frans-reichardt
Columns

Column • "Schrijf maar dat ik mijn excuses aanbied aan Feyenoord"

Frans

'Steef' zie ik op het scherm van mijn mobiel. Steef belt nooit. We appen vaak, maar bellen zelden. Er moet iets mis zijn, dus ik neem direct op. "Hey gozert, hoe is 't?"
Ik hoor hem zuchten. "Haben Sie eine Stunde?"
"Haha. Tien minuten. Ik heb zo een afspraak."
Steef zucht opnieuw. "Ik moet effe wat kwijt."
"Vertel." Ik ben benieuwd wat het kan zijn.
 
"Ik heb iets verschrikkelijks gedaan, geloof ik."
"Oh. Wat dan?"
"Woensdag was ik in De Kuip. Jij was er toch ook met je zoon?"
"Hou maar op, ik heb nog huilbuien."
"Nou, een paar minuten na die 1-3 van Salzburg ben ik weggegaan. In de 88e minuut of zo. De wedstrijd was beslist en een paar minuten eerder bij mijn auto bespaart me een half uur stilstaan op Zuid. Nu was ik om half één 's nachts thuis. Om half zeven gaat het wekkertje weer. "
"Ja?"
"Nou, daar lig ik nu al twee nachten van wakker."
"Haha!"
"Nee, serieus."
"Ik denk 'je maakt een geintje'. Overdrijf je niet een beetje? Ik ben ook teleurgesteld, maar hé, hoe lang kom je nu al bij Feyenoord?"
"Vijftig jaar. Het gaat me er niet om dat we hebben verloren, het gaat me erom dat ik voor het eind van de wedstrijd ben weggegaan. Ik lees nu op social media dat ik geen echte supporter ben en nooit meer hoef te komen."
"Oh, dat. Ja, dat heb ik ook gelezen."
"Ik moet je iets opbiechten. Weet je nog dat we in 1991 in Eindhoven met 6-0 verloren? Daar was jij toen ook bij."
"Dat klopt. Bel je me nou alleen om me te herinneren aan al onze nederlagen? Mijn moeder zei altijd: 'Niet krabben aan de korst'."
"Toen ben ik vijf minuten na rust weggegaan. Romario had toen net 3-0 gemaakt."
"Dat weet ik nog wel, ja."
"Dat had dus helemaal niet gemogen."
"Wie zegt dat?"
"Nou, dat lees ik al dagen op social media."
"Dat lees ik ook, ja."
"Er was een tijd dat we zo slecht speelden dat ik soms pas tegen de rust het stadion inliep en al ver voor het einde weer naar buiten ging."
"Haha. De goeie ouwe tijd, ja. Verschrikkelijk."
"Laatst las ik een oproep om helemaal in het zwart te komen. Heb ik niet gedaan. Later las ik ook een oproep om je sjaal mee te nemen. Dat heb ik toen wel gedaan. Wat denk je? Laat ik 'm in de auto liggen. Gelukkig mocht ik wel zonder sjaal het stadion in."
"Dat moest er nog bij komen."
"Ik lees dat ik moet meezingen. Doe ik ook niet altijd. Ik ken niet eens alle liedjes die ze zingen. Ik versta ze ook niet. Maar ik móet meezingen, anders..."
"... hoef je nooit meer te komen?"
"Ja, precies. Al die jaren dacht ik dat ik als Feyenoord-supporter zelf wel kon bepalen of ik naar een wedstrijd ging of niet en hoe laat ik in het stadion ben en wanneer ik wegga. En of ik juich en wanneer ik juich en of ik schreeuw of zing. Of ik een sjaal of pet draag of niet. Welke kleding ik draag en in welke kleur. Al die jaren was ik zo dom te denken dat ik dat zelf bepaal. Sorry."
"Hé Steef, ik moet zo naar mijn afspraak. Wat kan ik voor je doen?"
"Jij schrijft die columns voor 1908. Dan moet je maar schrijven dat ik mijn excuses aanbied aan Feyenoord en aan het legioen. Ik zal niet meer voor het eind van de wedstrijd weggaan, ik zal alle liedjes meezingen en ik hoor graag wat ik aanmoet als we over twee weken tegen Heerenveen spelen."
"Je zegt dat ik dat moet. Ik moet niks, hè." 
"Oké, dan hoef jij ook nooit meer te komen."


Frans

Delen