Columns
Column • Juichen om een kind van de club
De aanloop naar de klassieker was mooi. Op Feyenoord One verscheen een schitterde documentaire over Lutsharel Geertruida. Vlak voor de aftrap konden we als legioen afscheid nemen van dit Kind van Zuid. Langs de lijn stonden de vijf prijzen die hij als betaald voetballer met Feyenoord heeft gewonnen.
Het spandoek dat het sfeerteam had gemaakt om zijn afscheid luister bij te zetten mocht er ook zijn. Hulde aan de makers. Dennis te Kloese wist ook precies wie hij het middelpunt van de feestvreugde moest laten zijn en dus hield hij zijn afscheidsspeech kort. Prima gedaan. Daarna stond iedereen op de banken toen Geertruida de microfoon pakte het bekende lied ‘Komen we uit Rotterdam’ brulde. Een heel wat betere opwarmer dan de in mijn ogen afgrijselijke bonkerdebonk dreunen die de diskjockey ten gehore bracht. Geef mij maar een paar klassieke Feyenoord meezingers voordat de spelers het veld opkomen. Daarmee komt De Kuip wel in juiste stemming. Als kind van de club voelde Geertruida dat goed aan.
Toen ik hem over de grasmat zag lopen en hoorde brullen moest ik denken aan de ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt. De documentaire bracht dat schitterend in beeld. Je zag hem als pupil op het vroegere Varkenoord met diegebrekkige accommodatie en oude kantines. Door de afwisseling met beelden op latere leeftijd kon je zien hoe zowel hij als de club in de afgelopen jaren gegroeid zijn. doorgemaakt. In een kort tijdsbestek trok de hele metamorfose van worstelende jeugdopleiding tot professionele Academy aan het oog voorbij.
Natuurlijk moest ik zo vlak voor de aftrap van de klassieker ook denken aan zijn memorabele treffer in de Arena, die een sleutel vormde voor het kampioenschap in 2023. De documentaire begon er zelfs mee. Ik heb die goal inmiddels al honderden keren voorbij zien komen maar krijg er nog steeds niet genoeg van. Zijn 2-3 vlak voor tijd betekende de eerste winst in de Arena sinds 2005. De beelden zijn iconisch omdat zijn ploegmaten zich en masse stortten op David Hancko in de veronderstelling dat hij had gescoord, terwijl Geertruida juichend langs huppelde en nadrukkelijk op zichzelf wees om ze duidelijk te maken dat hij toch echt de doelpuntmaker was.
Lutsharel was er ook bij toen Feyenoord vorig seizoen Ajax in de Kuip met 6-0 de grootste nederlaag uit hun geschiedenis bezorgde. Terwijl ik voor de wedstrijd zoals gebruikelijk op Varkenoord een biertje dronk en patatje at was die wedstrijduiteraard weer onderwerp van gesprek. We hoopten op een fikse overwinning. Een paar lui uit ons vaste clubje waren naar Lissabon geweest en hadden daar de masterclass van Priske en co in de Champions League meebeleefd. Zij hoopten op een herhaling van dat schitterende spel. Uit het Amsterdamse kwamen geluiden die erop wezen dat men ook daar een herhaling verwachtte en vreesde voor dezelfde cijfers als vorig seizoen. Helaas liep het helemaal anders.
Gelukkig konden we zaterdagavond weer juichen voor een ander Kind van Zuid. Dit keer niet omdat hij vertrok, maar juist vanwege zijn terugkeer in de basis. Justin Bijlow is ook zo’n kind van de club dat zijn voetsporen op Varkenoord heeft liggen. Eigen kweek die we moeten koesteren. Al was het voetbal wederom niet al te best, we wonnen dit keer wel, aldroeg deze verloren zoon daar weinig aan bij.
Reacties