Analyse • Wat voegt Wieffer toe aan dit Feyenoord?

Donderdagavond stroomde Feyenoord na een redelijk eenvoudige 3-1 overwinning op PEC Zwolle door naar de laatste 16 van het KNVB-bekertoernooi. Met een goal en een assist had middenvelder Mats Wieffer een belangrijk aandeel in de winstpartij. De debuterende basisklant maakte bovendien indruk op de ‘6-positie’ met zijn goede spel en daarmee lijken de problemen op het Rotterdamse middenveld voorlopig opgelost. Wie is Mats Wieffer en wat maak hem mogelijk de ideale middenvelder voor Feyenoord? 1908.nl zocht het uit. 

Op 23 juni 2022 maakte Mats Wieffer de overstap van Excelsior naar grote broer Feyenoord. Alhoewel zijn naam bij het grote publiek weinig stof deed opwaaien wist men in het Van Donge & De Roo Stadion dat ze 3 kilometer verderop een interessante speler hadden vastgelegd. Controlerend op het middenveld van de Kralingers was Wieffer namelijk een van de hoofrolspelers in een voor Excelsior gedenkwaardige voetbaljaargang. Met als absolute apotheose de play-off finale op 29 mei tegen ADO Den Haag waarin na een sensationele comeback en een penaltyserie promotie werd behaald.

Onder Excelsior trainer Marinus Dijkhuizen kon Wieffer zich ontwikkelen en kreeg hij bovenal het vertrouwen. Iets waar het hem in de jeugdopleiding van FC Twente aan ontbrak. Bij de Overijsselse voetbalclub, niet al te ver van zijn geboorteplaats Borne, kwam hij slechts tot twee invalbeurten in het eerste elftal. Na 10 jaar bij de club uit Enschede ging hij zijn geluk beproeven in Rotterdam. Eerst bij Excelsior en sinds dit seizoen bij Feyenoord.

Bambi 

Luigi Bruins (Oud-Feyenoord en -Excelsior) gaf onlangs te kennen dat Wieffer bij Excelsior gekscherend ‘Bambi’ werd genoemd, omdat hij, evenals het bekende Disney-hertje, nogal makkelijk door zijn enkels kon gaan. Deze bijnaam is ook toepasbaar op de transfer die de middenvelder deze zomer maakte. Met de overstap naar Feyenoord begaf Wieffer zich namelijk op glad ijs. Want de sprong van de KKD naar de Eredivisie-top maakt een voetballer doorgaans niet zomaar.

Voor de speler zelf was er echter weinig twijfel of De Kuip wel de juiste bestemming zou zijn. En dus stapte de aanwinst tijdens de Open Dag naar traditie uit de helikopter. Enkele weken later stapte hij met een sterk vernieuwd Feyenoord weer in het vliegtuig richting Oostenrijk. Tijdens het trainingskamp in het centraal-Europese land zou voor hem het Rotterdamse avontuur beginnen.

Dat dat avontuur niet zonder horten of stoten zou gaan bleek in de oefenwedstrijd tegen Red Bull Salzburg. Schreeuwend van de pijn werd Wieffer met een brancard het veld afgedragen na een blessure aan de eerdergenoemde enkels. Het resulteerde in een valse start bij zijn nieuwe club, want pas op 11 september maakte de controleur tegen Sparta zijn eerste officiële minuten voor Feyenoord. In de wedstijden die volgden bedeelde Slot hem mondjesmaat minuten toe en mocht hij onder andere in de twee Europa League-duels met Lazio Roma meedoen. Ondanks de geringe speeltijd liet Wieffer zien mee te kunnen met het niveau van Feyenoord.

De WK-break en het bijbehorende trainingskamp in Lagos gaven de zomerse versterking een nieuwe kans zich in de kijker te spelen bij Arne Slot en, als we de hoofdtrainer mogen geloven, heeft hij die kans met beide handen aangegrepen. Slot gaf gedurende de voorbereiding op de tweede seizoenshelft aan erg te spreken te zijn over de ontwikkeling van Wieffer. Daarmee lonkten er meer minuten voor de middenvelder, zeker nadat sterkhouder Quinten Timber in de oefenwedstrijd tegen FC Emmen uitviel en er een plekje vrijkwam op het middenveld. Waar Wieffer door een kleine tegenvaller tegen FC Utrecht op die plek nog Geertruida voor zich moest duiden, werd hij in het bekerduel tegen PEC Zwolle dan eindelijk beloont met een basisplaats.

(On)zichtbaar 

Als debuterende basisklant liet hij zich gelijk zien tegen de Zwollenaren; na een krap halfuur maakte hij de gelijkmaker en zes minuten later leverde hij met het hoofd de assist op Danilo, die Feyenoord enigszins gelukkig op voorsprong zette. Zo solliciteerde Wieffer expliciet naar een vaste plaats in de formatie van Slot. Toch moet de controleur het niet hebben van zijn vele goals en assists. Ook niet per se van zijn snelheid of fysiek (al liet hij donderdagavond zien met zijn kopkracht wel degelijk belangrijk te kunnen zijn voor Feyenoord). Tot zijn sterke punten behoren vooral zijn spelintelligentie en inzicht. Daarmee is hij een typische Slot-speler. De trainer van Feyenoord was zelf als voetballer geen wereldatleet maar wist wel heel goed hoe het spelletje in elkaar zat. Een gave die Wieffer ook lijkt te bezitten.

Zelf kijkt de middenvelder dan ook veel naar Sergio Busquets, zo gaf hij onlangs aan bij Voetbal International. De speler van FC Barcelona noemt hij de ‘meester van het scannen’, omdat hij altijd om zich heen kijkt en precies weet wie waar staat. Vicente del Bosque, oud-bondscoach van Spanje, zei ooit het volgende over zijn landgenoot: “Als je naar de wedstrijd kijkt, zie je Busquets niet, maar als je naar Busquets kijkt, zie je de hele wedstrijd.” Een dergelijke rol kan Wieffer mogelijk vervullen bij Feyenoord, waarmee hij in wezen ook de directe opvolger is van Fredrik Aursnes die vorig seizoen op dezelfde wijze belangrijk was voor de ploeg van Slot.

Dat Wieffer met zijn spel balans brengt in het Rotterdamse elftal was te zien toen hij in het uitduel met FC Utrecht als invaller het veld betrad. Na zijn entree op het middenveld ging Feyenoord gelijk beter voetballen en wist het uiteindelijk ook nog gelijk te maken via Alireza Jahanbakhsh. Dat is bij het kijken van de wedstijd niet altijd gelijk zichtbaar, maar toont zich wel in de statistieken. Wieffer behaalde in de 43 minuten die hij speelde namelijk het hoogste percentage aan succesvolle passes (91%) en won de meeste duels (80%). Daarnaast was hij de speler die in verhouding de bal het minst verloor en ook de meeste veroveringen had.

Ook in het duel van donderdagavond tegen PEC Zwolle kon de middenvelder uit Borne goede cijfers overleggen. Ditmaal bedroeg zijn passingspercentage 94% en veroverde hij in totaal 15 keer de bal, het meest van alle spelers van Feyenoord. Naast zijn aandeel in de doelpunten is Wieffer dus vooral belangrijk in het voorbereidende werk. Met zijn kalmte aan de bal en passes, die vaker diep dan breed zijn, zorgt hij dat spelers zoals Orkun Kökçü en Sebastian Szymański zich meer kunnen richten op de aanval. Op die manier speelde hij bij Excelsior al een belangrijke rol en zo lijkt hij ook een niveau hoger zijn waarde te bewijzen.

Ontbrekende puzzelstukje 

Sinds het zomerse vertrek van Aursnes naar Benfica is Arne Slot op zoek naar een vergelijkbare speler die in het aanvallende spel van Feyenoord voor balans kon zorgen. Tijdens de transferperiode werd op het eerste oog geen directe vervanger gevonden en dus ging de trainer op zoek naar een alternatief. Die leek hij enigszins gevonden te hebben door zowel Kökçü als Timber gezamenlijk de taken van Aursnes te laten invullen. Volledig naar wens was het echter nog niet en toen ook Timber met een langdurige blessure uitviel ontstond er redelijke paniek in Rotterdam. Geertruida kan in principe op die positie uit de voeten, maar is en blijft een verdediger en de gedroomde man op het middenveld Ramiz Zerrouki bleek (tot nog toe) onhaalbaar.

Toch lijkt Slot met Mats Wieffer het ontbrekende stukje in de Feyenoord-puzzel al in eigen gelederen te hebben. Met zijn kwaliteiten, die hij onder andere in de wedstrijden met FC Utrecht en PEC Zwolle tentoonstelde, zou hij zomaar de ideale ‘6’ kunnen zijn voor de Rotterdammers. Een zwaluw maakt echter nog geen zomer en dus zal de middenvelder nu eerst voor een langere periode fit moeten blijven het en ook laten zien in de grote wedstrijden. Gelukkig heeft hij daar deze periode genoeg gelegenheid voor; de komende weken staan voor Feyenoord onder andere de duels met Ajax, PSV en AZ op het programma. Al zal ook vooral de wedstrijd op 29 januari tegen FC Twente bijzonder zijn voor de middenvelder. Feyenoord reist dan af naar de Grolsch Veste waarmee Wieffer terugkeert bij de club waar zijn potentieel als toekomstige controleur van een Nederlandse topploeg nog niet werd herkend.