"Alles wat we in ons hebben, proberen we"

Feyenoord behaalde de laatste competitiewedstrijd een benauwde zege op FC Groningen. Pas vlak voor tijd wisten de Rotterdammers een bres te slaan in de Groningse defensie: 1-0.

Om de winst te forceren opereerden het team van Arne Slot in een vooraf afgesproken aanvallende formatie. “3-2-5, zo had ik het op papier in elk geval wel neergezet. Maar voetbal wordt bijna nooit gespeeld met spelers precies op posities. Het was volgens mij ook af en toe een soort 1-2-7”, zo vertelt Slot in Algemeen Dagblad.

De trainer van Feyenoord wilde de drang naar voren in de slotfase niet omschrijven als opportunisme. “Ons spel zou ik echt nooit willen omschrijven als pompen of verzuipen. Dat staat voor mij voor een lange bal, vechten voor een tweede bal en een beetje dom lopen beuken. Dat zie ik ons nooit doen”. Volgens de trainer speelt zijn team altijd met een duidelijke spelopvatting. “We blijven ook op het einde van wedstrijden zoeken naar goed combinatiespel, de achterlijn halen en dan met heel veel mensen in het zestienmetergebied zijn. We laten spelers invallen die een doelpunt kunnen maken, om nog iets te forceren. Dat deden we tegen PSV en FC Groningen die met tien man speelden, maar dat doen we ook tegen elf spelers.”

Slot vertelt in de krant dat de technische staf al het hele seizoen hamert op het bespelen van de ruimtes. “Wat zijn de belangrijkste ruimtes om in aan te vallen? Wat doen we als de tegenstander die wegneemt? Wat is dan de volgende belangrijkste ruimte om in aan te vallen. We blijven ons spel spelen, over de zijkanten. We blijven loopacties maken. We blijven kijken of we in de één-tegen-één kunnen komen. En we blijven de ballen in de zestien brengen. Met hoge voorzetten, lage voorzetten of de teruggetrokken bal. Alles wat we in ons hebben, proberen we."