists zijn spelers veel meer afhankelijk van hun medespelers ook en dan zit er soms wat ruis op de lijn. Toch lijkt zijn passzuiverheid één van zijn zwakkere punten. Kwantitatief is het meer dan prima – gemiddeld raakt Van den Belt bijna 74 keer per 90 minuten de bal en het feit dat hij niet balschuw is dient als goede basis om op het middenveld te komen. Van die 74 keer passt hij de bal 58 keer. Timber, de recordaankoop van vorige zomer, was bij Utrecht al niet zo baldominant en dat is ook een veelgehoorde klacht van de fans bij Feyenoord. Het is altijd belangrijk dat spelers in ieder geval de bal willen ontvangen.
Kwalitatief is een ander verhaal. Van den Belt staat bovenaan in de rijtjes die creatieve passing meten, maar dat komt ook voor een groot deel omdat hij simpelweg veel passt. De harde cijfers zijn wat minder, met een algemene passnauwkeurigheid van 76% en 70% op de helft van de tegenstander. Dit moet beter, al zal dat ongetwijfeld lukken in De Kuip. Ter vergelijking: Wieffer had vorig jaar 82% en 77% op dezelfde indicatoren (nu 82% en 80%). Een verschil van ‘maar’ 6% in de passnauwkeurigheid lijkt weinig en zal met een paar trainingssessies verholpen zijn, maar betekent nu dat hij met gemiddeld 58 passes per wedstrijd de bal 14 keer misplaatst. Een ‘verhoging’ naar 82%, Wieffer-levels, zorgt dat dit minder dan 11 keer gebeurt. Een kleine verbetering zorgt voor grote winst. Van den Belt leest het spel meer dan prima – hij geeft 19% van al zijn passes naar het laatste derde en verlegt het spel met zijn passes verreweg het meeste van iedereen in de Keuken Kampioen Divisie (gemiddeld bijna 12 passes per wedstrijd die de bal 15 meter dichter bij vijandig doel brengen!). Maar de passes over kleinere afstand en de passes die simpelweg zijn bedoeld om de bal in de ploeg te houden en rustig op te bouwen moeten óók aankomen. En dat dient verbeterd te worden ten opzichte van nu.
Voetbal gaat ook om de momenten dat een speler niet in balbezit is – de momenten dat een speler zijn team moet helpen te verdedigen. Een manier om dit te doen is de ratio tussen tackles (gefocust op de man) en intercepties (gefocust op de bal). Immers, een sliding maak je meestal in een één-tegen-één-duel, terwijl je bij een interceptie de bal onderschept. En hierin blinkt Van den Belt uit, zeker als we het balbezit bij alle ploegen gelijk zetten (dit is nodig omdat een baldominante ploeg als Zwolle meer balbezit heeft dan een FC Dordrecht). Zijn interceptie-tackle-ratio is een van de hoogste van de KKD – wat inhoudt dat hij relatief het meeste de bal onderschept in plaats van het duelleren met zijn man om de bal. Dit zegt genoeg over zijn spelintelligentie – door het spel te lezen hoeft hij geen energie te verspillen aan een tackle, maar kan hij simpel weg een bal onderscheppen. En van hieruit is het makkelijk te redeneren dat de speler die in vrijheid de bal onderschept en op zijn benen blijft staan, ook makkelijker en sneller het spel kan verleggen dan iemand die dankzij een tackle op de grond is gevallen. Van den Belt sluit hiermee perfect aan op het huidige Feyenoord.
En Van den Belt staat klaar om zijn medespelers een optie te bieden. Per negentig minuten is hij maar liefst 36 keer succesvol aanspeelbaar voor medespelers. Slechts negen middenvelders ontvangen de bal vaker – waarvan drie van deze spelers eigenlijk in de Eredivisie voetballen en sporadisch meespelen bij het KKD-elftal van hun ploeg. Zowel als passgever als ontvanger behoort Van den Belt tot de toppers van de Keuken Kampioen Divisie en is hij de ideale verbinding tussen verdediging en aanval.
Al met al is de aankoop van Van den Belt logisch. Het is zonder twijfel af te leiden dat hij het spel leest als een van de besten in de KKD en ook het aantal passes zowel als ontvanger als passgever is een hele goede basis voor een middenvelder in de top van de Eredivisie. Echter is er ook voldoende werk te doen – de passzuiverheid laat op sommige momenten te wensen over, maar vooral de schoten (en de locaties) lijken niet altijd de beste optie. Een verklaring voor de suboptimale schoten is natuurlijk dat PEC vaak gesloten defensies tegenkomt, dus dat van afstand schieten de enige optie ís. Van den Belt krijgt heel weinig overtredingen tegen (minder dan 1 per wedstrijd), ondanks dat hij vaak in de duels komt. Deze verliest hij dan ook wat vaker – wat vermoedelijk ook de tactiek van de andere partij is om hem af te stoppen. Iets meer ‘zoeken’ naar de overtreding, om iets meer rustmomenten in te bouwen bij een vrije trap, zorgt ervoor dat de concentratie-issues misschien al snel verholpen zijn. Daarmee zullen zijn passes én zijn beslissingen grote stappen maken.
Met Van den Belt haalt Feyenoord een ruwe speler, maar ook een speler die al een seizoen lang bewijst over de spelintelligentie te beschikken om in de Eredivisie mee te kunnen. Zijn statistieken zijn iets opgepompt dankzij de matige tegenstand in de Keuken Kampioen Divisie, maar nog steeds erg goed. Er is nog genoeg aan te werken, maar die aspecten zijn trainbaar – minder schieten van afstand en geconcentreerder passen zullen snel verholpen zijn. De kwaliteiten van Van den Belt, het spel lezen en een paar acties vooruit denken, zijn de reden waarom de speler door Feyenoord is aangetrokken. En die kwaliteiten zouden supporters erg enthousiast moeten maken, zeker wanneer de speler met de tijd nog beter zal worden en deze kwaliteiten tot uiting kan brengen.
Reacties
Heeft vorig jaar natuurlijk ook al in de Eredivisie gespeeld.
Ben wel benieuwd hoe zijn cijfers daar waren en hoe zich dat verhoudt tot dit seizoen. Aantal goals en assists was daar logischerwijs lager, zeker als je bij een club speelt in de onderste regionen.
Iemand die ruim 2x zoveel scoort als op basis van zijn kansen verwacht, is dus ruim 2x zo effectief als de gemiddelde speler. De onderliggende cijfers zijn dus juist heel goed voor Vd Belt!
En ja, natuurlijk daalt de effectiviteit in een betere competitie. Maar dat staat volledig los van zijn ver bovengemiddelde effectiviteit in de KKD.
Wat mij betreft mag er ook wel een naam van de auteur bijstaan als het dit soort kwaliteitscontent is, zeker als er deels uit ik-vorm wordt geschreven. Je verdient de credits hiervoor en dat maakt het ook iets persoonlijker. Of zijn artikelen van "van de redactie" altijd van Rutger zelf?