Nieuws
Vente blikt terug: "Nooit het gevoel gehad dat ik écht op weg was om de eerste spits te worden"
Dylan Vente was voorheen een groot talent op Varkenoord, maar heeft het helaas niet gemaakt in het eerste elftal van Feyenoord. De Nederlands-Surinaamse spits timmert aan de weg en is afgelopen zomer na een buitenlands avontuur teruggekeerd naar Nederland, waar hij nu speelt bij PEC Zwolle. In een gesprek met Voetbal International blikt de 25-jarige spits terug op zijn moeilijke tijd bij Feyenoord.
Dylan Vente maakte afgelopen zomer de stap naar PEC Zwolle en debuteerde tegen Feyenoord. "Dat voelde toch wel bijzonder. Feyenoord is de club waar ik mijn hele leven supporter van ben geweest en waar ik veertien jaar heb gezeten. In de opleiding was ik een speler die altijd heel veel doelpunten maakte. Het was misschien zelfs iets té extreem, want mensen kregen hele hoge verwachtingen van mij. Ik ben trots dat ik het eerste elftal heb gehaald, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik écht op weg was om de vaste eerste spits te worden. Ik had met Nicolai Jørgensen en later ook Robin van Persie geweldige spelers voor mij staan en zelf was ik simpelweg nog niet ver genoeg."
"Toch ging het in het begin nog best goed. Giovanni van Bronckhorst haalde mij bij het eerste elftal en liet me debuteren in de Champions League, tegen Manchester City. Later scoorde ik bij mijn basisdebuut in de Eredivisie tegen Sparta en een paar maanden later maakte ik er twee tegen Willem II. Ik pakte mijn minuutjes mee, maar stond toch wel een beetje stil in mijn ontwikkeling. Ik was te goed voor de A1, dus dan wil je op de bank zitten bij het eerste elftal, maar vaak kwam ik dan niet in de ploeg. Jong Feyenoord speelde destijds nog maar eens in de zoveel weken een wedstrijd en dan kon ik ook niet eens altijd meedoen, omdat ik dan met het eerste elftal mee was. Zo waren er periodes dat ik wekenlang geen enkele wedstrijd speelde."
"En dan werd je opeens weer de kooi ingegooid met vijftigduizend man om je heen. Dat bracht natuurlijk wel wat druk met zich mee. Je werd op die wedstrijden afgerekend, en dat is volkomen logisch, maar het was niet altijd even makkelijk. Als je dan eens wat minder speelde, hadden mensen meteen een mening over je en als achttienjarige jongen trok ik mezelf dat heel erg aan. Dat gaat in je koppie zitten, ja. Maar goed, dat is geen excuus hoor, want er zijn ook jongens – zoals Tyrell Malacia en Orkun Kökcü – die in dezelfde situatie zaten en het wél hebben gehaald. Het was van mijzelf niet goed genoeg, dat weet ik echt wel. Ik was gewoon nog niet klaar voor Feyenoord 1."
Reacties