
Columns
Column • Olé Oléo, ontroerend mooi
Aanstaande vrijdag is het 25 april. In 1947 was dat de geboortedag van Johan Cruijff en mijn vrouw. Zij is dan dus jarig. Toch ga ik ’s avonds naar De Kuip. De wedstrijd tegen PEC Zwolle wil ik niet missen. Al gaat het slechts om plek drie en niet om het kampioenschap zoals in 1999. Toen was ik de hele dag de hort op.
Al vroeg in de ochtend vertrok ik richting Rotterdam. De voorpret wilde ik niet missen. We wisten zeker dat we die dag de titel zouden binnenhalen. Overal in de stad proefde je de euforie. De wedstrijd tegen NAC werd geen voetbalshow, maar het 2-2 gelijkspel was voldoende. Daarna barstte het feest los. Eerst in De Kuip, later op de Coolsingel.
In een hoekje van mijn werkkamer ligt nog steeds de papieren kampioensschaal van seizoen 1998-1999. En in een kast heb ik een archiefdoos met het opschrift: Kampioenschap 1999. Na het overlijden van Leo Beenhakker heb ik die weer eens tevoorschijn gehaald en alle paperassen uit die tijd bekeken: de extra dikke editie van Stadion Sport Nieuws, het Feyenoord Jaarboek Seizoen ‘98/’99, de kampioensnummers van Hand in Hand, Voetbal International en Sportweek, de zondageditie van het Rotterdams Dagblad met de kop OLÉ OLÉO, de Coolsingeleditie van het Algemeen Dagblad met HEBBES! als kop, de maandagkranten met prachtige foto’s en schitterende verhalen, plus natuurlijk het kampioensnummer van de Feyenoordkrant, waarvan ik toen medewerker was.
In die Feyenoordkrant schreef Leo Beenhakker dat hij negenentwintig jaar eerder, toen Feyenoord de Europa Cup won, zelf op de Coolsingel tussen de supporters had gestaan. Toen al dacht hij: ‘Het zal toch niet waar zijn dat ik er ooit eens zal staan.’ Die jongensdroom werd op die 25ste april 1999 realiteit. Het was ook de kop boven zijn stukje: “De fantasie is door de realiteit overtroffen.”
De beelden van die huldiging zijn de afgelopen dagen op vrijwel alle tv-zenders vertoond. ‘Ontroerend mooi,’ riep een stralende Beenhakker toen hij destijds vanaf het bordes terugkwam in de burgerzaal van het stadhuis. Ook in alle terugblikken op zijn imposante trainerscarrière kwam dat terug. Voor Leo overtrof het alle andere huldigingen na kampioenschappen die hij in zijn leven had meegemaakt.
Leo was verknocht aan Feyenoord. Daarom deed het hem ook zo pijn dat hij in 2011 door de toenmalige directie van Feyenoord (Eric Gudde, Onno Jacobs en Mark Koevermans) op non-actief werd gezet. Vlak na zijn overlijden sprak Johan Derksen daar op tv opnieuw schande van. Volgens hem was Leo na zijn ontslag bij Feyenoord nooit meer zichzelf geweest, maar een verbitterde man geworden. “Ook dat heeft Feyenoord hem aangedaan,” liet Derksen weten. Merkwaardig genoeg leverden die woorden op X van heel wat Feyenoord-supporters boze reacties op. Die zagen het als een aanval op hun club. Dat is het natuurlijk niet, het is een aanval op de toenmalige leiding. En een terechte aanval, volgens mij. Ook ik heb het altijd een schande gevonden hoe Leo toen is behandeld.
Het is jammer dat het tijdens zijn leven nooit meer gelukt is om de band tussen Feyenoord en Leo Beenhakker te herstellen. Om het na zijn overlijden alsnog te doen, vind ik hypocriet. Daarom ben ik niet voor de optie om Varkenoord naar hem te vernoemen. Ik voel meer voor het idee van Hugo Borst om de nieuwe stadsbrug die de linker- en rechter Maasoever zal verbinden, Leo Beenhakkerbrug te dopen.
Reacties
En Borst moet lekker in Spangen blijven.