Columns
Column • Zo'n nieuw Feyenoord-shirt is altijd weer even wennen
"Dat is een tof shirt, hè?" De eerste die ik bij de verzamel-/ruilbeurs in De Kuip tegenkom, is Wim. De Van Zandvlietzaal hangt vol met Feyenoord-shirts uit zijn privé-collectie. Hij kijkt er vertederd naar. Hij wijst. "Die daar is ook mooi." Elk shirt markeert een tijdperk. Aan elk shirt kleeft de herinnering aan een speler of een prijs. Elk shirt heeft zijn verhaal.
Een paar dagen later lanceert Feyenoord het nieuwe shirt voor seizoen 2024/2025. De reacties zijn wisselend. Zo'n nieuw shirt is altijd weer even wennen. Als Feyenoord in de jaren tachtig in een compleet geel uittenue - geel shirt, gele broek, gele kousen - speelt, hoor ik om mij heen: "Wat is dat nou, joh. Ze lopen erbij als Chiquita-bananen!". In dat gele uittenue wordt Feyenoord in 1984 kampioen. Als je vandaag de dag nog zo'n shirt hebt, wordt er grof geld voor betaald.
Nu komt er elk seizoen een nieuw thuisshirt, een nieuw uitshirt, een shirt voor Europese wedstrijden, een shirt waar Feyenoord misschien nooit in zal spelen, een inloopshirt en een trainingsshirt. Het wachten is op een shirt om te koken, een shirt om te stofzuigen en een shirt om de was op te hangen.
Doordat er elk seizoen iets móet veranderen aan zo’n shirt, is het een prooi geworden voor designers. In de basis is het Feyenoord-shirt simpel: rood en wit. 'Daar kun je niet veel aan veranderen', denk je. Dan ken je designers niet. Die weten niets van voetbalcultuur, clubtradities en alles wat supporters houvast geeft: de clubkleuren, het clubembleem en het shirt.
Als zo'n creatieve geest iets heeft bedacht waarmee het shirt vakkundig is verkracht, moet het nog aan de supporter worden gebracht. Het mediateam bedenkt foto’s, video’s en poëtische teksten om het nieuwe design aan te prijzen als het achtste wereldwonder. ‘In het shirt zijn vloeiende lijnen verwerkt, geïnspireerd door het water dat onlosmakelijk is verbonden met Rotterdam', schreef Feyenoord vorig jaar over het nieuwe shirt. Er had ook kunnen staan: ‘De vloeiende lijnen in het shirt verwijzen naar de golvende manen van John de Wolf in het kampioensjaar 1993'.
Vorig jaar schreef Feyenoord over het nieuwe uitshirt: ‘Het shirt combineert een comfortabel design met historische grafische elementen van Rotterdam en is gemaakt om te schitteren op en buiten het veld'. Een jaar eerder lazen we over het nieuwe uitshirt: ‘Met zijn kenmerkende details en subtiele accenten belichaamt het shirt de identiteit van Feyenoord en haar supporters en is het een symbool van eenheid en loyaliteit voor fans over de hele wereld.’ Leuk bedacht, maar het is natuurlijk je reinste flauwekul.
Het wordt tijd voor een recht-toe-recht-aan rood-wit Feyenoord-shirt zonder sponsornamen en -logo’s, zonder overbodige lijnen of accenten dat door de club met een Rotterdams gevoel voor humor zo wordt aangeprezen: 'Het nieuwe shirt is een verwijzing naar de karakteristieke kale knikker van oud-clubpresident Jorien van den Herik en de oneindige leegte in de visie van oud-directeur Eric Gudde.'
Hoe lelijk sommigen het nieuwe Feyenoord-shirt ook vinden, deze zomer zullen er weer duizenden exemplaren van worden verkocht. We zijn en blijven Feyenoorders en onze clubliefde maakt blind. Als Feyenoord in dit shirt kampioen wordt, zullen we er over dertig jaar op een verzamel-/ruilbeurs vertederd naar kijken, elkaar aanstoten en zeggen: "Tof shirt, hè?".
Frans
Reacties