1993 compilatie

Nieuws

"We hadden eerst het feest met de schaal in Groningen, daarna in het stadhuis"

Dennis

'Say Oeh Ah Ed de Goeij' galmde het in de jaren negentig veelvuldig door de Kuip. De voormalig keeper van Feyenoord werd met de club eenmaal kampioen en won vier keer de KNVB Beker. FSV De Feijenoorder zocht de populaire ex-keeper op en blikte terug op die schitterende tijd.

Ed de Goeij kwam in 1990 naar Feyenoord, toen de club op sterven na dood was. Zeven seizoen later vertrok hij overladen met zilverwerk naar Chelsea. Gevraagd naar het absolute hoogtepunt uit zijn Rotterdamse tijd, vindt hij lastig. “Eigenlijk alles”, zo zegt hij in gesprek met de supportersvereniging. “Het was een fantastisch mooie tijd om mee te maken, maar het is te kort door de bocht om één hoogtepunt te noemen. Door Feyenoord ben ik geselecteerd voor het Nederlands elftal en heb ik daarin mijn debuut gemaakt. We hebben een paar bekers gewonnen en ik ben kampioen geworden. Dat zijn allemaal hoogtepunten die je meemaakt. Maar als ik één hoogtepunt moet noemen, dan kan dat niet, vind ik.”

Je hebt zowel Van Hanegem als Jansen als trainer gehad; wat maakte die twee trainers zo bijzonder? “Van Hanegem kom ik af en toe nog wel eens tegen op de golfbaan en dan praten we altijd even en die man wist zo veel van voetbal. Zijn verhalen, zijn manier van vertellen en zijn motivatie zijn dingen, die waren uniek. Wim Jansen was vooral als mens heel warm. We kwamen elkaar regelmatig tegen in Rotterdam en dan gingen we altijd een kopje koffie drinken, zoals wij dat nu ook doen en dan zaten we uren over voetbal te praten. Ook op het veld was het natuurlijk een heel goede trainer.”

Tekst: Maurits Hoek

Wat maakt hem dan zo’n goede trainer? “Alles, het totaalplaatje. Het verstand van voetbal, het trainen, het mens zijn, zowel bij het voetbal als daarbuiten. Dat is natuurlijk ook belangrijk en uniek. Hij zit in de categorie met onder anderen Cruijff en daarin word je niet zomaar genoemd, dan moet je echt wat kunnen. Maar zijn manier van denken over voetbal en dat overbrengen op het elftal, op het team, dat was gewoon heerlijk om mee te werken.”

In 1993 werd je kampioen van Nederland. Wat voor een team was dat destijds? “Een eenheid. Het was een team, iedereen had alles voor elkaar over en dat heeft geresulteerd in het kampioenschap. Je had een compleet elftal en bij eigenlijk de laatste paar wedstrijden kwam het kampioenschap pas echt in zicht. Bij MVV-uit was de ommekeer. Dan speel je de laatste wedstrijd van het seizoen in Groningen, waar zo’n driekwart van het stadion Feyenoordsupporters is. Dat is uniek en dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven.”

Merkte je toen in Groningen dat in De Kuip mensen massaal naar grote schermen mee zaten te kijken naar jullie wedstrijd? “Nee, we hoorden het wel, maar je maakte het niet mee. Later heb je wel beelden gezien, maar op dat moment ben je zo met die wedstrijd bezig en heb je geen tijd om daaraan te denken.”

Je wordt kampioen; hoe zagen de dagen daarna eruit? “We hadden eerst het feest met de schaal in Groningen, daarna in het stadhuis. Ik heb het altijd jammer gevonden dat we terugvlogen vanuit Groningen. Als ik dan later kampioenschappen van teams zie en ik zie op viaducten overal mensen staan, dan is dat een gemis, maar we kwamen aan op Zestienhoven en daar stonden ook duizenden mensen; het heeft allebei iets. We gingen dezelfde avond naar het stadhuis met de schaal op het bordes. Dat zijn unieke momenten, daar doe je het voor.”

Je hebt ook een bijzondere band met het Legioen. Ik heb namelijk het idee dat jij altijd een publiekslieveling geweest bent. Hoe zit dat? “Ik deed altijd mijn best en dat deed ik zo goed mogelijk en dat heb ik vanaf het moment dat ik binnenkwam tot aan het moment dat ik wegging, altijd gedaan. Dat hebben de supporters altijd gewaardeerd en dan praat je over wederzijds respect.”

Ga je nog vaak naar Feyenoord? “Te weinig, dat komt ook doordat ik in de weekenden vaak met de kartsport van mijn zoon bezig ben. Mijn zoons hebben wel allebei een seizoenkaart, dus die gaan zoveel mogelijk, maar als een van de kinderen niet kan, dan ga ik mee. Dan zit ik rustig op vak VV te genieten.”

Lees het volledige gesprek met Ed de Goeij in de nieuwste uitgave van Hand in Hand, het magazine van FSV De Feijenoorder. Leden ontvangen het bomvolle magazine op de deurmat. Word hier lid!

Delen

Reacties

Nog geen reacties