Hasko van Dalen

Columns

Column • Sfeer

Van de redactie

Ruim zestig jaar geleden bezocht ik voor het eerst een wedstrijd van Feyenoord in Rotterdam. Het was de stadsderby tegen Sparta. Ik zat ik een uitverkocht stadion op de laatste rij van de tweede ring. Sindsdien ken ik de magie van een kolkende Kuip. 

Tot dan toe had ik alleen wedstrijden bezocht van de twee betaalde voetbalclubs in mijn toenmalige woonplaats Utrecht: DOS in de Galgenwaard en Velox aan de Koningsweg. Allebei bestaan ze niet meer. Ze zijn gefuseerd tot FC Utrecht. In die tijd ging het er in hun stadions gezapig aan toe. Ik zat daar met mijn opa tussen oude mannen met hoeden en dikke sigaren, die braaf applaudisseerden als er een doelpunt werd gemaakt. Hoe anders was dat in Rotterdam. Met mijn kaartje voor de goedkoopste plaats kwam ik terecht tussen rauwdouwers die shagjes draaiden, bier zopen, kreten slaakten die ik nooit eerder had gehoord en uit hun dak gingen toen er werd gescoord. Het was het begin van mijn liefde voor een bomvolle Kuip. 

De afgelopen jaren zit die Kuip ook bijna elke competitiewedstrijd vol, op de rode stoeltjes in de hoek van de tweede ring na. Die blijven vaak angstvallig leeg. Dat regelmatig uitverkochte stadion maakt veel goed van de periode waarin ik zondags in een akelig lege Kuip zat. Met als dieptepunt de wedstrijd tegen FC Den Bosch in seizoen 1987/1988 die we met 1-4 verloren. Toen zaten er nog geen vierduizend supporters. De laatste jaren is ook de twaalfde man weer een factor van betekenis. Wij hebben geen dorpsidioot met een megafoon of trommelende ADHD'er nodig om het publiek wakker te houden. Ons repertoire aan clubliederen is groot genoeg om negentig minuten vol te maken. Die verbale steun werkt als extra stimulans voor  de spelers. Wie vorige week woensdag aanwezig was bij de bekerwedstrijd tegen PSV weet dat de sfeer nergens zo optimaal, indrukwekkend en imponerend kan zijn als in De Kuip. Ik sluit niet uit dat het een rol heeft gespeeld bij de veel besproken niet gegeven penalty na die sliding van Wieffer. 

Chagrijn
Toch lees ik de laatste tijd herhaaldelijk sociale media-supporters die klagen dat er geen sfeer meer is in de Kuip. Meestal van jongelui die de magere jaren met een nauwelijks gevuld stadion niet hebben meegemaakt. Vaak gassies die houden van spektakel met rookpotten, zwaar knalvuurwerk en andere schijtlollige dingen. Ik hou daar niet van. Siervuurwerk zoals vorige week bij aanvang van de wedstrijd tegen PSV vind ik prachtig. Bij Europese wedstrijden mag dat wat mij betreft vaker, maar helaas straft de UEFA dan met forse boetes. De imponerende spandoeken van het sfeerteam zorgen ook voor een goede stemming. Ik kijk er met ontzag en plezier naar als ze uitgerold worden. Maar onverwachte knallen tijdens de wedstrijd kunnen me gestolen worden en aan die vreselijke rookfakkels die ze op Vak W afsteken heb ik een bloedhekel. Ze benemen me het zicht en de adem. Opblaasbare zwembandjes en strandballen zie ik liever in het water dan in het stadion. Ook zonder die zogenaamd ludieke dingen is de sfeer meestal prima. 

Het verwijt is ook dat het Legioen de laatste tijd alleen nog maar tot in den treure het lied "Wat gaan we doen vandaag?" zingt en bijna nooit meer "Hand in Hand" hoort behalve bij de opkomst uit de tunnel. Het lied met de vraag hoeveel we gaan winnen is zo langzamerhand ook een beetje misplaatst, want in de twee thuiswedstrijden na de winterstop gingen we helemaal niet winnen. Het voetbal in die twee duels was niet bijzonder matig, om niet te zeggen slecht, en dat slaat over op de supporters. Daardoor hebben die klagers wel een punt. De aanmoedigingen vanaf de tribunes waren in de tweede helft tegen NEC net zo mat als het spel op het veld. Het lukte het Legioen niet het team over het dode punt heen te brullen. In de wedstrijd tegen FC Twente werden wel manmoedige pogingen gedaan, maar die mochten niet baten. Vanaf de eerste minuut ging alles mis. Er deugde niets van de opstelling, veldbezetting en tactiek. Wat overheerste was ergernis over een wedstrijd die we hadden moeten en kunnen winnen. Als Santiago Gimenez die penalty had benut was dat waarschijnlijk ook gebeurd. Het Legioen stak hem na die misser een hart onder de riem door luidruchtig zijn naam te scanderen. Prijzenswaardig, maar misschien moeten we even ophouden met die man te bewieroken tot hij weer gewoon goed gaat spelen. Nu dreigt een beetje het Nicolai Jørgensen-scenario. Bijna alle supporters keerden na afloop met chagrijn in hun lijf huiswaarts. Terwijl de dag zo mooi was begonnen met een schitterend onthaal van cultheld József Kiprich op Varkenoord, gevolgd door een mooi eerbetoon in De Kuip aan de Tovenaar van Tatabánya. Hij schoot de strafschoppen er wél altijd in.

Hasko

Delen

Reacties

Vak w heeft geen rookbommen nodig om je zicht te benemen .
De kracht van het "Wat gaan we doen vandaag?" Is dat het langzaam genoeg gaat waardoor iedereen het voluit mee kan zingen. Als je timing niet helemaal goed is, dan maakt dat verder niet uit.

Het zou fijn zijn als het hand-in-hand ook weer ouderwets langzaam wordt ingezet. In dat geval denk ik dat het ook veel makkelijker overslaat naar de rest van het stadion.
Nu zijn ze achter het doel vaak alweer bijna bij de volgende zin, voordat de aangrenzende vakken door hebben welk lied er is ingezet.
"Wat gaan we doen vandaag?" is een topnummer. Iedereen kent het, het zingt lekker mee, dus je krijgt echt de massaliteit van het Legioen er achter. Ik hoor die tien keer liever dan dat achterlijke "jajajajajaja" nummer dat nu ineens gepushed wordt. Het probleem is m.i. vooral dat onze huidige speelstijl de beleving van de supporters een beetje dood maakt. Vaak net als het publiek er een beetje achter gaat staan, wordt er weer 5 minuten achterin heen en weer getikt tot het weer weggeëbd is.

Het voetbal is ook niet zozeer slecht, het is eentonig en voorspelbaar. Een goede tegenstander kan zich daarop instellen en het grotendeels onschadelijk maken. Iets meer verrassing helpt om je overwicht om te zetten in dreiging, en krijgt het Legioen er meer achter.
Goed verhaal. Alleen valt het met het "Jørgensen-scenario" van Santi nog wel mee, denk ik. Hij krijgt niet of nauwelijks bruikbare ballen en dan wordt het ineens even lastiger om te scoren. Dan komt er meer druk op de echte kansen die hij wel krijgt (de pingel bv) en dan gaat dat ook nog eens mis.
Het zou alleen wel helpen als Arne Slot realistischer reageert op de milde maar wel degelijk reële kritiek. Dat zelfbewieroken over fanatatstisch voetbal etc. dat weten we nu wel. Wat meer zelfkritiek helpt Feyenoord meer vooruit dan gekunstelde complimenten.
Ik vind het ‘wat gaan we doen?’ juist een heerlijke afwisseling tov veel andere liederen die met een noodgang worden afgeraffeld. Met een intensiteit die doet denken aan de jaren ‘90. Het zal toeval geweest zijn, dat Timber juist scoorde toen dit lied al een minuut of wat van de tribunes rolde, maar toch…De spelers lijken het lied zelf ook wel mooi te vinden, kijk de beelden van de kleedkamer na de 0-4 winst er nog eens op terug, of de busreis naar de Coolsingel.
Het doelpunt kwam 100% op naam van Het Legioen. Je voelde dat hij er aan moest komen. Toch bijzonder dat De Kuip dit kan. Daarom komen we er ook zo graag.
Prima column. Helemaal eens. Ik zeg het vaak genoeg: kappen met dat domme liedje en ga achter de club staan!! Dat is wat de ploeg nodig heeft als het moeilijk wordt.