“Dennis heeft hem veel zien voetballen, ook gedurende zijn tijd in de MLS”

Binnen korte tijd is Hwang In-Beom uitgegroeid tot een sleutelspeler bij Feyenoord. De 28-jarige Zuid-Koreaan sloot pas laat aan in Rotterdam, nadat de club hem tegen het einde van de transferwindow bij Rode Ster Belgrado had weggeplukt. Brian Priske is onder de indruk van de middenvelder, die zich steeds meer opwerpt als leider van het elftal.  

“Ik had hoge verwachtingen van hem. Hij is een volwassen man, zowel als speler en hoe hij in het leven staat”, zo vertelt de Deense coach tijdens een persmoment. Dat Hwang er vanaf zijn eerste speelminuten staat, heeft Priske wel verrast. “Ik weet hoe moeilijk het kan zijn om van omgeving te wisselen, helemaal als je ook in een andere cultuur beland. Je hoopt uiteindelijk dat spelers zich snel aanpassen.”

Complimenten
Aanpassingstijd heeft Hwang ogenschijnlijk niet nodig gehad. “Niemand had twijfels over zijn voetballende kwaliteiten, maar om in een nieuw team meteen je draai te vinden is niet makkelijk”, zo zegt Priske. “Zijn spel van de afgelopen tijd was van een hoog niveau en daarvoor verdient hij alle complimenten die de media hem heeft gegeven. Het is nu aan hem om daar bescheiden onder te blijven, de rust te bewaren en te blijven spelen zoals hij de afgelopen weken heeft gedaan.”

Dennis te Kloese
Wie Hwang ziet spelen, kan bijna niet geloven dat hij in Servië voetbalde en Feyenoord hem uiteindelijk oppikte. “Ik weet zeker dat verschillende clubs hem de afgelopen jaren hebben bekeken. Om de een of andere reden hebben ze besloten hem niet aan te trekken”, aldus Priske over het binnengehaalde buitenkansje. De 47-jarige trainer geeft daarvoor alle credits aan algemeen directeur Dennis te Kloese, die Hwang nog kende van zijn tijd bij Vancouver Whitecaps FC. “Ik weet dat Dennis hem veel heeft zien voetballen, ook gedurende zijn tijd in de MLS. Hij kende hem dus goed en wist wat Hwang kon brengen. Ik ben blij dat hij nu hier is, want het is een genot om met hem te werken. Net als met de andere jongens overigens.”