Van Persie "Het zit net niet mee dat de derde niet valt"

Na de exit van Feyenoord onder 19 in de UEFA Youth league (3-2 verlies), verlaat hoofdtrainer Robin van Persie met opgeheven hoofd het toernooi: "Ik denk dat een aantal jongens van deze groep heel dicht tegen profvoetbal aanzitten”

Feyenoord onder 19 beleefde vandaag een wedstrijd met twee gezichten. In de eerste helft werd het ondersteboven gelopen door de leeftijdsgenoten van Bayern München waardoor het bij rust al 3-0 stond. "Het was een wedstrijd met twee gezichten. De eerste helft hadden we het heel zwaar. We komen terecht achter, creëren te weinig en waren in de duels niet scherp genoeg. Dan zie je gewoon dat Bayern een sterke ploeg is”

In de tweede helft kwam het team van trainer Robin van Persie sterker de kleedkamer uit. De Duitsers mochten uiteindelijk van geluk spreken dat de gelijkmaker niet viel. "Als je dan ziet hoe we vanaf de eerste minuut in de tweede helft beginnen. Tot de aller laatste seconde hebben we het fantastisch gedaan, hebben we reclame voor de club gemaakt en het team. Het was knokken voor iedere meter. Het spel was ook heel goed, we creëerden veel kansen. Het zit net niet mee dat de derde niet valt. Maar goed ik heb toch tegen de jongens gezegd dat het knap is als je zo sterk terug kan komen in de wedstrijd. Dat betekent ongelooflijk veel dingen: dat de spelers beschikken over veerkracht, mentaal ongelooflijk sterk zijn maar ook fysiek. De jongens zijn heel diep gegaan. Sommige jongens zaten tegen kramp aan, anderen hadden kramp.”

Uiteindelijk werden de drie goals in de eerste helft de ploeg van trainer Van Persie fataal. Toch vindt van Persie dat zijn ploeg het toernooi met opgeheven hoofd verlaat. "Dit is uiteindelijk in hun reis naar profvoetballer worden een ongelooflijk mooie ervaring voor ze. Ongeacht wat er hier vandaag is gebeurd, gaat hun reis morgen verder. We hadden graag gewonnen hier. Daar hebben we alles aan gedaan. Morgen gaat hun reis verder om hun volgende stap te maken in hun ontwikkeling en in hun reis naar profvoetballer worden. Ik denk dat een groot aantal jongens van deze groep heel dicht tegen profvoetbal aanzitten, dat hebben ze vandaag aangetoond.”