“Bij Sparta Praag was ik de man van de strafschoppen en vrije trappen"

Dávid Hancko is niet meer weg te denken uit de defensie van Feyenoord. De Slowaak vormt samen met Gernot Trauner het solide centrum van de Rotterdammers.

Dat Hancko er vanaf zijn eerste werkdag staat is ook de verdienste van de technische staf, zo zegt hij in Algemeen Dagblad. “Trainer Arne Slot en zijn staf hielpen hem daarbij. “Hij voorspelt zo vaak tot in detail waar wij de ruimte kunnen vinden bij tegenstanders, omdat ze op een bepaalde manier druk zetten. Ik denk weleens in het veld: het klopt precies, hoe kan het? Maar dat is niet alleen de trainer, hoor. De verdedigers krijgen voor elke wedstrijd van de videoafdeling beelden van zo’n zes aanvallers te zien, in korte clipjes. Die bekijk je geconcentreerd en daardoor heb je in een split second soms een voordeel, omdat je bijvoorbeeld weet dat de rechterspits van Excelsior vaak naar zijn rechterbeen draait. En dat de spits graag kapt als hij op de achterlijn komt.”

Volgens Hancko is die samenwerking met de technische staf van grote invloed geweest op zijn binnenkomst. “Ik ken de spelers uit de Nederlandse competitie vaak nog niet, zoals ook alle stadions waar wij spelen vreemd zijn”. 

Róbert Bozeník

Hancko gaat bewust elke wedstrijd voorop in de strijd. “Ik weet dat de aanhang van Feyenoord een bepaalde strijd wil zien op het veld”. Landgenoot Róbert Bozeník fluisterde hem in dat de supporters net zo enthousiast worden van een tackle als van een passeerbeweging. Hij zei dat Feyenoord bij mij zou passen, dat het een geweldige club is.”

Strafschopspecialist

Waar bij Feyenoord met name Orkun Kökçü zich ontfermt over strafschoppen en vrije trappen, was Hancko dat bij Sparta Praag. “Bij Sparta Praag was ik de man van de strafschoppen. Ik nam er tien: negen keer raak en eentje tegen de paal. Ik was ook de man van de vrije trappen. Tegen Brøndby IF maakte ik ooit een belangrijke goal uit een vrije trap”, zo vertelt de Slowaak zijn andere kwaliteiten.  

Dat hij bij Feyenoord andere spelers voor zich moet dulden, weerhoud hem er niet van te blijven slijpen aan zijn trap. “Bij Feyenoord staan er andere namen boven mij op het lijstje, maar dat wil niet zeggen dat ik er niet meer op train. Je moet blijven oefenen, voor het geval het straks toch een keer nodig mocht zijn. Zeker met strafschoppen is dat realistisch in Europa of in het nationale bekertoernooi.”