Carranza kreeg advies van Senesi: "Als ik jou was, zou ik gaan"

Julián Carranza was zaterdag alweer goed voor zijn derde treffer in het shirt van Feyenoord. Hiermee evenaarde de Argentijn het record van Roy Makaay door in zijn eerste drie basisoptredens te scoren. In een gesprek met Voetbal International gaat de spits onder andere in op zijn transfer naar Feyenoord en zijn verborgen talent.

De Argentijnse spits kwam in de zomer over van Philadelphia Union. Carranza werd in zijn stap van de MLS naar de Eredivisie geadviseerd door oud-Feyenoorders. Marcos Senesi belde hem gelijk op en zei: “Als ik jou was, zou ik gaan.” Ook Nick Marsman had eerder al mooie verhalen over Feyenoord aan de spits vertelt in de tijd dat ze samen bij Inter Miami speelden, zo vertelt Carranza aan Voetbal International.

Derde keuze
Toen de spits de overstap maakte naar Rotterdam, moest hij achter in de rij aansluiten. Santiago Giménez en Ayase Ueda vulde de spits-positie immers al in. Carranza legt uit: “Ik had niet gedacht dat ik als derde spits aan het seizoen zou beginnen, maar Feyenoord ook niet. Iedereen verwachtte dat Giménez zou vertrekken.” Voor de Argentijn was het af en toe lastig omgaan met die uitkomst: “Geduld is niet mijn sterkste kant. Ik weet nog dat ik op de bank zat tegen PEC Zwolle. Toen stonden we dik 5-0 voor, een mooi moment voor een debuut, dacht ik. Echter bleef ik de bank, dat was even slikken.”

Carranza geeft aan met trainer Brian Priske over zijn rol gesproken te hebben: “Ik ben snel op de trainer afgestapt om te vragen wanneer ik een kans zou krijgen. Ik had drie wedstrijden op de bank gezeten. De coach stelde me gerust, het was een goed gesprek.” Uiteindelijk kwam er kans voor de Argentijn: “Ik vond het natuurlijk ook niet leuk dat Santi lang geblesseerd was en dat Ayase er nu ook een tijd uit is, maar zo kwam ik aan spelen toe. Nu is het aan mij ervoor te zorgen dat ik blijf spelen. Zo’n strijd voer ik mijn hele carrière al. Dat is wat mij sterk maakt.”

Talenknobbel
Waar het voor sommigen Zuid-Amerikanen lastig is om de Engelse taal machtig te worden, had Carranza de taal al goed in de vingers bij zijn aankomst bij Feyenoord. “Ik heb Engels leren spreken in Amerika. Ik ben gewoon maar gaan praten met mensen, de snelste manier om een taal te leren”, legt de spits uit. De Argentijn ondekte hiermee een verborgen talent: “Blijkbaar heb ik een talenknobbel, want zo leerde ik ook Frans, die taal die mijn verloofde spreekt.”

Carranza vertelt verder dat hij de Franse taal nog regelmatig gebruikt bij Feyenoord: “Hier kan ik het mooi ophalen met Franstalige jongens, zoals Jordan Lotomba, Anis Hadj-Moussa en Chris-Kévin Nadje.” Carranza’s taalvaardigheid zorgt soms voor grappige situaties: “Soms hoor ik die jongens grappen met elkaar maken en dan kijk ik ze aan met een schuin oog, zo van: ik hoor jullie, jongens. Tegelijkertijd kan ik ze ook een beetje helpen als iets niet helemaal duidelijk is.”

Unieke bijnaam
Voor zijn transfer naar Feyenoord maakte de Argentijn furore in Philadelphia, hij voelde zich daar snel op zijn plek en kreeg zelfs een bijnaam: “Soms valt alles goed en pas je als speler helemaal bij de stad en de mensen. In Philly begonnen ze me al vrij snel King te noemen. Ik ben helemaal geen koning, zei ik, maar het was een koosnaampje. Ze noemden me naar King Julien, uit de film Madagascar." Carranza kon de bijnaam wel waarderen: "Toen vond ik het wel leuk en begon ik ook steeds meer te scoren. Iedereen haatte het om tegen ons te spelen."