Stadion ontwikkelplan niet gekoppeld aan huurperiode Feyenoord

Stadion Feijenoord heeft met Feyenoord afgesproken dat de club nog 15 jaar in het iconische stadion blijft voetballen en heeft voor die periode een onderhoudsplan opgesteld dat moet voorzien in technisch noodzakelijk onderhoud en een upgrade van de faciliteiten. Desondanks sloot het stadion een huurovereenkomst met Feyenoord met een looptijd die niet verder gaat dan drie jaar. Dat zorgde voor vragen op de aandeelhoudersvergadering.

Stadiondirecteur Lilian de Leeuw erkent dat de looptijd kort is in relatie tot het onderhoudsplan, maar wijst op de precaire situatie waarin het stadion zich bevond ten tijde van de gesprekken. “Toen ik twee jaar geleden aantrad, speelde dit al. Wij hebben toen met alle onzekerheden rondom de Goldman Sachs lening gemeend dat het beter was om de bestaande overeenkomst en afspraken te continueren en niet alles overhoop te gooien”, zo valt te lezen in de notulen. De stadiondirecteur doelt daarmee op de destijds nog aanzienlijke schuld en dito rentelasten bij de Amerikaanse bank, die het voortbestaan van het stadion bedreigde. “We konden daardoor ook niet heel ver in de toekomst kijken, misschien maar een halfjaar. Dus drie jaar was op dat moment best lang. Ik sta erachter dat we dat toen op die manier hebben gedaan.” 

Na de aflossing van de schuld via de geluidsdeal met de gemeente Rotterdam, kwam er ruimte voor een meerjarig onderhoudsplan. De huurovereenkomst was toen alleen al getekend. “Vorig jaar hebben we aangegeven dat het huurcontract met ingang van 2023 is verlengd voor een periode van een aantal jaren. En dat contract loopt tot de zomer van 2026. Het onderhoudsplan zit daar alleen niet aan gekoppeld”, aldus De Leeuw.

In die periode betaalt Feyenoord een bedrag van 4,9 miljoen euro per jaar. Dit bedrag is nominaal, waardoor het niet wordt gecorrigeerd voor inflatie. “Ik denk dat het een prima bedrag is, wat wij vragen aan Feyenoord voor een stadion dat best nog wat onderhoud behoeft”, zo besluit de stadiondirecteur.