hasko-van-dalen-varkenoord
Columns

Column • Feyenoord is koploper èn staartploeg tegelijk

Van de redactie

Soms weet ik het als Feyenoord-supporter niet meer. Word ik heen en weer geslingerd tussen euforie en ergernis. Het is zo verwarrend. In Nederland zijn we de fiere koplopervan de Vrienden Loterij Eredivisie, maar in de Europa League ranglijst bungelen we zielig onderaan.

Zelfs binnen één wedstrijd is het contrast groot. Tegen FC Groningen, Aston Villa en FC Utrecht legden we in de eerste helft een puike partij op de grasmat. Vervolgens zakten we na de pauze behoorlijk weg. In Groningen bleven we nog met kunst-en-vliegwerk overeind, maar Aston Villa strafte het genadeloos af. Zondag leidde het verval tegen FC Utrecht bijna tot onnodig puntenverlies. Ik stond in de rust nog tevreden over het goede spel in de rij bij de toiletten, om een kwartier later, net op tijd weer op mijn plek, vloekend de gelijkmaker te aanschouwen. Het werd opnieuw bibberen en beven. De 2-2 zag je al een half uur van tevoren aankomen. Dat we tóch wonnen dankzij een late goal van Ueda was spectaculair, maar slecht voor mijn hart.

Het contrast tussen onze eerste plaats in de competitie en de op drie na onderste plek in de Europa League is nog schrijnender. Onnodig ook. Robin van Persie presteerde het om in deeerste Europese wedstrijd van dit seizoen, tegen Braga, een C-elftal op te stellen. Mijn collega-columnist Frans Reichardt vond het slim dat onze topspelers werden gespaard, want kampioen worden is het hoofddoel. Volgens hem haalde Van Persie zijn gelijk door de winst op FC Groningen in het weekend erna. Dat kan dan best wezen, maar ik vond het een regelrechte blunder.

Van Persie pareerde de kritiek op zijn fantasieopstelling met de bewering dat iedereen had geroepen dat die peperdure bankzitters eens een kans moesten krijgen, en nu hij dat deed, het óók weer niet goed was. Een kronkelredenering van jewelste. Natuurlijk wilden we Borges, Diarra en Tengstedt wel eens aan het werk zien, maar dan één of twee tegelijk, in een verder stabiel elftal. Dan hebben ze tenminste een eerlijke kans. Nu werden ze alle drie tegelijk voor de leeuwen gegooid – en eerlijk is eerlijk: ze vielen alle drie zwaar tegen.

Zo kom ik bij het volgende contrast: onze scouting. Hoe kan het dat Feyenoord jaar na jaar topverdedigers vindt en solide middenvelders, maar zodra het om aanvallers gaat, we structureel misgrijpen? Hancko was raak en dit seizoen lijken Ahmedhodžić en Watanabe ook weer toppers. De helaas langdurig geblesseerde Jeng maakte eveneens een goede indruk. Ook wat middenvelders betreft, is er goed ingekocht. Valente en Steijn waren bord-op-schoot aankopen die iedereen had kunnen bedenken, Targhalline, Hwang en Moder zijn uitstekende ontdekkingen.

Maar voorin? Tja. Daar is het al jaren tobben. Op Paixão en Gimenez na halen we al jaren voorhoedespelers die schommelen tussen “aardig” en “waar is de uitgang”. Zelden toppers. Geen killers, geen klasbakken. Neem Casper Tengstedt, die gaf tegen Braga een imitatie van de onzichtbare man. Borges leek pas net op voetbal te zitten en Diarra…, laat ik daar maar over zwijgen. Ik vraag me af te vragen of onze verdedigers en middenvelders door andere scouts worden bekeken dan de aanvallers. Anders valt het contrast niet te verklaren.

Dat zit me dus dwars. Dat Feyenoord koploper én staartploeg tegelijk is. Terwijl ik, als supporter, daartussen zweef. Tussen euforie en ergernis. Maar misschien is dat precies wat Feyenoord zo mooi maakt.

Met rood-witte groet,

Hasko

Delen