Series
In Memoriam • Erevoorzitter Cor Kieboom (1901-1982)
28 JULI 1982. Vandaag is de sterfdag van clubicoon Cornelis Rocus Johannes ‘Cor’ Kieboom. Bij leven waren Feyenoord en De Kuip zijn grote passie en trots. Kieboom was meer dan veertig jaar bestuurder, allereerst als penningmeester en later als baanbrekende voorzitter. Zo speelde hij een grote rol bij de realisatie van Stadion Feijenoord en was nauw betrokken bij de totstandkoming van betaald voetbal in Nederland.
De op 10 februari 1901 in Raamsdonksveer geboren Kieboom werd in 1921 lid van Feyenoord, maar kwam niet verder dan het zesde elftal. Zijn grote verdiensten zouden later op het bestuurlijke vlak komen te liggen. Daar legde hij de basis voor de club zoals we die vandaag de dag kennen.
Stadion Feijenoord
In 1927 werd Kieboom benoemd tot penningmeester. In die functie speelde hij een belangrijke rol bij de plannen om een groot voetbalstadion te bouwen in Rotterdam. Voorzitter Leen van Zandvliet had een visie voor de bouw van een stadion met overhellende ringen. Zijn ideeën betekende de inspiratie voor het ontwerp dat uiteindelijk zou leiden tot de komst van Stadion Feijenoord.
Als penningmeester zorgde Kieboom ervoor dat de plannen op een verantwoorde manier konden worden gerealiseerd, steevast met financiële onderbouwing en rugdekking. Bovendien volharde hij in de wens dat het stadion zou verrijzen in Rotterdam-Zuid, helemaal toen er geluiden kwamen dat het mooie stadion op de rechter-Maasoever zou moeten komen. "Joh, wat was ik kwaad. Ik zei: ‘De rechter-Maasoever heeft alles bij ons vergeleken. De linker-Maasoever krijgt dat stadion. Dat ding komt hier! Hoe kon dat nou ook, een stuk Feyenoord op de rechteroever. Jonge, jonge, wat keken ze allemaal hun ogen uit op dat stadion van ons. En wat was dat geweldig voor al die mensen hier. Zo’n stadion, pal naast de deur”, zo schreef Kieboom in 1968 in het 'Gedenkboek ter ere van het zestigjarig bestaan'. De verwachtingen zouden in de daaropvolgende jaren bewaarheid worden. Het stadion werd niet alleen de trots van Rotterdam-Zuid, het bleek daarnaast een ware goudmijn voor de club.
Voorzitter in oorlogstijd
In 1939 werd de toen 38-jarige Cor Kieboom voorzitter, wat hij 27 jaar lang zou blijven. Zijn eerste jaren kunnen als zwaar worden bestempeld. De oorlogsjaren stonden voor de deur en de club mocht op een gegeven moment haar thuiswedstrijden niet meer in De Kuip spelen. Bovendien klonken er stemmen om het stadion te slopen, zodat de Duitsers de grote hoeveelheid staal konden gebruiken. Kieboom loodste de club en het stadion door de oorlogsjaren, maar wist zich lange tijd na de bevrijding in sportief opzicht niet op te richten. De ommekeer kwam toen begin jaren vijftig werd gesproken over de invoering van betaald voetbal, waarvan Kieboom een van de architecten was.
Betaald voetbal
Het was Kieboom die in de zomer van 1954, samen met vertegenwoordigers van Excelsior, Sparta en ADO, de voetbalbond wist te overtuigen dat de komst van betaald voetbal niet viel tegen te houden. Dit gebeurde tijden de zogenoemde ‘slaapkamerconferentie’ in het Hotel Terminus in Utrecht (omdat er geen vergaderzaal beschikbaar was, boekte men een normale kamer), waar de KNVB werd geconfronteerd met de dreigende leegloop van goede spelers, omdat buitenlandse profclubs hen wilden contracteren.
De KNVB ging uiteindelijk overstag. De komst van betaald voetbal bracht Feyenoord volgens Kieboom veel mogelijkheden. Zo kon de club meer doen om te voorkomen dat de beste spelers een buitenlands profavontuur aan zouden gaan. Maar bovenal kon de club eindelijk haar populariteit aanwenden om goede spelers naar Rotterdam te halen. Feyenoord kende een enorme supportersschare die voor een grote financiële slagkracht zorgde. Als amateurclub kon de club die niet aanwenden, maar de invoering van betaald voetbal zou alles veranderen.
Holland Sport
Tot grote verontrusting van Kieboom, dreigde Feyenoord echter onverwacht de overstap naar profvoetbal te missen. De club moest zich allereerst plaatsen voor deelname aan een van de twee te vormen Hoofdklassen, waaruit het daaropvolgende jaar de beste ploegen zouden doorstromen om een nationale Eredivisie te vormen. In de loop van het seizoen 1954/1955 kreeg het er schijn van dat Feyenoord niet bij de eerste acht zou eindigen en zodoende de Hoofdklasse zou missen.
Kieboom bedacht een plan om het naderende onheil af te wenden en zocht contact met de Amsterdamse zakenman Lodewijk Röpcke, de eigenaar en voorzitter van Holland Sport. De Haagse club had wel uitzicht op deelname aan de Hoofdklasse en Kieboom bood Röpcke drie ton om de club te kopen. Op die manier zou Feyenoord op de licentie van Holland Sport alsnog de Hoofdklasse bereiken. Uiteindelijk ging de deal niet door, omdat Feyenoord op het nippertje op eigen kracht een plek in de Hoofdklasse wist af te dwingen. Kieboom wende het geboden geld vervolgens aan om de beste spelers van Holland Sport over te nemen.
Bouwen aan succes
De komst van betaald voetbal bracht Feyenoord veel voorspoed. Met een uitgekiend transferbeleid legde Kieboom het fundament onder een nieuwe bloeiperiode van de club. Feyenoord trok onder andere topschutter Cor van der Gijp en het jonge talent Coen Moulijn. Later haalde het spelers als Eddy Pieters Graafland, Reinier Kreyermaat, Hans Kraaij, Willem van Hanegem, Rinus Israel en Frans Hasil. Kieboom loodste Feyenoord richting een nieuwe bloeiperiode. Onder zijn voorzitterschap behaalde de club vier landskampioenschappen en won het eenmaal de beker, maar bovenal legde hij de basis voor de grootste successen uit de clubgeschiedenis.
Einde van een tijdperk
In de zomer van 1967 werd Kieboom getroffen door een ernstige maagbloeding, wat ervoor zorgde dat hij zijn voorzitterschap van Feyenoord moest opgeven. De club benoemde hem direct tot erevoorzitter. In die hoedanigheid kon hij van dichtbij de oogst meemaken van wat hij zelf had gezaaid, met het landskampioenschap in 1969 en de winst van de Europa Cup I en Wereldbeker in 1970.
Na een ziekbed van een jaar, overleed op 28 juli 1982 de toen 81-jarige Cor Kieboom.
Reacties
Je hebt ook gelijk dat in de periode Arie Haan bleek dat de problemen inmiddels 'dieper' lagen maar dat had alles te maken met het handhaven van 'de Kromme' terwijl Jansen in 1993 al de conclusie had getrokken dat dat niet in het belang van Feyenoord was. De Kromme mocht daarna nog2 jaar aan rommelen met alle gevolgen van dien.
Wat velen daarnaast niet in willen zien is dat het een collectief falen was in ‘96 en niet alleen dat van Willem. Van den Herik die alom wordt bewierookt heeft in dat opzicht opzichtiger gefaald dan Willem dat ooit heeft gedaan.
Ja, het was een matige coach, so what? Dat doet in geen enkel opzicht af aan hetgeen hij ons heeft gebracht. Tot op de dag van vandaag is hij ons grootste uithangbord en meest invloedrijke speler die we gehad hebben, dan kun je hem ondanks alle sentimenten en verwijten niet uit bovengenoemd rijtje laten.
Dat hij een uithangbord is, zegt meer over de gemakzucht van de media dan over Van Hanegem. Wat heeft de man dan voor Feyenoord gedaan als hij er geen aandacht mee kan generen? Helemaal niks. Alleen kwezelige hielenlikkers als Nico Dijkshoorn trappen in de act van goocheme onnozelaar die Van Hanegem opvoert. En dat hij als trainer-coach schromelijk tekort schoot leidde tot een selectie die per seizoen zoveel kaarten pakte dat je de Nachtwacht ermee kon afplakken en tot stompzinnige rellen als de 'Den Helder-affaire' . Kortom die zwakte mag wel degelijk medebepalend zij voor het bepalen van de positieve waarde van Van Hanegem voor Feyenoord.
Het gevoel van Van Hanegem voor Feyenoord zal in aanleg oprecht zijn maar het is de aanhankelijkheid van een kleuter dus in wezen egocentrisch. Het gevoel van Jansen was doorleeft en ingetogen. Het speelde meestal op de achtergrond omdat het hem om de club ging en niet om zichzelf.
Willem van Hanegem en Franz Hasil zijn inderdaad van na zijn periode als voorzitter.
Zonder die twee waren we nooit wereldkampioen geworden. Ik was toen nog niet geboren maar ik heb natuurlijk wel de hele wedstrijd van de finale tegen Celtic gezien. Voor mij was Hasil een van de uitblinkers.
Toen Cor Kieboom Reiner Kreijermaat en Jan Klaassens (naam ontbrak) kwamen de successen.
Cor Kieboom had makkelijk nog voorzitter kunnen zijn begin jaren '70. Toen hij ziek werd, was Guus Couwenberg er als de kippen bij om voorzitter te worden. Die twee waren water en vuur.
Maar mooi verhaal!
Goed dat deze Feyenoord-legende hier wordt herdacht.
Voor mij vormt hij met Puck van Heel, Coen Moulijn en Wim Jansen het superkwartet van de Feyenoord-geschiedenis. Er zijn nog veel andere iconische personen geweest, van Adriaan Koonings en Manus Vrauwdeunt tot Giovanni van Bronckhorst en Arne Slot, maar dit viertal ontstijgt ze allemaal nog.
En dan die prachtige uitspraak "Waar staat geschreven dat je consequent moet zijn?" Die is echt voor de eeuwigheid.