Kramer begrijpt Feyenoord niet en pleit voor duidelijke keuzes aan de top

De tegenvallende resultaten van Feyenoord zorgen opnieuw voor een discussie over de bestuurlijke inrichting van de club. Met name de dubbelfunctie van Dennis te Kloese, die zowel algemeen directeur als eindverantwoordelijke voor het technische beleid is, ligt weer onder een vergrootglas. In het programma FC Rijnmond liet Michiel Kramer zich daar duidelijk over uit.

Volgens Kramer wordt het allemaal onnodig ingewikkeld gemaakt. “Zet er gewoon een technisch directeur tussen”, klonk het stellig. “Wat zitten we nu moeilijk te doen? Je kunt simpelweg niet twee van dit soort functies tegelijk uitvoeren. Dat gaat niet.” De oud spits van Feyenoord benadrukte dat deze situatie al een aantal jaar voortduurt en dat het vreemd is dat er steeds weer omheen wordt gedraaid.

Te Kloese nam destijds bewust de technische verantwoordelijkheid op zich in de periode dat Arne Slot werd aangesteld, om snel te kunnen schakelen op de transfermarkt. Inmiddels is er met de komst van Mark Ruijl als technisch manager wel enige verlichting gekomen, maar de eindverantwoordelijkheid ligt nog altijd bij Te Kloese. Nu de sportieve resultaten achterblijven, keert de discussie over die constructie opnieuw terug.

Tegelijkertijd begrijpt Kramer dat Feyenoord intern vooral rust wil uitstralen. Dat vindt hij, ondanks de slechte reeks, geen verkeerd signaal. “Als je acht van de elf wedstrijden verliest, is het logisch dat je erkent dat het niet goed gaat. Dat is geen hogere wiskunde”, stelde hij. “Maar dat betekent niet dat je meteen alles overhoop moet gooien. Ik vind het voetbal nog steeds goed. Te goed om te zeggen dat alles anders moet.”

Volgens Kramer zit het probleem niet per se in de speelwijze. “De resultaten zijn slecht, daar is geen discussie over. Maar dat kan aan meerdere dingen liggen. Het zijn vaak ook persoonlijke fouten die wedstrijden kosten.” Hij erkent dat er genoeg aan te merken is, bijvoorbeeld op bepaalde wissels. “Soms denk ik ook: waarom wissel je nu die en dan weer die? Daar zet ik mijn vraagtekens bij. Maar er zal vast een idee achter zitten.”