“Er is er niet één waarbij je denkt, die maakt nu even het verschil"

Met middenvelder Sebastian Szymański als linksbuiten, baarde de basisopstelling tegen FC Midtjylland opzien. Helemaal omdat klassieke buitenspelers als Patrik Wålemark en Javairo Dilrosun op de bank begonnen.

In FC Rijnmond stelt Feyenoord-watcher Martijn Krabbendam dat de buitenposities toch wel een probleem zijn. “Er is er niet één waarbij je denkt ‘die maakt nu even het verschil’. Slot zegt dat hij er drie nodig heeft om druk te zetten en dat deden Szymański en Jahanbakhsh goed. Maar aan de bal brachten ze te weinig. En zo is het halen en brengen met al die buitenspelers. Het is zoeken aan die flanken.”

De VI-journalist sluit niet uit dat Kuipvrees een rol speelt. "Ik sprak Karim El Ahmadi en die vertelde dat de buitenpositie de lastigste plek in het elftal is. Want je staat zo dicht bij het publiek. Je hoort alles wat ze zeggen. Dat kan bij sommige spelers op de benen slaan. Dat had hij zelf gemerkt toen hij bij Feyenoord speelde. Dat een aantal jongens daar moeite mee hadden”. 

Journalist Michel van Egmond knoopt daar een historische anekdote van oud-directeur Guus Brox aan vast. “In de zestiger jaren had je Pauke Meijers, wat een hele goede technische vaardige speler was, die zich helemaal kapot schrok toen hij voor de eerste keer een goede actie langs de lijn deed. Omdat al die mensen uit enthousiasme opstonden. Die werd doodsbang van zijn eigen stadion. Het is niet een modegril, het bestaat al een halve eeuw in de Kuip. Ze zijn ook wel eens minder enthousiast. En het is ook niet altijd keurig met twee woorden, dat ze hun ongenoegen laten blijken.”