Columns
Column • Bijgeloof en de olifant van Uli
‘Dit keer heb ik het voorwoord geschreven’, meldde Roald Sitaldien trots, terwijl hij mij het Stadion Sport Nieuws overhandigde. Hij is vrijwilliger van supportersvereniging De Feijenoorder en deelt dit programmaboekje altijd uit bij de trap op het voorplein van De Kuip. Voor aanvang van elke wedstrijd ga ik even bij hem langs om een exemplaar op te halen.
Meestal is hij zijn voorraad al kwijt als ik kom. Vorige week woensdag niet, want ik was extra vroeg om de lange wachtrijen bij Europese wedstrijden te omzeilen. Volgens stadiondirecteur Lilian de Leeuw bestaan die niet. Ze zijn volgens haar uitsluitend een gevolg van onze emotie en tijdsperceptie. De rauwe werkelijkheid was dat die woensdag de scanner bij poort 7 dienst weigerde. Dan loopt de wachttijd toch echt snel op.
Noodgedwongen moest ik nu door een ander poortje naar binnen. Daar was ik niet blij mee. Naar mijn idee gaat Feyenoord verliezen als ik niet bij poort 7 naar binnen ga. Ook moet ik altijd op een even stoelnummer zitten. Een kwestie van bijgelovigheid. Ik ben niet de enige met zo’n afwijking. Uit een enquête bleek dat 29% van alle Feyenoordsupporters rituelen heeft die bepalend worden geacht voor de overwinning. Het kan gaan om het dragen van een bepaald shirt, sjaal of zelfs onderbroek. Of, zoals in mijn geval, altijd binnengaan via hetzelfde poortje en zitten op dezelfde stoel. Op internet zijn er prachtige verhalen over te lezen. Kijk maar eens op de website van ‘In de Hekken’.
Tijdens het wachten had ik tijd om de instructies te lezen voor de sfeeractie bij aanvang van de wedstrijd tegen Spartak Praag. Die waren zo simpel dat de toeschouwers ze ook zonder programmaboekje begrepen. Het leidde tot een fantastisch schouwspel bij de opkomst van de spelers. Hulde aan de mannen en vrouwen van het sfeerteam die dit hebben bedacht en gerealiseerd. Ik vergat er prompt door dat ik niet via mijn vaste poortje naar binnen was gegaan.
De zenuwen waren helemaal weg toen Gernot Trauner en Igor Paixão binnen tien minuten zorgden voor de 2-0 voorsprong. Na een half uur was het zelfs al 3-0 dankzij Anis Hadj Moussa. Bij de eerste 24 eindigen en daardoor meedoen aan de knock-outfase leek binnen handbereik. Wie had dat bij de loting gedacht. Onwillekeurig moest ik denken aan het voorwoord van Roald. Daarin haalde hij de herinnering op aan het zinnetje dat Ulrich van Gobbel zong in het kampioenslied uit 1992: ‘We zijn weer olifant in plaats van muis.’
We leken inderdaad weer even, om in de woorden van Roald te spreken, de olifant in het miljoenenbal. Ik hoopte dat het elftal daarna door zou denderen en een grote uitslag zou neerzetten. Helaas gebeurde dat niet. Bij Feyenoord kun je nooit eens rustig achterover leunen als ze riant voorstaan. Voor je het weet heeft de tegenstander een aansluitingstreffer te pakken. Is het niet door een blunder van Wellenreuther, zoals afgelopen zaterdag, dan wel door het wisselbeleid van Brian Priske. Tegen Spartak Praag liet hij de ploeg opeens weer in zijn favoriete 3-4-3 systeem spelen. Prompt waren we de controle over de wedstrijd kwijt. Het is onbegrijpelijk dat hij nog steeds niet beseft dat zijn team dit systeem niet kan spelen. Het leidt tot gatenkaasvoetbal. De enorme verliespartijen in de eerste oefenwedstrijden maakten dat duidelijk. Een olifant zou dat niet vergeten zijn.
Reacties
Nog geen reacties