Heracles - Feyenoord was vooral een lesje klinisch afronden

Feyenoord won zondag overtuigend met 0-7 uit bij Heracles. Een glansrijke en overtuigende overwinning. Een blik op de onderliggende data leert ons drie dingen. De belangrijkste? Als je je kansen afmaakt, ben je snel uit de problemen.

Het was geen moeilijke middag. Met 63% balbezit, 19 schoten (waarvan 12 op doel) voor Feyenoord tegen 4 schoten (waarvan geen enkele op doel) voor Heracles, en 8 hoekschoppen tegen 2, waren alle cijfers in het voordeel van Feyenoord. Maar wat valt op als je iets verder kijkt?

Conclusie 1: Je moet je kansen maken
Het is natuurlijk een open deur: je moet je kansen maken. Zoals alle open deuren is ook deze waar. Want dat is precies wat deze wedstrijd laat zien. Feyenoord was op alle vlakken zeer dominant tegen de arme Heraclieden. Dat resulteerde in een winstkans van tussen de 93% en 97%. Oftewel: als je deze wedstrijd honderd keer zo speelt, win je er 97. Maar Feyenoord was vooral zeer effectief in de afronding. Met een xG-waarde van 'slechts' 2,78 – het aantal doelpunten dat je bij de kwaliteit van de kansen realistisch gezien mag verwachten – scoorden de Rotterdammers er lustig op los.
Het aantal doelpunten bepaalt natuurlijk al snel het gevoel waarmee we op wedstrijden terugkijken. Na de thuiswedstrijd tegen FC Utrecht vond menig analist dat een gelijkspel toch wel een goede uitslag was geweest. Op basis van het wedstrijdverloop misschien geen vreemde gedachte, maar de data vertelden een ander verhaal. In die wedstrijd voetbalde Feyenoord namelijk een xG van maar liefst 3,89 bij elkaar, hoger dan tegen Heracles, wat tot een winstkans van 91% leidde (Utrecht had een iets hogere xG dan Heracles). Het grote verschil? Tegen Heracles maakte Feyenoord de kansen wél; tegen FC Utrecht verzuimde het dat te doen. Ook tegen Sparta kwam Feyenoord dit seizoen al tot een hogere xG dan afgelopen zondag in Almelo, met 3,16 expected goals. Toen wist Feyenoord tot vier goals te komen. 

Conclusie 2: Ueda kampioen klinisch afronden
Vooral Ueda nam de hoofdrol voor zijn rekening in deze cursus ‘klinisch afronden voor gevorderden’. Dat laat hij overigens het hele seizoen al zien. Hij wist zijn elf doelpunten namelijk te produceren uit een xG-waarde van slechts 5,89. Ter vergelijking: tweede topscorer Sem Steijn maakte er vijf uit een xG-waarde van 4,99 – keurig binnen de lijntjes, maar geen overperformance.
In dit hele seizoen loste Ueda 29 schoten op doel, waarvan er maar liefst elf contact met het net vonden. In de wedstrijd tegen Heracles was de xG van Ueda net iets boven de één, waaruit hij er dus drie maakte. Hoe makkelijk het er ook uitzag: zo vanzelfsprekend is het dus niet dat die er allemaal invliegen, leren de data ons.

Conclusie 3: Valente eist sleutelrol op
Kijkend naar de passmap van de uitwedstrijd in Almelo valt direct de centrale rol van Luciano Valente op. Robin van Persie gaf in zijn interview bij ESPN na de wedstrijd al aan dat ze hadden verwacht Valente vrij te kunnen krijgen in de left pocket: de ruimte net over de middenlijn tussen de rechtsback en de rechtercentrale verdediger.
Op de passmap zie je dit heel specifiek terug. Valente ontving de meeste vooruitgespeelde (progressive) passes, gaf de meeste passes en was de meest centrale speler. Oussama Targhalline gaf de meeste passes vooruit, en Sem Steijn was het vaakst betrokken bij een serie passes die leidde tot een schot – de zogenoemde xGChain.
De opmerking van Van Persie achteraf geeft een mooi inkijkje in hoe de technische staf in de aanloop naar een wedstrijd bekijkt welke mogelijkheden er zijn om de vrije man te vinden – en hoe het eruitziet als dat lukt. Dat geeft vertrouwen richting de zware reeks die voor ons ligt.