Ayase Ueda schittert met vier goals en blikt met ambitie vooruit op WK-duel met Nederland

Ueda was zaterdag opnieuw de grote uitblinker bij Feyenoord. De Japanse spits had een hoofdrol in de 6–1 overwinning op PEC Zwolle, waarin hij een vierklapper noteerde. Daarmee staat hij inmiddels op 18 doelpunten in 15 Eredivisie-wedstrijden, een indrukwekkend gemiddelde dat zijn status als man-in-vorm bevestigt. Na afloop sprak Ueda met de NOS, en daarin liet hij zowel zijn dankbaarheid als zijn ambities duidelijk blijken.

Ueda straalde na zijn uitblinkersrol en gaf direct aan hoe bijzonder de avond voor hem was. “Ik ben ontzettend blij en ik wil vooral mijn teamgenoten bedanken”, zei hij zichtbaar tevreden. Over de moeilijkheidsgraad van zijn doelpunten was hij verrassend eerlijk. Zijn tweede treffer vond hij zelf het meest uitdagend: “Dat was de moeilijkste van de vier voor mij.”

Ook het wereldkampioenschap kwam ter sprake, aangezien Japan vrijdag werd gekoppeld aan onder andere Nederland. Ueda keek zichtbaar uit naar dat treffen. “Ik verheug me erop”, vertelde hij. “We zullen ons strijdlustig opstellen. Er wachten ons veel uitdagingen, en ik wil ons voetbal wel eens op Nederland uitproberen.”

Het is een duel waar hij persoonlijk naar uitkijkt, maar ook een moment waarop Japan zijn ontwikkeling kan toetsen tegenover een land als Nederland.

De spits sprak vervolgens open over de verwachtingen rond het Japanse elftal op het aankomende WK. “We gaan natuurlijk voor de winst”, zei hij vastberaden. “We zijn er voortdurend mee bezig geweest en ik denk dat we onze kans hebben vergroot. Het is een uitdagend toernooi, maar die uitdaging ga ik graag aan.” Dat Japan niet naar het WK gaat om alleen mee te doen, werd daarmee wel duidelijk.

Tot slot kon de interviewer een knipoog niet laten: “Je scoort vier keer tegen PEC en dat is prachtig, maar doe dat alsjeblieft niet tegen Nederland.” De spits schoot in de lach en reageerde met een glimlach: “Ik wil ervoor gaan, maar ik weet dat Nederland en Japan het allebei goed doen, dus we gaan het zien.”