
Opinie
De eerste seizoenkaart voor Vak-S: “Een vak met reputatie en in die tijd maakt dat me trots”
In 2025 is het vijftig jaar geleden dat supporter Boudewijn Warbroek zijn eerste wedstrijd van Feyenoord bezocht. De redacteur van Hand in Hand, het magazine van supportersvereniging De Feijenoorder maakte hier een boek over. Hierin beschrijft hij persoonlijke belevenissen met de club, plus herinneringen aan de vele sportieve hoogte- en dieptepunten die hij van nabij meemaakte. Hierbij een kleurrijke voorpublicatie.
Eindelijk. In de zomer van 1979 is het voor het eerst mogelijk om een seizoenkaart te kopen voor Vak S. Tot dat moment ben je voor deze tribune aangewezen op het kopen van losse kaarten, elke wedstrijd opnieuw. In 1979 verandert dit en gaat Feyenoord ook voor S seizoenkaarten aanbieden. Hier gaat wel een handtekeningenactie aan vooraf. Op verzoek van supporters tekent doelman Eddy Treijtel als eerste, namens de spelersgroep. Na een tijdje gaat de club overstag.
In mijn eerste seizoen dat ik De Kuip bezoek, 1977-1978, kom ik al snel in Vak S terecht. Dit is vooral een gevolg van de uitwedstrijden. In stadions, steden en treinen her en der in het land kom ik steeds vaker jongens tegen die bij thuiswedstrijden op Vak S zijn te vinden. Het is daarom vanzelfsprekend dat ik daar ook ga staan. Ik voel me helemaal thuis in deze groep en word er ook als vanzelfsprekend in opgenomen. Zo herinner ik me dat we voorafgaand aan de laatste thuiswedstrijd van dat seizoen, op zondag 30 april 1978 tegen NEC, met een stel supporters eerst naar een kermis in Rotterdam gaan, en daarna pas naar het stadion. Overigens zitten er die middag nog geen 5.500 mensen in De Kuip.
Reputatie
Maar goed, het is een heerlijk gevoel. Niet onze afkomst of achtergrond, maar Feyenoord is wat ons bindt. De meeste jongens op S komen uit Rotterdam of directe omgeving. Dat ik toevallig in Ede woon, doet er niet toe. Voor het eerst in mijn leven ben ik geen buitenbeentje meer en dit geeft mijn zelfvertrouwen een enorme boost. Feyenoord en Vak S kunnen bij mij niet meer kapot. Nooit meer. Ik behoor nu tot een groep. En wat voor een. Vak S heeft een reputatie en in die tijd maakt dat me trots. Het gevoel om met een club kameraden door een vreemde stad te lopen, is onbeschrijflijk, of je nu met 25 man bent, met vijfhonderd, of met drieduizend.
Geen enkele twijfel dus, dat ik een seizoenkaart voor Vak S ga kopen zodra dit kan. En die kaart ga ik natuurlijk zelf ophalen. Of het ook op een andere manier kan, bijvoorbeeld via de post, zou ik niet weten, maar ik denk het niet. Het is heel simpel. Onder de Maastribune zit een klein glazen loket met een mannetje erin. Daar meld ik me. Ik zeg hoe ik heet, waar ik woon en dat ik een seizoenkaart voor Vak S wil kopen. Legitimeren is niet nodig. Het mannetje pakt een dikke papieren kaart, draait deze in een typemachine, klopt mijn naam en adres in, en: klaar. Hij overhandigt mij een knipkaart, bij elke thuiswedstrijd zal voortaan een gaatje of hoekje uit het kartonnetje worden geknipt. Voor mij is dit een serieus moment: ik heb mijn eerste seizoenkaart voor Feyenoord in handen. Dit had ik vier jaar geleden, toen ik op het fietsje naar Wageningen croste om mijn allereerste wedstrijd te zien, niet kunnen bedenken. De kaart kost me 125 gulden. Daar moet ik een week of vier, vijf de krant voor rondbrengen.
Spelerskaarten
De seizoenkaart ophalen is trouwens nauwelijks extra moeite. In de zomermaanden ben ik toch al vaak bij De Kuip te vinden, om trainingen te bekijken. Met een Tienertoerkaart kan je tijdens schoolvakanties eindeloos met de trein door het land reizen voor weinig geld. Een buitenkans dus om ook in de zomerstop lekker rond het stadion te hangen en Feyenoord op te snuiven. Als je geluk hebt, delen spelers na de training ansichtkaarten uit met hun foto en handtekening erop. Het trainingsveld ligt naast het stadion. In een van de hoeken van het veld staat een grote blaashal, die ’s winters soms wordt gebruikt voor indoortrainingen.
Een keer word ik tijdens zo’n zomerse training bij De Kuip verrast door de komst van mijn ouders, die weleens met eigen ogen het stadion willen zien waar hun zoon graag zoveel tijd doorbrengt. Zij hebben de moeite genomen om vanuit Ede met de trein naar Rotterdam te komen, een traject dat ik inmiddels al bijna kan dromen. Thuis heb ik dankzij mijn ouders inmiddels aardig wat unieke Feyenoord-spullen die speciaal voor mij zijn gemaakt — al dan niet op verzoek. Mijn moeder heeft gezorgd voor diverse vlaggen, een geborduurd Feyenoordlogo voor op mijn vest, en een wollen sjaal met de tekst ‘Feyenoord Forever Vak S’. Ook mijn vader laat zich niet onbetuigd. In de fabriek waar hij werkt, maakt hij voor mij een rood-wit metalen bordje met een zwarte, gestileerde F erop. Spontaan, als verrassing: een daad van volmaakte vaderliefde.
Tijdens hun onverwachte bezoekje aan De Kuip laat ik mijn ouders het stadion zien. Ze vinden het vooral heel erg groot. Mijn vader maakt een paar foto’s van mij in en bij het stadion. Jammer genoeg heb ik geen idee waar deze foto’s zijn gebleven. Thuis is mijn zolderkamer intussen een soort Feyenoord-museum geworden, boordevol vaantjes, sjaals, vlaggen, buttons, stickers, petjes en alles wat je verder maar kan bedenken. Op mijn bed ligt, als sprei, een vlag met twee enorme Feyenoord-emblemen.
Rondje Kuip
Het is een bijzondere tijd. Op wedstrijddagen kan je nog op je gemak een rondje om De Kuip lopen. De warming-up is meestal op het trainingsveld. Ook de spelers van de tegenstander lopen dwars door het publiek heen naar dat veld toe. De Feyenoord-aanhang mag dan een zekere reputatie hebben, volgens de erecode moeten spelers van de tegenpartij met rust worden gelaten. En dat respect is er ook. Een beetje schelden of intimideren is misschien nog toegestaan, maar daar moet het bij blijven. Uitwedstrijden bezoek je in die jaren op eigen gelegenheid. Ter plekke koop je een kaartje, want die zijn er altijd genoeg. Wat een grenzeloze vrijheid. Lekker op eigen houtje met de trein of auto naar een uitwedstrijd zonder allerlei stewards, combi-regelingen en verplichte uitvakken. Als Feyenoorders zoek je elkaar op in de speelstad of bij het stadion, en in onderling overleg bepaal je waar we gaan staan of zitten. Op die manier is het pas echt een feest om naar het voetballen te gaan.
Boudewijn Warbroek: ‘Een halve eeuw Feyenoord. Herinneringen aan vijftig jaar supporterschap’
Twijfel niet en bestel HIER het boek!
Reacties
De controle maatschappij gaat ten koste van je vrijheid.