Feyenoord en FC Utrecht tegenover elkaar in arbitragezaak

In 2018 sloten de topclubs een herenakkoord om van elkaars talenten in de jeugdopleiding af te blijven. In de praktijk bleek de afspraak al snel weinig waard. Intussen is de discussie over talentenroof zo hoog opgelopen dat Feyenoord en FC Utrecht bij de arbitragecommissie zijn beland. Dinsdagavond gingen ze in Zeist de strijd aan over het gentlemen's agreement dat ze zelf hebben afgesproken, zo meldt Voetbal International. 

Feyenoord heeft een arbitragezaak aangespannen naar aanleiding van drie facturen die FC Utrecht afgelopen zomer stuurde. Deze facturen volgden op de overname door Feyenoord van drie jeugdspelers uit de opleiding van FC Utrecht: Boaz Plantinga (14), Finn Baks (14) en Zakaria Ouaissa (9). FC Utrecht claimde 520 duizend euro voor deze drie spelers en verwees daarbij naar het herenakkoord, waarin financiële afspraken zijn vastgelegd voor het geval clubs zich niet aan het niet-aanvalsverdrag houden. Feyenoord beschouwt de facturen als willekeurig en weigert te betalen. Zolang de facturen niet worden ingetrokken, moet Feyenoord het halve miljoen als schuld in de jaarrekening opnemen, wat problemen kan opleveren met de UEFA-licentie.

"FC Utrecht neemt een slachtofferrol aan. We maken allemaal onderdeel uit van een ecosysteem. Wij verliezen spelers aan Ajax, PSV en buitenlandse clubs. Nu staat er bijvoorbeeld weer eentje op de rol voor Bayern München. Intern kunnen we het verlies van talenten niet altijd opvangen, dus scouten we elders. FC Utrecht doet dat ook. Bijvoorbeeld door talenten te halen bij FC Dordrecht, Telstar en Vitesse. Het is eten en gegeten worden. FC Utrecht wil wel eten, maar niet gegeten worden", citeert VI de aanwezige Feyenoord delegatie bestaande uit advocaat Emiel de Joode en huisjurist Joris van Benthem.

Alle clubs hebben recht op compensatie wanneer een talent naar een concurrent vertrekt, wat bekendstaat als de poolvergoeding. Het bedrag dat clubs volgens het poolreglement kunnen declareren, is afhankelijk van hun investeringen in de jeugdopleiding. Door de jaren heen zijn deze standaardvergoedingen aanzienlijk gestegen. Clubs in de hoogste categorie hebben nu recht op 35 duizend euro per opleidingsjaar via deze regeling – hetzelfde bedrag dat wordt genoemd in het herenakkoord. Volgens het poolreglement begint de teller te lopen vanaf elf jaar, terwijl in het herenakkoord geen leeftijdsgrens is vermeld.

FC Utrecht beschouwt het poolreglement en het herenakkoord als twee afzonderlijke afspraken, maar Feyenoord is het daar niet mee eens. Tijdens de arbitragezaak krijgt Feyenoord steun van Ajax en PSV, terwijl AZ zich achter FC Utrecht schaart. Huisjurist van Feyenoord, Joris van Benthem, heeft zich grondig ingelezen in de zaak en verdedigde de club dinsdagavond in Zeist. De arbitragecommissie zal binnen zes weken uitspraak doen.