Feyenoord krijgt tegen PSV niet de juiste mensen aan de bal

Feyenoord verloor dit seizoen voor het eerst in de thuiswedstrijd tegen PSV. Het werd 2-3 in De Kuip, net als vorig seizoen. Een blik op de data leert ons drie dingen. De belangrijkste? Het is te weinig gelukt de juiste mensen aan de bal te krijgen.

Conclusie 1: Het lukte te weinig de juiste mensen aan de bal te krijgen
Robin van Persie passeerde Sem Steijn voor de wedstrijd tegen PSV. Dat had te maken met het gameplan, vertelde hij voor de wedstrijd. Zowel aanvallend als verdedigend meende de staf beter uit te komen met twee meer controlerende spelers (Oussama Targhalline en In-beom Hwang) en met de rasvoetballer Luciano Valente op ‘tien’.
De passmap verraadt dat deze opzet niet gelukt is. En wie de wedstrijd gezien heeft, weet dat het idee vooral in de eerste helft niet uit de verf kwam. Verdedigend wel (Valente moest Salah-Eddine neutraliseren), maar aanvallend kwam Valente te weinig aan de bal. De meeste progressive passes kwamen van Anis Hadj-Moussa – die dus vaker laag aan de bal kwam – en van Givairo Read, die in balbezit regelmatig in de as van het veld opdook.
Het doorschuiven van Valente haalde hem ook weg van zijn sterkste positie. Bij de eerste tegengoal lukte het Hwang niet om Mauro Júnior nog te achterhalen, nadat hij met een lichaamsschijnbeweging gepasseerd was. Of Valente verdedigend in die zone beter uit de verf was gekomen in de soms grote ruimtes die in het tactisch steekspel vielen, zullen we nooit weten.

Conclusie 2: Feyenoord geeft het laatste kwartier gas
De data tonen een redelijk evenwichtige wedstrijd waarin PSV net wat meer creëerde en net wat beter met de kansen omsprong. Vrijwel alle datapunten zijn in balans: balbezit (48% vs. 52%), doelpogingen (12 vs. 11), schoten op doel (6 vs. 6), gewonnen duels (52 vs. 49), om er maar een paar te noemen. Toch trokken de bezoekers aan het langste eind.
De expected-goalwaarde (xG) van Feyenoord (1,1–1,2) lag iets lager dan die van PSV (1,3–1,4), afhankelijk van welke bron je bekijkt. Dat resulteert in een winstkans van 27 procent voor Feyenoord en van 45 procent voor de Eindhovenaren. Dat sluit aan bij het beeld van een grotendeels evenwichtige wedstrijd, waarin de Eindhovenaren over het geheel bezien net wat sterker waren. 
Daarbij valt vooral op dat Feyenoord de grootste kansen creëerde in het laatste kwartier, na de aansluitingstreffer van Oussama Targhalline. Zelfs met de twee dagen kortere rust wist Feyenoord de bezoekers in de slotfase nog onder druk te zetten en goede kansen te creëren, gesteund door een volle Kuip. Tot de gelijkmaker leidde dat helaas niet. 

Conclusie 3: PSV gaat beter met de kansen om
Een groter verschil dan bij de xG-waarde zien we in de expected goal on target (xGOT). Feyenoord kwam hier tot een waarde van 1,08 en PSV tot 1,55. Waar de xG een beeld geeft van de kwaliteit van de gecreëerde kansen (positie schot, hoek, afstand tot doel), houdt de xGOT ook rekening met hoe een speler de kans uitvoert (plaatsing schot, positie keeper, etc.). De xGOT kijkt alleen naar schoten op doel. Hier zien we de kansen van Valente en Larin in het laatste kwartier dus niet in terug.
Beide ploegen maakten dus meer goals dan we op basis van de data mochten verwachten. Maar de afwerking van Ismael Saibari maakte in deze topper het verschil, door drie erg moeilijke kansen tot doelpunt te promoveren. Het lukte Feyenoord niet dat te doen met een aantal betere mogelijkheden.