Zechiël: “Sparta wilde dat ik naar Ajax zou gaan”

Gjivai Zechiël (19) maakt sinds dit seizoen deel uit van de selectie van Arne Slot. De middenvelder, die de laatste maanden een uitstekende indruk achterlaat, was te gast in de laatste editie van Feyenoord-podcast Kein Geloel, waarin hij onder andere terugblikte op de periode in de jeugd bij Feyenoord. 

Hij begon met voetballen in de jeugd van Swift Boys. Daarna ging hij naar een grotere amateurclub in Rotterdam: XerxesDZB. Daar stond hij al in de picture bij Feyenoord, maar dat hielden zijn ouders nog even tegen, vertelt hij. “Daar was het elke dag presteren, presteren. Ze vonden het op die leeftijd belangrijker dat ik gewoon plezier bleef houden in het voetbal.” 

Toen hij wat ouder werd, bleven de profclubs geïnteresseerd en besloot hij toch de stap naar een BVO te maken. Dat werd Sparta, waar hij tot en met de O14 speelde. “Daarna hadden Feyenoord, PSV en Ajax interesse. Maar ik ben een Rotterdammer, mijn hele familie is voor Feyenoord. Voor mij was het dus wel duidelijk waar ik heen wilde. Sparta had liever dat ik naar Ajax zou gaan”, erkent het talent. “Ook kende ik bij Feyenoord al wat jongens, bijvoorbeeld Lamare Bogarde was een goede vriend van mij. Ajax kwam wat later. Ik dacht: jullie willen mij helemaal niet, jullie willen me alleen uit handen van Feyenoord houden omdat dat jullie concurrent is. Dat is een geweldige keuze geweest.”

Vanaf de O15 speelde Zechiël dus voor Feyenoord. Daar ging het zeker niet meteen van een leien dakje. “In de O15 zat ik zelfs nog veel op de bank. Bij Feyenoord moest je elke dag leveren, bij Sparta kon je wel eens een dag minder trainen. Daar moest ik aan wennen.” Een jaar later, in de O16, was het zelfs niet eens zeker of de middenvelder door mocht stromen naar het volgende jaar in de O17. “Uiteindelijk mocht ik toch door. Dat jaar, bij trainer Davey van den Berg, ging het heel goed. Ik speelde alles. En toen, bam: corona.”

Een jaar later kwam hij in de O18 bij Melvin Boel terecht, de huidig trainer van Feyenoord O21. “Ook van hem kreeg ik veel vertrouwen. Ik draaide een goed seizoen, en toen heb ik ook mijn contract afgedwongen. Alleen het jaar erop (vorig seizoen, red.), in de O21, vond ik moeilijker. Toen kwamen er steeds jongens terug van het eerste die 90 minuten moesten spelen. Daardoor moest ik mijn minuten maken in de O18, dat vond ik mentaal best moeilijk.” Maar toen er na de winterstop een plekje vrijkwam in de O21, omdat Antoni Milambo werd doorgeschoven naar het eerste, maakte Zechiël daar dankbaar gebruik van. “Toen heb ik vrijwel alles gespeeld en ben ik met een heel goed gevoel de zomerstop ingegaan.”