Zo pusht de staf Feyenoord tot het maximale: "De een mediteert, de ander kijkt naar Beckham"

Waar Frank Arnesen er in 2021 al de basis voor legde, heerst er sinds de entree van Arne Slot bij Feyenoord een ware topsportmentaliteit. Van de fysiotherapeut tot aan de teammanager: iedereen binnen de club doet er alles aan om de spelers binnen en buiten het veld optimaal te laten presteren. De Engelse sportwebsite The Athletic ging in gesprek met verschillende stafleden van de Rotterdammers en schetst zo een beeld van de topsportcultuur bij de kampioen.

Ontwikkeling

Naast dat spelers geholpen worden om zich als mens te ontwikkelen worden ze ook als atleet gepusht om het maximale uit hun carrière te halen. Leigh Egger, Head of Performance bij Feyenoord, legt uit hoe dat in zijn werk gaat: “Doorgaans vragen we ze, ‘waar wil je naartoe?’ Meestal zijn het de grote vijf competities in Europa en het nationale team. Het startpunt is dus om hen te horen uitleggen wat hun doelen en dromen zijn. Vanaf daar kan je alles daaraan terug refereren. We kunnen zeggen wat je ons verteld hebt en nu is het onze taak je aan te moedigen of te overtuigen dingen te doen die je op dat moment helemaal niet wil om je te krijgen waar je wil zijn. Het houdt de spelers aansprakelijk voor wat ze aan zichzelf toegegeven hebben."

"Ik moet de eerste speler nog ontmoeten die zegt ‘Ik ben tevreden met waar ik ben en ik wil alleen wat geld verdienen en dan met pensioen.’", vertelt Egger in gesprek met The Athletic. "Feyenoord is een ontwikkelingsclub en wij zijn bezig met het ontwikkelen en doorverkopen van spelers. Voor ons team is het bijna ons werk om deze spelers universitair onderwijs te geven over het grote elite voetbal in Europa. De realiteit bij Europees voetbal is dat spelers zoveel betaald krijgen dat je moet leren hoe je miljonairs moet motiveren om niet nog meer geld te verdienen, maar om door te gaan met het verzamelen van onderscheidingen en het bereiken van dingen."

De staf van Feyenoord maakt daarbij gebruik van andere sporten om spelers uit te dagen en in nieuwe situaties te brengen. "Als je als atleet met andere sporten werkt, pik je kleine handigheidjes op die deze sporten gebruiken om agressie te triggeren of de intensiteit te verhogen. Ik geloof er heilig in dat het veranderen van je omgevingen je soms wakker kan schudden en je zoveel harder kan laten werken. Als je vele jaren tussen dezelfde vier muren zit, is het goed om eruit te komen, gepusht te worden en door plateaus te breken."

Daarnaast worden spelers via een DNA-project gecontroleerd om te zorgen dat ze ook van binnen in staat zijn daadwerkelijk optimale prestaties te leveren. Ruben Peeters, de tweede Head of Performance bij de club, vertelt erover: "We nemen inwendig selfies van de spelers, hun spijsvertering, darmgezondheid en hoe specifieke sportgenen samen werken. We kunnen alle dingen doen die je hebt gehoord met betrekking tot lifestyle, beweging of visualisatie, maar als het van binnen niet 100 procent werkt, dan zal de impact van de externe trainingssessies niet goed genoeg zijn."

Uitdagingen

Om het maximale uit spelers te halen worden er plannen opgesteld om spelers op individueel vlak te ontwikkelen en uit te dagen. Egger neemt rechtsback Marcus Pedersen als voorbeeld. "Marcus wilden wij bijvoorbeeld meer zelfverzekerd en agressief hebben. De gasten van het kickboksen met wie we werken leren hem dat als iemand je duwt, je niemand je laat wegduwen. Je duwt altijd terug. Dit zijn kleine lessen en misschien is er twee procent dat overslaat op het veld en verschil maakt. Natuurlijk willen we niet dat hij mensen in de wedstrijd tegen hun benen trapt, maar hij kan deze lessen meenemen en wij kunnen het hem zeggen voor een wedstrijd om zijn competitieve gameface te zien."

Daarnaast worden spelers continu geprikkeld met een variatie aan challenges, zoals het niet gebruiken van je telefoon of door quizzes te organiseren tijdens het doen van oefeningen. Stijn Vandenbroucke, Head of Medical and Performance in Rotterdam-Zuid geeft nog een ander voorbeeld. "In November hadden we een groep van tien spelers die, als ze naar het traingingscomplex kwamen, in een bad moesten springen van tien graden of kouder. Uitkleden en dan het bad in springen. Bloodstelling aan kou heeft voordelen. Er zijn een aantal interessante TEDx talks over dit onderwerp, die zeggen dat als je onder een koude douche springt, alles waar je bang voor bent en niet wilt doen door je hoofd gaat. Als je in het koude bad springt, is dat een metafoor voor het aanvallen van je dag of je problemen. Daarnaast zijn er ook een aantal fysiologische veranderingen."

Op deze manier ontwikkelen spelers allerlei manier hoe zij zichzelf op fysiek en mentaal vlakken kunnen ontwikkelen tot een betere speler. Dat is ook goed te zien in de kleedkamer voor een wedstrijd, zo vertelt Vandenbroucke. "Je ziet sommige spelers mediteren, of spelers doen aan visualisatie op een iPad. Een andere speler kijkt naar zeven minuten van David Beckham die een bal voorzet. Weer iemand anders springt omhoog en omlaag voor het verminderen van spanning, een ander doet ademhalingsoefeningen. Iedereen heeft zijn eigen ritueel dat we samen met hen gecreëerd hebben. Niemand veroordeelt het of stelt er vragen over."