"Er zijn nog een paar minuten te spelen, dan zet je toch die gozer erbij?"

Willem van Hanegem blikt in de AD Podcast terug op de teleurstellende avond van Feyenoord tegen Sturm Graz. De Feyenoord-legende heeft er de pest in. Hij zet vraagtekens bij tactische keuzes en herkent een rode draad dat de club al decennia achtervolgt. 

'De Kromme' zag in Graz allereerst een aardig Feyenoord dat niet het verschil wist te maken. “Wat ik heb gezien in de eerste helft, is dat er een kans of vier om zeep werd geholpen. Door een goede spits”, zo begint hij over Danilo. “Maar wat hij aan het doen was die driekwartier, dat begreep ik niet zo goed. Hij kreeg twee kopballen van dichtbij. Al die mensen hier koppen die binnen.” Met ergernis keek Van Hanegem vervolgens naar de tweede helft. “Toen ik zat te kijken en al die kansen zag, dacht ik: dat gaat fout.”  

Over de vele Oostenrijke kansen is Van Hanegem helder. “Hoe is het in godsnaam mogelijk dat midden voor je goal die gozer vrij staat en die bal kan inkoppen? En daarna komt die bal nog een keer terug en schieten ze hem wel binnen. Maar ook daarvoor waren er al drie kansen, vooral voor die speler met die witte pruik (Emegha, red.). Die had er op een gegeven moment drie in kunnen koppen. En niemand deed wat.” 

Van Hanegem vind het dan ook een tactische misser dat Markus Rasmussen niet inviel. ”Er waren momenten dat er veel werd gekopt voor de goal. We hebben twee goede koppers. En verder hebben we drie kabouters lopen op het middenveld, daar heb je dan niks aan. Ik was op zoek naar nog een grote kopper die we hebben, Rasmussen, maar die zag ik niet en viel ook niet in. Er zijn nog een paar minuten te spelen, dan zet je toch die gozer erbij? Hij is een van de langste mensen in de selectie. Hij kan goed koppen. Dan is het toch vreemd dat je hem niet ziet?” 

Van Hanegem heeft geen boodschap aan het argument dat de spelers overal vandaan komen en nog aan elkaar moeten wennen. “Ik begrijp dat niet zo. Als je wat centen hebt ga je toch niet zoveel spelers halen terwijl de helft niet zo goed is? Dan neem je ze toch niet.”

Van Hanegem baalt van de nederlaag. “Het is je club, daar houd je van”. De oer-Feyenoorder merkt op dat dergelijke verliespartijen te vaak bij de club gebeuren. “Soms zit je te denken aan UT Arad en Fortuna”. UT Arad schakelde in 1970 de Rotterdammers als bekerhouder uit in de Europacup 1 en in 1983 koste een nederlaag tegen Fortuna de landstitel. “Het gaat fout tegen allemaal van die waardeloze clubs. Dat is toch het meest verschrikkelijke wat je je voor kan stellen”, wil Van Hanegem ermee zeggen. “En dat is nu zo lang geleden, en toch blijft het je achtervolgen.” 

Over de vergelijking met UT Arad: “Je hebt gewoon een kans dat je eruit ligt. Nadat je vorig jaar in de finale hebt gestaan. Dat begrijp je toch niet? Het doet wel zeer.”