
Nieuws
Van shirtsponsors tot stadionreclame: de rol van gokbedrijven in het Nederlands voetbal
Dat er ongelooflijk grote bedragen rondgaan in het voetbal, daar zal geen Feyenoord-supporter van opkijken na de miljoenenaankopen als Dávid Hancko, Quinten Timber en eerder uiteraard Santiago Gimenez. Niet alleen gaat er veel geld uit, maar er komen uiteraard ook flinke bedragen binnen.
Voor veel grote clubs zijn vooral shirtsponsors belangrijk, net als stadionreclame, want daar komen miljoenen per jaar mee binnen. De betalende partijen zijn vaak grote, internationale gokbedrijven, maar in Nederland zit dat net even iets anders. Welke rol spelen zij nu en wat gaat er in 2025 veranderen?
Aanvankelijk toegestaan, maar van korte duur
Toen online gokken gelegaliseerd werd in Nederland en de eerste gokbedrijven hun licentie kregen, begonnen de onderhandelingen tussen de voetbalverenigingen (en andere sportclubs) en de casino’s al snel over de mogelijkheden en kosten van shirtsponsoring en uiteraard reclame in en rond het stadion. Hier waren flinke bedragen mee gemoeid, zeker omdat de Nederlandse gokmarkt groot en interessant is voor de aanbieders van casino games. Casino’s en bookmakers wilden graag hun naam in het zicht hebben zodat sportliefhebbers deze constant zouden zien, uiteraard om ervoor te zorgen dat toeschouwers bij hen zouden komen spelen.
De Kansspelautoriteit zag zich echter al snel genoodzaakt om de overmatige gokreclame te remmen in Nederland. Het aantal reclameberichten van gokbedrijven op radio en televisie was bijzonder hoog en de toezichthouder besloot dat dit schadelijke gevolgen kon hebben voor Nederlanders.
Daarom werd besloten dat alle ongerichte reclame (reclameboodschappen waarbij niet duidelijk is wie de ontvanger is en waarbij de ontvanger er niet voor kan kiezen om de reclame niet te zien) te verbieden. Het verbod ging al binnen zeer korte tijd in. De reden achter het verbod is simpel: voorkomen dat minderjarige en zwakke (verslavingsgevoelige) mensen onbedoeld en ongewild in aanraking komen met reclames voor activiteiten waar zij voor geweerd zouden moeten worden. Het verbod geldt overigens niet alleen voor radio en televisie, maar is veel breder en heeft ook betrekking op mailing, kranten en reclame-uitingen in het publieke domein.
2025: het jaar waarin de namen van casino’s uit het voetbal verdwijnen
Shirtsponsoring en reclame in de stadions van voetbalclubs zijn echter ook ongerichte reclamevormen en daarom werd besloten dat dit ook niet langer toegestaan zou zijn. Aangezien het hier echter gaat om langer lopende contracten en grotere bedragen, besloten de Ksa en Nederlandse overheid enigszins coulant te zijn. Het verbod werd niet direct actief. Er werd besloten dat reeds afgesloten contracten uitgezeten mochten worden tot uiterlijk 2025. Dat betekent dat we in 2025 de laatste casino’s, bookmakers en andere gokbedrijven uit het Nederlandse voetbal zien verdwijnen.
Al snel bleek hoe streng de naleving zou zijn, want toen PEC Zwolle een afbeelding van aanvoerder Bram van Polen aan de IJsseltoren wilde hangen, kreeg de club te horen dat dit niet toegestaan was omdat er een casino op het shirt stond en dit in strijd was met de regels.
De gevolgen voor de Nederlandse voetbalclubs
Hoewel het besluit tot het verbieden van ongerichte reclame logisch is, is het wel een besluit dat schadelijke gevolgen kan hebben voor de Nederlandse sport. Tegenover het beschermen van minderjarigen en zwakkere mensen in de samenleving staat het verlies van flinke bedragen die de verenigingen nu mislopen. Uiteraard gaan zij nog altijd sponsordeals aan met andere bedrijven (die zich niet in de goksector bevinden), maar de bedragen die hiermee gemoeid zijn, zijn aanzienlijk lager dan de bedragen die we voor shirtsponsoring en stadionreclame zien wanneer grote voetbalclubs samenwerken met internationale casino’s.
Betekent dit dat de Nederlandse voetbalclubs de broekriem aan moeten trekken en op de centen moeten gaan letten? Dat lijkt niet het geval te zijn, want de clubs hebben in het verleden deze deals ook niet gehad en staan vooral bekend om het opleiden van jeugd en slimme transacties (en steun van de supporters) om zo een financieel gezonde vereniging te zijn. Daar staat wel tegenover dat het een aderlating geweest is en veel Nederlandse topclubs het verbod als een bittere pil hebben moeten slikken en uiteraard ook hebben geprobeerd te lobbyen om het verbod tegen te gaan.