hartman-1

VK Sportphoto

Nieuws

Hartman: "Tijdens toernooien zat ik bij mijn moeder op schoot"

Moreno

Quilindschy Hartman kwam ook deze week weer in het nieuws door een wensambulance staande te houden met een Feyenoordsupporter die een laatste wens had. Hij besloot nog even op de foto te gaan en met de persoon in gesprek te gaan. In het NRC vertelt Hartman over zijn persoonlijkheid, en de ontwikkeling die hij daarin heeft gemaakt. 

De linksback van Feyenoord geeft in het interview aan dat hij het lastig vindt om nieuwe vrienden te maken. Zijn beste vriend, Ezra Hoogenboom, een voormalig teamgenoot in de jeugdopleiding van Feyenoord, staat middels een ‘E’ vereeuwigd op zijn lichaam. “Vaak zijn voetbal en mijn bekendheid de basis van mensen die ik ontmoet. Dat is moeilijk aan te voelen. Dan is het fijn als je iemand hebt die ook uit die wereld komt, die dat niet heel interessant vindt en meer gericht is op jou als persoon.”

“Ik praat met hem over dingen waar ik met vrijwel niemand over praat”, zegt Hartman, die vertelt dat Hoogenboom er voor hem was in de tijd van zijn langdurige blessure. “Hij heeft me er doorheen geholpen, samen met mijn vriendin. Wij gingen altijd Fortnite spelen, dan dacht ik even niet aan die knie.”

Terwijl Hoogenboom toentertijd een veelbelovend talent was, die voor nationale jeugdteams uitkwam, was Hartman naar eigen zeggen een gemiddelde speler. “Ik was lichamelijk nog niet zover, was nog niet groot en sterk genoeg. Ezra wel.” Maar het was Hartman die vorig seizoen doorbrak bij Feyenoord en in Oranje debuteerde, terwijl zijn vriend bij amateurclub Jodan Boys in Gouda speelt en nu een opleiding tot sport- en bewegingsleider volgt.

Over zijn manier van verdedigen is Hartman duidelijk. “Ik ga altijd voorop in een duel, ik ben niet bang.” Daarin is hij ontwikkeld, ten opzichte van de teruggetrokken jongen die hij vroeger was. Een tijd had hij het moeilijk met de straatcultuur van teamgenoten die uit Rotterdam-Zuid kwamen. “Ik had veel moeite om me aan te passen. Op toernooien ging ik, in de onder-10, tussen wedstrijden door bij mijn moeder op schoot zitten. Terwijl de trainer vond dat ik gewoon bij mijn teamgenoten moest zitten. En als iemand mij schopte, zei ik niks. Ik pakte ze niet terug. Ik was een heel lief kind, een moederskindje. Ik moest leren meer voor mezelf op te komen. Tegen die gasten in durven gaan, in te beuken. Rond mijn dertiende begon dat te komen.”

Dat heeft hij echt moeten leren, vertelt Hartman. „Jeugdtrainers hielpen me daarbij, onder wie Gaston Taument. Als ik naar de speler kijk die ik nu ben, is het misschien wel het tegenovergestelde van in mijn jeugd. In wedstrijden ben ik een ander persoon. Buiten het veld lach ik vaak, ben ik gezellig, zachtaardig. Maar op het veld kan ik hard zijn.”

Delen

Reacties

Nog geen reacties