arne-slot

VK Sportphoto

Nieuws

Slot: "Deze groep moet elke keer bloedfanatiek zijn"

Niels

Feyenoord sluit het jaar 2023 af met een kampioenschap, maar staat eind december 10 punten achter op koploper PSV. De trainers van de nummers één en twee van de Eredivisie gingen samen in gesprek met het Algemeen Dagblad over hun vak. Peter Bosz en Arne Slot kenden elkaar nog niet persoonlijk, maar hebben qua voetbalvisie veel gemeen.

Bosz is erg tevreden over de leidersrollen die zowel Luuk de Jong als Noa Lang op zich nemen binnen de selectie van de Eindhovenaren. Arne Slot ziet hierin verbeterpunten voor zijn ploeg. "Nu missen we een beetje de grinta van Kökçü, Idrissi en Szymanski. Als het een 50/50-wedstrijd was, of 60/40 voor de tegenstander, dan hadden zij iets van: wacht even, nú moet ik het momentum in de wedstrijd veranderen. In ons kampioensteam hadden wij Orkun Kökçü, die ook in die rol is gegroeid. Hij was niet zozeer de orkestleider, maar als het even lastig werd, was hij de eerste die een tandje bijzette. Door misschien eens een venijnige tackle te maken, door iets te doen wat reactie opriep", aldus Slot.

Voetballend gezien vindt de trainer van Feyenoord zijn huidige team verder dan het kampioensteam. "De groep van nu is voetballend verder, maar is ook een team dat toestaat dat er een half blok wordt gezet op Giménez, wat voor PSV genoeg is om Boscagli vrij te krijgen, die 0-2 maakt uit een corner in de Kuip. Op dat vlak moeten we verbeteren, waarbij ik een aantal spelers zie die het in zich hebben om in die aanjagersrol te groeien. Waar het ook deels mee te maken heeft: wij halen veelal jonge jongens die op een lager niveau speelden en zich moeten doorontwikkelen bij ons."

Voor Bosz valt het op dat de invallers aan zijn kant dit seizoen vaak het verschil kunnen maken. "Spelers die invallen, zakken niet weg in teleurstelling. Nee, ze zien tien minuten al als een kans om zich te bewijzen. Daarom zie je dat invallers bij ons vaak het verschil maken", geeft Bosz aan. Slot ziet dit aan zijn kant dit seizoen soms de andere kant op vallen. "Dat is dus lekker. Vorig seizoen viel dat vaak goed bij ons. Ik ben nog niet zo lang trainer, maar weet al wel: om iets ‘goed’ te krijgen moet je vooral heel veel trainen. Om het ‘geweldig’ te maken heb je dingen nodig die nét een keer jouw kant op vallen. Groningen-thuis vorig seizoen: zij een omstreden rode kaart, wij in de slotfase 1-0 winst. Dat was in onze titelrace zo’n moment."

Veel trainen en veel energie stoppen in een wedstrijd is wat Slot betreft een reden voor succes. "Ik zeg bij Feyenoord: als je niet meer afhankelijk wilt zijn, moeten jullie zorgen dat je vier keer zo veel kansen creëert als je tegenstander en twee keer zo hard werkt. In alle wedstrijden die wij dit seizoen dik gewonnen hebben, zien we in de data dat we 20 of 30 procent meer gelopen hebben dan de tegenstander. Wedstrijden die we niet wonnen: maar 3 of 6 procent meer. Wedstrijden die we dik wonnen, staken er ver bovenuit qua high intensity sprints. Ik voel het ook zo: deze groep moet elke keer bloedfanatiek zijn om een wedstrijd te winnen. Als staf en spelers voelen we daardoor elke dag de druk dat we met een denkbeeldige dobbelsteen 6 moeten gooien. Elke training, elke bespreking móét spot on zijn."

Zijn eigen valkuil in de vele trainingsuren en wedstrijdbesprekingen kent Slot. "Ik kan soms weleens iets te snel willen, in de richting van anderen. Ongeduldig? Soms hoor en voel ik dat ze dat vinden, zonder dat mensen dat heel expliciet benoemen. Een voorbeeld: in besprekingen met staf en spelers behandel ik in korte tijd meerdere onderwerpen. Ik ga daarmee aan de slag en kan er in snel tempo doorheen lopen. Ik geloof in die aanpak, zolang er maar veel herhaling in zit, maar dat het voor anderen niet altijd even makkelijk bij te houden is, snap ik ook. Dávid Hancko zei laatst nog tegen me: ‘Trainer, pas nu, na ruim een jaar, kan ik zonder moeite alle onderdelen in je besprekingen volgen en het tempo bijhouden.’ Het is misschien ook een van de redenen dat sommige spelers even tijd nodig hebben om te wennen bij ons."

Peter Bosz laat voor zijn spelers geen ruimte om te discussiëren over tactiek. Slot pakt het als volgt aan. "Ik vraag nooit wat aan de jongens. Ja, misschien gedurende een week een keertje individueel, maar ik heb genoeg trainers meegemaakt die in een bespreking vragen gingen stellen. Als speler was ik bijna allergisch voor de setting van een volle kleedkamer, de trainer die vragen ging stellen, twintig man die stil bleven en de aanvoerder die dan uiteindelijk niet anders kon en maar wat zei. Ik vind dat een trainer zelf een duidelijk voetbalidee moet hebben. Quilindschy Hartman zei laatst spontaan iets dat ik mooi vind. Hij zei: ‘Trainer, jij komt gewoon constant terug op je spelprincipes. Ik kan ze dromen. Dus denk ik dat ik nu zelf een amateurcluppie neem. Dan pas ik wat principes van jou toe en kan het heel snel een succes zijn.'"

Delen

Reacties

Hoop dat dit een typfout is, maar de verleden tijd van kennen is 'kenden' niet 'konden'.
Toptrainer. Hopelijk kan hij nog lang blijven.