22-1

Piet Bouts / FSV De Feijenoorder

Series

Trophy Story • Bekerwinst 1995: "Kiepenvel als ik denk aan hoe hard de supporters voor mij zongen"

Dennis

25 MEI 1995. Feyenoord mag zich gaan opmaken voor een vierde bekerfinale in vijf jaar tijd. De club lijkt een abonnement te hebben op de Dennenappel. Trainer Willem van Hanegem laat zich verleiden te zeggen dat de KNVB net zo goed meteen die beker kan geven. Dan hoeven ze er niet zo hinderlijk voor te voetballen. De grappende trainer krijgt zijn zin niet. Voor de beker van het seizoen 1994/1995 dient gewoon te worden gevoetbald.

Tegenstander in de eindstrijd is het verrassende FC Volendam. Zoals zo vaak mondt een bekerfinale voor Feyenoord uit in een thuiswedstrijd. In de hoek van het stadion is één vak gereserveerd voor de supporters van FC Volendam. Om het vak te vullen dient het hele dorp uit te lopen en dat lijkt aardig gelukt. Voor de rest puilt de Kuip uit met supporters van de club van rood en wit. Allen in afwachting van wederom een Rotterdams feestje. Dat Ajax een dag eerder in Wenen de Champions League heeft gewonnen, daarover wordt met geen woord gerept. De KNVB schrapt zelfs een openbare blijde boodschap voorafgaand aan de finale, in de wetenschap dat Nederlands succes niet overal uitbundig wordt meegevierd. De enige keer dat de naam van de hoofdstedelingen valt, is wanneer over Obiku en zijn sudden death goal in de halve finale tegen de aartsrivaal wordt gepraat. Dat kan niet vaak genoeg in herinnering worden geroepen.

Afscheid
Bovenal is vandaag het gespreksonderwerp József Kiprich en zijn naderende afscheid. Eigenlijk is de wedstrijd een hinderlijke onderbreking, maar voor de club desalniettemin extreem belangrijk. Winst in het bekertoernooi is de enige manier om nog rechtstreeks Europa in te gaan en daarmee de teleurstellende competitiesmaak weg te spoelen. In dat geval blijft de club een lange Europese vluchtroute langs het Intertoto-circus bespaard. En de spelers kunnen een lekker lange vakantie boeken. Kiprich start op de bank in wat zijn laatste wedstrijd in Rotterdams dienstverband zal zijn. Om de wedstrijd voor hem een speciaal tintje te geven, is zijn zoon Dániel de wedstrijdmascotte. Terwijl zijn vader trots vanaf de zijkant toekijkt, loopt het mannetje met de volgende elftallen het veld op:

Feyenoord: De Goey, Schuiteman, Van Gobbel, Fraser, Heus, Trustfull, Bosz, Witschge, Blinker, Larsson, Taument.

FC Volendam: Zoetebier, Binken, Ooijer, Molenaar, Hermans, Steur, Wasiman, Wilson, Vukov, Smeets, Stefanovic.

Zoals zo vaak met finales, is ook deze niet hoogstaand. Dat geeft niet, als je hem maar wint. Gaston Taument schiet Feyenoord al na zeven minuten op voorsprong. Ontsnapt aan de buitenspelval jaagt hij het leer diagonaal langs Edwin Zoetebier. Na dit hoogtepunt daalt het niveau zienderogen. Direct na rust schiet André Wasiman de Volendammers prompt langszij en doet daarmee de oranje stip in het stadion exploderen. ‘We gaan Europa in’, wordt enthousiast ingezet. De in het oranje gehulde supporters zien dat hun elftal prima kan meekomen. De brave dorpelingen laten zich echter op de cruciale momenten intimideren door de krachtpatsers van Feyenoord. Fraser, Bosz en Heus laten zich stevig gelden. Op de rand en erover. Scheidsrechter Jaap Uilenberg verzuimt gaandeweg wat Feyenoorders weg te sturen.

Mike Obiku
Uiteindelijk beslissen de Rotterdammers met het mannelijke voetbal wel het duel. Wie anders dan Mike Obiku – ingevallen voor Larsson – maakt de winnende. Obiku raakt de bal niet eens goed, maar het resultaat is een voltreffer. Het shirt gaat weer uit. Na zijn goal tegen Ajax en de winnende in de finale, is de cup met recht de cup van Obiku. De held van de dag. Toch praat vandaag iedereen overwegend over één man, en dat is niet de Nigeriaan. Al vanaf de aftrap gaat het ‘Jóóózsef! Jóóózsef!’ door het stadion. Na de goal van Obiku is dat niet anders. Terwijl de Nigeriaan nog in zijn blote bast staat en naarstig de opening van zijn shirt zoekt, gaat de aandacht alweer uit naar Kiprich die zojuist de dug-out heeft verlaten om zich warm te lopen.

József Kiprich
Het Legioen komt in totale vervoering. Tien minuten lang sjokt hij langs het veld. Beetje huppelen, rekken en strekken. Daarbij verwachtingsvol kijkend naar de bank, wachtend op het verlossende seintje. Ondertussen smeekt de Kuip non-stop. Van Hanegem wacht alleen op de beslissende 3-1 om het Kiprich-feestje te laten beginnen. Maar hoeveel minuten er ook verstrijken, die luxe krijgt hij niet. En dus gaat het Legioen vrolijk door met zaniken. Onafgebroken klinkt de naam van de Hongaar. Bang als de supporters zijn dat straks de wedstrijd is afgelopen zonder dat hun favoriet op het veld heeft gestaan. Kiprich zegt daar later over: ‘Ik heb nog kiepenvel als ik denk aan hoe hard de supporters voor mij zongen’.

Gedurende de wedstrijd heeft het nodige hak- en sloopwerk plaatsgevonden, wat resulteert in een sloot aan extra tijd. Dat is Kiprich’ geluk. In de 93ste minuut gaat alsnog het trainingspak uit en het bord met rugnummer 14 de lucht in. ‘Jóóózsef, Jóóózsef! Vijftigduizend uitzinnige fans begeleiden hun held bij zijn laatste gang naar de heilige grasmat. Gerard Meijer geeft hem een knuffel en tikt hem bemoedigend op de billen. Kiprich geniet. Nog één keer maakt hij een schijnbeweging en heft nog maar eens verongelijkt zijn armen ten hemel. Nog één keer trekt hij een sprint die meer weg heeft van een haperende koude diesel. Het is een afscheid meer dan in stijl. De finale duurt voor Kiprich welgeteld 5 minuten en 5 seconden, waarvan het spel merendeels dood ligt. Onder heftig geklater van de tribunes beroert hij exact één keer de bal. Die legt hij overigens keurig breed op Heus.

De laatste minuten van Kiprich in het Feyenoordshirt worden begeleid door de fans. ‘József bedankt!’, ‘There is only one József Kiprich’ en het inmiddels klassieke ‘Jóóózsef! Jóóózsef!’ rollen naadloos in elkaar over. Wanneer Uilenberg voor het laatst fluit, heeft Feyenoord de beker gewonnen. Het Legioen haalt opgelucht adem. Europees voetbal is binnen. Maar dat lijkt bijzaak vandaag. De aandacht van het hondstrouwe publiek gaat uit naar de afscheid nemende Hongaar. Deze man – met de hangende schouders, het slenterende loopje en immer moe of onderweg naar moe – wist zes jaar lang de Kuip op zijn kop te zetten. En hij hoefde er alleen maar te zijn. Zelf heeft Kiprich nooit zijn populariteit kunnen verklaren. ‘Ik heb nooit iets speciaals gedaan om op te vallen en ben nooit bewust met mijn imago of zoiets bezig geweest. Ik ben altijd mezelf gebleven.’ Precies dat ja.

Tranen
In afwachting van de bekeruitreiking neemt Orlando Trustfull de volksheld op de schouders. Niks meerdere spelers, het is Trustfull in zijn eentje. Een prachtig gebaar. Met de massa drukkend op zijn schouders ziet Trustfull zichtbaar af. Als we eerlijk zijn, heeft Kiprich her en der wel wat overtollige kilo’s. ‘József bedankt!’ rolt minutenlang van de tribunes. Totaal overdonderd door de bijna religieuze manier waarop het Legioen afscheid van hem neemt, wordt het Kiprich te veel. Hij barst in tranen uit. Met een rood aangelopen gezicht zwaait hij naar zijn publiek totdat hij er een lamme arm van krijgt. Heel Rotterdam huilt vandaag een beetje met hem mee. ‘Ik had niet verwacht dat het afscheid zo zwaar zou zijn. Maar dit is onvergetelijk, prachtig. Ik wil de supporters nogmaals bedanken. Ik zal Feyenoord nooit vergeten’, aldus de geëmotioneerde Hongaar. Als nestor en middelpunt van de belangstelling leidt hij even later de polonaise op de klanken van ‘I will survive’ van de Hermes House Band. Zijn laatste rondjes door zijn geliefde stadion, langs de mensen die hem zo dierbaar zijn.

Het is Ed de Goey die als eerste de Amstel Cup krijgt overhandigd. Begeleid door een oorverdovend gejuich. De beker gaat daarna van hand tot hand. Wanneer Obiku de beker omhoog steekt, laait het enthousiasme extra op. De Nigeriaan, die zo belangrijk is geweest dit toernooi, verdient de speciale aandacht. En hij geniet er ook zichtbaar van. Hij knuffelt de cup en wil deze eigenlijk niet meer afstaan. Iedere speler wordt zo bejubeld, al is het vooral wachten totdat het zilverwerk in handen van Kiprich belandt. Hij heeft maar kort in het veld gestaan en alleen een balletje breed gelegd, maar wordt er de man van de wedstrijd mee. Al kan je je afvragen of hij voor die titel überhaupt binnen de lijnen had hoeven komen. Even later tilt Kiprich vol trots – en onder luid ‘Jóóózsef! Jóóózsef’ geloei – de voor hem bekende beker in de lucht. Zijn vierde.

Het is Hemelvaartsdag 1995. József trekt de poort achter zich dicht, maar het hart blijft wagenwijd open.

Delen

Reacties

Nog geen reacties