'Ze hebben prima verkocht, maar echt spectaculair is het niet'

Feyenoord haalde deze zomer miljoenenbedragen binnen met de verkoop van Igor Paixão, Dávid Hancko, Antoni Milambo en Quilindschy Hartman. In totaal verkochten de Rotterdammers voor bijna 100 miljoen euro aan spelers. Een unicum voor de club, die nooit eerder zoveel geld uit de verkoop van spelers wist te halen. Toch moeten deze opbrengsten niet als spectaculair worden gezien, zo zegt Voetbal International.

Het voetbalplatform wijst allereerst op de toename van de transfergelden die naar Nederland vloeien. “De Eredivisie heeft in 2025 een recordbedrag verdiend aan transfers. Samen haalden de Nederlandse clubs voor 555 miljoen euro op, wat een flinke stijging is ten opzichte van eerdere jaren: 284 miljoen in 2024, 529 miljoen in 2023 en 418 miljoen in 2022.” Volgens VI is die groei niet los te zien van de wereldwijde ontwikkelingen. “De totale transfermarkt is de laatste jaren enorm gegroeid, dus de taart is simpelweg groter geworden.”

Marktaandeel

Om een en ander in perspectief te zetten, dient te worden gekeken naar het marktaandeel van Nederland als voetballand. “Kijk je naar het marktaandeel, dan is het beeld minder indrukwekkend. Nederland was in 2025 goed voor 4,5 procent van de wereldwijde markt, terwijl dat in 2023 nog 5,5 procent was. Het lijkt misschien dat de bestuurders van Feyenoord, PSV en Ajax uitzonderlijk hebben gehandeld. Ze hebben prima verkocht, maar echt spectaculair is het niet, want het Nederlandse aandeel is kleiner geworden.”

Individuele spelers

VI wil dan ook waken voor te veel optimisme. “Ook individuele transfers springen internationaal niet echt in het oog. De duurste uitgaande speler was Jorrel Hato van Ajax, maar hij haalde slechts de dertigste plaats wereldwijd. Malik Tillman (PSV) kwam uit op nummer 47 en Igor Paixão (Feyenoord) op 65. Je hoort als land niet bij de absolute top. Opvallend is wel dat Ajax de hoogste verkoop deed, terwijl de club niet eens in de Champions League speelde.”