Columns
Column • Als zelfs Ueda lacht, weet je dat het bij Feyenoord goed zit
Het is een fascinerend moment. In de 92e minuut van Benfica-Feyenoord scoort Antoni Milambo de bevrijdende 1-3. Brian Priske staat voor zijn dug-out, onbeweeglijk als het Vrijheidsbeeld, maar dan met twee armen in de lucht. Zijn gezicht toont geen emotie. Achter hem stormen zijn assistenten de dug-out uit. John de Wolf, wiens gezicht normaal op standje 'grimmig' staat, is dolgelukkig. In het gebruinde gelaat steekt zijn spierwitte gebit scherp af. Niemand lacht groter dan John.
Die lach verraadt het geluksgevoel van een Feyenoord-supporter die als assistent-trainer zijn droom leeft. Waar Priske's assistenten spontaan in vreugde uitbarsten, komt de lach bij de hoofdtrainer langzamer op gang. Alsof hij wacht op toestemming: toe maar, nu mag het.
De natuurlijke aanleg om makkelijk te lachen verschilt van mens tot mens. Daarnaast speelt ook cultuur een rol. Bij Feyenoord speelt een jongen uit Japan: Ayase Ueda, 26 jaar, geboren in Mito, een stad op het Japanse eiland Honshu. Nog maar twee jaar geleden verlaat hij Japan, belandt in Brugge en nu speelt hij in Rotterdam. Hij komt uit een compleet andere wereld. Sinds zijn komst naar Rotterdam weet hij niet te overtuigen. De twijfels nemen toe. Over hoe blij Feyenoord moet zijn met hem en over hoe blij hij is bij Feyenoord. "Hij lacht nooit", hoor ik. Tot Benfica-uit zijn Ueda's statistieken zo slecht nog niet. In de acht wedstrijden waarin hij een basisplaats krijgt, scoort hij vier keer en geeft hij twee assists. Keurige cijfers, maar nog steeds zien we Ayase zelden lachen.
In zijn boek 'Japanners kunnen niet lachen' beschrijft Takeo Hayakawa de verschillen tussen Japanners en Nederlanders met wie hij van 1970 tot 1995 samenwerkt. Hij beschrijft hoe je met Japanners om moet gaan en, als het doek van de afstandelijkheid eenmaal is gevallen, hoe aardig, vriendelijk en gastvrij ze zijn. Een van de grote verschillen tussen onze en de Japanse cultuur is de lach. Zo is het voor Japanners niet gebruikelijk de binnenkant van de mond te laten zien. Daarom houden ze vaak hun hand voor de mond als ze lachen. Bij het maken van een officiële foto wordt nooit gelachen. En glimlachen naar een vreemde, wat wij uitleggen als vriendelijk, kan Japanners de indruk geven dat je oneerlijk bent.
Ayase Ueda lacht wel, maar alleen als hij scoort. Dat doet hij tegen FC Twente, tegen Go Ahead Eagles en tegen Benfica. Woensdag maakt hij in Lissabon in de 12e minuut de 0-1. Of hij lacht is onduidelijk, want hij houdt zijn handen gevouwen voor zijn mond. Even later maakt hij de 0-2 en een moment lacht hij zijn tanden bloot. De VAR berooft hem van zijn tweede doelpunt van de avond.
Ayase Ueda is de barometer voor Feyenoord-geluk. Als zelfs Ueda lacht, weet je dat het bij Feyenoord goed zit. Eind vorig seizoen zei Arne Slot over hem: "Ayase gaat voor Feyenoord heel veel goals maken." Daar begint het nu zachtjes aan op te lijken en dat zou wel lachen zijn. Voor Arne, voor Brian, voor Ayase en voor ons.
Frans
Reacties
Afgekeken van Dessers.
I wanna knowwww….if you score a goal!’
Mooi geschreven column Fransie!
Bij mij ook trouwens, ik zat op het puntje van de bank en keek ook vol ongeloof naar het scherm