Europese Hof doet uitspraak in zaak Diarra; voetbalwereld wacht gespannen af

Het Europese Hof van Justitie doet vandaag in Luxemburg uitspraak in de zaak rondom Lassana Diarra. Er komt dus duidelijkheid over de voorwaarden waaronder profvoetballers hun arbeidscontract eenzijdig kunnen opzeggen bij een club. Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben voor de transferregels in het voetbal.

De zaak die de voetbalwereld momenteel in zijn greep houdt, betreft de Franse speler Lassana Diarra. Hij verbrak in 2014 zijn nog drie jaar lopende contract met Lokomotiv vanwege onenigheid met zijn trainer. De Russische club eiste een schadevergoeding van 20 miljoen euro, maar de geschillencommissie van de FIFA halveerde dit bedrag.

Lassana Diarra miste vervolgens een overstap naar Charleroi en eiste bij een regionale rechtbank in België een schadevergoeding van 6 miljoen euro van de FIFA en de Belgische voetbalbond. Charleroi was bang dat zij op basis van FIFA-regels mee moesten betalen aan de compensatie aan Lokomotiv.

Maar wat heeft dit met Feyenoord te maken? Heel simpel: de transferwereld functioneert als een keten. Feyenoord en de Eredivisie staan dan wel niet bovenaan deze keten, maar ondervinden indirect wel de gevolgen van de ontwikkelingen op deze transfermarkt. 

Uitspraak Europese Hof 
Het Europese Hof van Justitie geeft vadaag duidelijkheid over het vraagstuk tegen welke voorwaarden profvoetballers hun arbeidscontract bij een club eenzijdig kunnen opzeggen. Mocht de uitspraak zo zijn, dan kan een speler straks net als normale werknemers zijn contract eenzijdig opzeggen en gaan en staan waar hij wil. Dit betekent dat wie nu investeert en een flinke transfersom neerlegt, niet volledig zeker is dat deze transfersom wordt terugverdiend bij goed presteren van de speler. Dit geldt zeker als je, net als Feyenoord, lager in de 'voedselketen' zit.

Als een speler zijn contract niet eenzijdig opzegt, blijft het een flinke molensteen in de onderhandelingen met een grotere en lucratievere club. Dit kan in de toekomst leiden tot lagere transfersommen voor niet-jeugdproducten. Voor jeugdproducten is het zakelijke risico minder groot, omdat er geen transfersom voor hen is betaald, maar ook zij kunnen een contract eenzijdig opzeggen. Het is dus wachten op een uitspraak van het Europees Hof, die later vandaag zal volgen.