27

Peter Bosz met de KNVB Beker. Foto: Piet Bouts / FSV De Feijenoorder

Series

Trophy Story • Bekerwinst 1992: ‘ ‘Blij dat de mensen op de tribune zijn gebleven'

Dennis

10 MEI 1992. Het bekeravontuur begint dit seizoen in eigen huis tegen MVV. De Maastrichtenaren hebben een aardig elftal, maar dat lijkt er deze koude novemberavond weinig zin in te hebben. Net als het publiek overigens, dat met slechts 3.444 zielen is komen opdagen. De wedstrijd eindigt in 1-0 door een doelpunt van Stanislav Griga. De mensen hadden al een tijdje niet meer van de spits gehoord en zien dat de Tsjech gelukkig nog leeft. Anders dan de uitslag doet vermoeden, is het geen wedstrijd om wakker van te liggen.

Met het nemen van de Maastrichtse horde, is overwintering in het bekertoernooi meteen al een feit. Direct na de jaarwisseling wacht RBC in Roosendaal. In het stadionnetje van de eerstedivisionist hebben de Rotterdammers het nog knap lastig. Totdat conditie een rol gaat spelen. Bij RBC raakt de pijp leeg en het is wachten op de beslissing in Rotterdams voordeel. Maar zoals zo vaak in die tijd, kan je dan wachten tot je een ons weegt. De bal vliegt overal heen, behalve in het doel. Een kwartier voor tijd mag Kiprich het veld in. En met succes. Vlak voor tijd forceert hij met een kopbal de beslissing. 1-2. Het is niet overtuigend, maar de kwartfinale is bereikt.

Winst in Klassieker
Daarin ontvangt de Stadionclub met Ajax een oude bekende, dat wordt ontvangen in een zinderende atmosfeer van een uitpuilende Kuip. Je zou bijna denken dat dit de finale is, zo uitbundig gaan de fans tekeer. Onder de lampen van de vier lichtmasten ontspint zich een boeiend bekergevecht, dat uitgerekend door Rob Witschge wordt beslist. De Amsterdammer in Rotterdamse dienst wordt door Metgod in de diepte gevonden. Witschge neemt de bal aan en rondt met zijn chocoladebeen af. Wanneer de bal langs de uitgelopen keeper Stanley Menzo vliegt, ontploft het stadion. Met 1-0 op het scorebord sluit de granieten defensie zich ogenblikkelijk. Wat Ajax ook probeert, elke aanvalsgolf wordt redelijk eenvoudig tenietgedaan.

De halve finale wordt een lange zit. Na 1-1 in de reguliere speeltijd, krijgt Feyenoord stadgenoot Sparta pas na strafschoppen op de knieën. Feyenoord benut ze alle vijf. De Goey pakt één Spartaanse inzet en zodoende wordt wederom de finale gehaald. Op 10 mei 1992 treffen de Rotterdammers daarin Roda JC. De geel-zwarte formatie heeft zich een weg richting de Kuip gebaand langs de amateurs van SV Meerssen, FC Groningen, FC Utrecht en Telstar. Zoals gebruikelijk bij finales hangt er een elektrische sfeer in het magische stadion. Wanneer de kruitdampen zijn opgetrokken zien de stampvolle tribunes de volgende spelers:

Feyenoord: De Goey, Heus, De Wolf, Fraser, Metgod, Scholten, Bosz, Witschge, Taument, Kiprich, Blinker.

Roda JC: Bolesta, Senden, Luypers, Verhagen, Ter Avest, Broeders, Hofman, Hanssen, Boerebach, Arnold, Huiberts.

Spijkerhard
Roda JC mag dan de underdog zijn, het team is niet van plan zich de kaas van het brood te laten eten. Vooral Kiprich merkt dat meteen. De wedstrijd is nog maar net bezig of hij wordt onder de zoden geschopt. Verhagen heeft meer oog voor zijn kuitbeen dan de bal. De harde tackle is de aanzet voor spierballenvoetbal. Letterlijk. Feyenoords raakt geïrriteerd door de spijkerharde speelwijze van de Kerkraders. Niet veel later lijkt Fraser een peuk uit te trappen, maar het is het been van Michel Boerebach. Binnen twintig minuten toont scheidsrechter Mario van der Ende al zes gele kartonnetjes. Daarbij hadden ook zomaar een paar rode exemplaren kunnen zitten. De toeschouwers zien fysieke aanslagen die naadloos passen in een potje freefight. Toch rolt er tussen de vechtende spelers ergens een bal. Na een krap half uur wordt die door Kiprich opgepikt, wiens actie ternauwernood over de achterlijn wordt gewerkt. Bij de hoekschop van Blinker tast vervolgens iedereen mis, waarna De Wolf keihard binnenkopt. Als een welgemikte uppercut slaat de bal tegen de touwen.

Achter de hekken
Kon Roda JC het begin nog aardig bijbenen, na de voorsprong van de Rotterdammers zakt de ploeg als een plumpudding in elkaar. Het hele seizoen toont Feyenoord zich al een moeizaam scorende formatie, maar in deze finale is het plotseling uiterst slagvaardig. Vlak voor rust wordt Taument door Scholten gelanceerd. De buitenspeler sprint vervolgens de hele Roda-defensie aan gort, om daarna soepel om de keeper heen te glijden en de bal in het lege doel te schuiven. 2-0. En vlak na rust is het verzet helemaal gebroken. Op rechts stuurt Kiprich met een steekbal Taument de diepte in. Die trekt de bal voor waarna de doorgelopen Kiprich in de korte hoek kan binnenslepen. Daarmee schiet de Hongaar de wedstrijd in het slot. Met 3-0 is het de wedstrijd uitzingen. Zowel letterlijk als figuurlijk. Het Legioen neemt alvast een voorschot op de bekerwinst. En dit keer blijft iedereen netjes achter de hekken. Ook wanneer Van der Ende voor het laatst fluit.

Het biedt de spelers de gelegenheid een feestje op het veld te vieren. En dit keer kan bondsvoorzitter Jo van Marle in alle rust de beker aan John Metgod uitreiken, zonder zich zorgen te hoeven maken dat deze uit zijn handen wordt gegapt door een brutale supporter. Op een gammel tafeltje staat de KNVB Beker op Metgod te wachten. Daarnaast een stapel platte doosjes. A4 formaat, zo lijkt het. Het is onduidelijk of hierin het wedstrijdformulier, oorkondes of medailles zitten. Of misschien zitten er wel consumptiebonnen in voor de bobo’s, want die drentelen in overvloed rondom de bokaal. Allemaal nerveus wachtend op de aanvoerder van Feyenoord. Wanneer de Roda JC-spelers hun verliezersmedaille – waarom bestaan die dingen eigenlijk – hebben opgehaald en het arbitrale trio traditiegetrouw is uitgefloten, stapt Metgod naar voren. Niet veel later steekt hij de geprolongeerde cup in de lucht. De 45.000 doen de Kuip op zijn grondvesten trillen en maken zich op voor de ereronde. Feyenoordspelers huppelen niet veel later langs de hekken, daarbij de zojuist ontvangen bloemen het publiek in smijtend. Het zijn rood-witte bossen, wat verraadt dat ergens in de catacomben emmers vol geel-zwarte staan te verpieteren. De supporters gooien op hun beurt clubattributen richting het speelveld. Petjes en sjaaltjes, de spelers gaan ermee aan de haal. Onder aanvoering van Metgod trekt het zooitje in polonaise langs de tribune. Heus, Fraser, De Wolf, Witschge en Kiprich. Het is een mooi treintje. Ondertussen wordt Sjaak Troost op de schouders gehesen. Deze oer-Feyenoorder heeft als invaller zijn laatste officiële wedstrijdminuten gemaakt. De beker is zijn laatste kunstje. Hij gaat met voetbalpensioen.

'Feyenoord, we houden van die club...'
Kiprich is als een van de eersten terug in de kleedkamer. Daar zet hij zijn tanden in een lange vinger. Wat goed is voor kinderen, is ook goed voor profvoetballers zullen we maar zeggen. ‘He playboy’, roept de Hongaar wanneer De Wolf komt binnen sjokken. De verdediger gaat languit op de massagetafel liggen en nipt aan een glas champagne. Geen chique glas, meer type Xenos. ‘We hebben er nou tenminste een beetje van kunnen genieten’, laat De Wolf weten. ‘Ben blij dat de mensen op de tribune zijn gebleven. Waren we toch een beetje bang voor’. Zo hebben de spelers eindelijk hun ereronde gekregen, die vorig jaar zo in de soep liep. In de kleedkamer ontstaat een uitgelaten stemming. ‘Daar moet op gedronken worden hí, há, hó,’ zingt Heus op een manier die verraadt dat hij alvast is begonnen. Fraser drinkt rechtstreeks uit een magnum champagnefles, bang dat Heus anders in zijn eentje de bodem aantikt. Kiprich heeft ondertussen ook een glaasje weten te bemachtigen en tikt deze weg. ‘Feyenoord we houden van die club…’, begint Heus in zijn uppie te zingen. Hij ontpopt zich als een ware gangmaker. ‘Feyenoord, op weg naar weer een cup’, vult Witschge hem aan. ‘We zijn niet te stoppen, we blijven nu gaan…’, zingen nu meerdere spelers tegelijk. Alleen de Roemenen Sabau en Damaschin kijken wat verward.

Coolsingel
Ondertussen zijn De Wolf en Witschge het grote bad in gedoken en schreeuwen dat ze met de beker willen knuffelen. Kijkend naar het feestgedruis heeft trainer Wim Jansen zich een beetje afgezonderd. Voor de tweede keer als interim-trainer pakt hij de KNVB Beker. Of er een verschil is met vorig jaar, wordt hem gevraagd. ‘Een jaar geleden stonden we op de Coolsingel en nu staan we ook op de Coolsingel. En ik heb het gevoel dat er wat meer mensen staan dan vorig jaar.’ Dat gevoel wordt snel bewaarheid, want diezelfde dag nog vertrekt de selectie richting het stadhuis. Daar staat de burgemeester te wachten met felicitaties en misschien wel een stuk taart. Als hij maar niet gaat speechen. De spelers willen naar het bordes, waar zich 60.000 dolenthousiaste supporters hebben verzameld. Voor het tweede seizoen op rij staan de mensen elkaar te verdrukken op de Coolsingel.

Gouden tijden lijken te herleven. De huldiging op de Coolsingel is de spetterende afsluiting van een memorabel seizoen. Eentje met een glimlach van oor tot oor. Lang deed de club mee om de landstitel en op een haar na werd de Europa Cup II-finale gemist. Met de KNVB Beker volgt alsnog de bekroning.

Delen

Reacties

Nog geen reacties