Read over Jong Oranje: “Reiziger ziet me als één van de aanvoerders”

Givairo Read beleeft deze week zijn eerste interlandperiode bij Jong Oranje. De Feyenoorder, die een vaste waarde is in de ploeg van Robin van Persie, is door Michael Reiziger opgeroepen voor de nationale beloften. "Een moment waar velen al langer op wachtten en dat voor Read zelf ook bijzonder is, vertelt hij in gesprek met Voetbalzone."

“Blij natuurlijk,” zegt hij met een brede glimlach. “Mensen hadden misschien verwacht dat ik hier wat eerder zou zijn, maar de tijd is nu en ik ben blij dat ik hier ben.”

“Een lastige start, maar ik ben weer op de weg terug”
Naast zijn debuut in de selectie bij Jong Oranje blikte Read terug op de seizoensstart met Feyenoord, dat momenteel koploper is in de Eredivisie. “Individueel was het een moeilijke start,” vertelt hij. “Ik was geblesseerd aan het begin, heb twee blessures gehad. Maar nu ben ik weer op mijn weg om volledig fit te worden en mijn oude vorm te vinden. Het gaat nu beter dan in het begin.”

“Ik heb Zechiël nog even geplaagd na zondag”
Na de 3-2 overwinning van Feyenoord op FC Utrecht afgelopen weekend had Read nog contact met zijn jeugdvriend Gjivai Zechiël, die namens Utrecht de 1-1 maakte. “Ja, ik had hem gesproken,” lacht hij. “Ik zei dat het een mooie goal was en daar was hij blij mee, maar ik moest hem natuurlijk wel een beetje plagen dat wij hadden gewonnen. Jammer dat hij er nu niet bij is bij Jong Oranje, anders kon ik dat nog even doorzetten.”

“Alles gebeurt op zijn tijd”
Over de vele geluiden dat hij eerder geselecteerd had moeten worden, blijft Read nuchter. “Ik zeg altijd dat alles op zijn tijd gebeurt. Nu ik hier ben, wil ik mezelf laten zien en zorgen dat we ons kwalificeren voor het EK,” zegt hij.

Met Oranje onder 19 won Read vorig jaar het EK in Roemenië als aanvoerder. “Dat was iets heel bijzonders,” vertelt hij. “Ik heb met Reiziger gesproken en hij ziet me nu ook als één van de aanvoerders bij Jong Oranje, ook al is het mijn eerste keer. Dat voelt gek, want je moet je nog een beetje vinden in de groep, maar dat komt vanzelf.”

De twee hadden eerder al contact. “Ja klopt, voor het EK al,” legt Read uit. “Hij wilde me toen al graag bij Jong Oranje hebben, maar ik had toen een andere keuze gemaakt. Dus ik wist dat dit moment nog zou komen.”

“Ik moet nog groeien om Oranje te halen”
Het uiteindelijke doel van Read is duidelijk: het Nederlands elftal. “Er moet nog veel gebeuren,” zegt hij eerlijk. “Als ik kijk naar jongens als Dumfries, Timber en Frimpong – die zijn al verder dan ik. Daar moet ik echt naartoe groeien.”

Wat hij concreet wil verbeteren? “Mijn rendement. Meer assists, meer goals, en verdedigend sterker zijn. Dat zijn dingen waarin ik nog stappen wil maken.”

“Dumfries is mijn voorbeeld, dat shirt draag ik soms gewoon naar buiten”
Zijn grote inspiratiebron is Denzel Dumfries. “Hij is echt iemand waar ik naar opkijk,” vertelt Read. “Ik heb tegen hem gespeeld met Feyenoord en zag toen hoe goed hij echt is. Zijn drive naar voren herken ik in mijn eigen spel. Dat wil ik van hem overnemen en hopelijk ooit zelfs beter doen.”

Met een glimlach vertelt hij dat hij nog steeds het shirt bewaart dat hij van Dumfries kreeg. “Haha, niet dat ik het echt aandoe als ik de stad in ga, maar soms heb ik het gewoon aan en als ik dan even weg moet, hou ik het aan. Misschien met een jasje eroverheen, maar als je goed kijkt zie je het wel. Het is gewoon een mooi aandenken.”

“Ik kijk het meest uit naar mijn debuut”
Vooruitkijkend naar de komende week bij Jong Oranje straalt Read enthousiasme uit. “Ik kijk het meest uit naar mijn debuut, naar de wedstrijd zelf, naar hoe het is met de groep. Ik ben benieuwd hoe ik mezelf ga vinden tussen de jongens.”

En natuurlijk is er ook tijd voor ontspanning. “We hebben gisteravond nog Uno gespeeld,” lacht hij. “Het ging wel goed, ik heb in ieder geval niet verloren.”

Tot slot kreeg Read de vraag of zijn moeder hem nog tips had gegeven deze week, verwijzend naar het moment dat hij afgelopen weekend een interview binnenwandelde terwijl hij nog met haar aan het bellen was. “Haha ja, ik bel nog steeds elke dag met haar. Ze zegt wat ik moet doen, bidden en vooral vertrouwen hebben in mezelf. Dat is wat ik altijd doe.”