Column • Het legioen houdt met de week meer van Santiago Giménez

Zelden zijn interlands door Feyenoorders met zoveel interesse gevolgd als afgelopen week. Die van Oranje natuurlijk, maar ook die van Turkije, Mexico, Iran, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Slowakije en Peru. Niet omdat we opeens zo gek zijn van interlandvoetbal, maar omdat we onze jongens graag weer heelhuids terug willen zien in het heilige rood-wit. Om toe te werken naar een veel hoger doel: het kampioenschap.

Interlands in de beslissende fase van de competitie zijn gekkenwerk. Tegen Frankrijk raakte Geertruida geblesseerd aan zijn hamstring, Wieffer brak bijna zijn been bij een aanslag van een Gibraltarees en de eindelijk weer fitte Trauner zag uit voorzorg af van een tweede interland binnen vier dagen.

De enige die gezonder terugkwam van de interlandbreak, is Santiago Giménez. De wedstrijden die hij speelde met Mexico gingen gepaard met een weerzien met zijn familie. Op Twitter plaatste Santi een foto van zichzelf, ergens aan de rand van een voetbalveld in Mexico, zijn handen verstrengeld in die van zijn ouders. Santi schrijft: ‘Cuánto los extrañaba!❤️’ (‘Wat heb ik ze gemist!’). De stoeltjes waarop zijn ouders en hij zitten, smelten zowat van hun warmte. ‘El Bebote’ werd hij thuis genoemd. ‘De grote baby’. Die bijnaam kreeg hij omdat hij als kind zo groot was. Met de rode blossen op zijn wangen en zijn lieve lach heeft Santi buiten het veld een hoge knuffelfactor. Binnen de lijnen verandert hij in een koelbloedige killer die met zijn voeten hele defensies aan flarden schiet. Dat blijft niet onopgemerkt. Vorige week scandeerden tachtigduizend Mexicanen in het Aztekenstadion in Mexico-Stad zijn naam: ‘Santi! Santi! Santi!’.
In Rotterdam moet hij het aanvankelijk doen met invalbeurten, omdat Slot kiest voor Danilo als eerste spits. Met zijn werklust, zijn loopacties en zijn goals verovert Santi de harten van het legioen én een basisplaats. Inmiddels is er geen discussie meer over wie Feyenoords eerste spits is.

Santi’s verloofde Fer Serrano verovert de Rotterdamse harten door op de tribune elk Feyenoord-lied uit volle borst mee te zingen. Met de trein reist zij naar de Klassieker in Amsterdam om zich voorafgaand aan die wedstrijd bij de Johan Cruijff Arena te laten fotograferen in Feyenoord-shirt. In het stadion juicht zij bij het openingsdoelpunt van haar Santi. In die wedstrijd heeft hij vijf minuten nodig om met een granaat de score te openen en de basis te leggen voor de zege die een omslag markeert in de titelstrijd. Tegen Sparta heeft hij er iets langer voor nodig. Hij scoort in de zevende uitwedstrijd op rij, de bekerwedstrijd in Heerenveen meegerekend.

Komende zondag zullen tienduizenden in De Kuip hem toezingen ‘Santi-ago! Santi-ago Giménez! Santiago! Santiago! Santiago Giménez!’. Het legioen houdt met de week meer van Santi. ‘De grote baby’ is in De Kuip bezig uit te groeien tot een grote meneer. Welkom thuis Santi, we hebben je gemist. ❤️

Frans