VK Sportphoto
Nieuws
''Ik weet niet precies wat hij ermee bedoelde, maar ik vond het niet leuk"
Orkun Kökcü en Dušan Tadić waren de aanstichters van het opstootje waarbij Davy Klaassen uiteindelijk een vanaf de tribune gegooide aansteker tegen zijn hoofd kreeg. De beide aanvoerders vlogen elkaar in de haren al wilde Kökcü na afloop niet te lang stilstaan bij zijn aanvaring met Tadić.
“Zulke wedstrijden speel je op de scherpste van de snede. Dan gebeuren zulke opstootjes, dat gebeurt wel vaker. Ik denk dat we daar niet iets groots van moeten maken”, zo vertelt Kökcü bij ESPN.
Tijdens het opstootje maakte Tadić een gebaar waarmee hij Kökcü zijn deelname aan de Ramadan belachelijk leek te maken. Kökcü wilde niet teveel over het gedrag van Tadić zeggen. ''Ik weet niet precies wat hij ermee bedoelde, maar ik vond het niet leuk. Dat ik het niet leuk vond, kon je wel zien.”
De aanvoerder van Feyenoord beschouwt het opstootje inmiddels als een leermoment. “Ik heb heel vaak dat soort momenten. Ik ben in de wedstrijden een vrij emotionele jongen en vaak betrokken bij zulke momenten. Dat praat ik niet goed en hoort ook niet altijd. Deze wedstrijd vraagt soms iets meer en kom je makkelijker in dit soort opstootjes. Nu ik afgekoeld ben en je ziet het terug, dan denk je wel: het staat best wel stom. Op het moment heb je het niet in de hand.”
Kökcü had niet direct door dat Klaassen bij het opstootje werd geraakt. “We moesten naar binnen en ik dacht dat het om het opstootje ging. Ik reageerde daar iets te heftig op bij de scheidsrechter. Toen zag ik dat Klaaasen was geraakt en daar baal je natuurlijk van. Dat gun je niemand en het hoort niet thuis in zo'n mooie wedstrijd.”
Reacties
Kökcü en Tadić zijn helemaal nergens aanstichters van. Zij leveren strijd op het veld, tussen de lijnen. En de supporters staan niet tussen de lijnen, moeten daar niet komen, moeten daar niks tussen gooien.
Ik kan je dan wel al voorspellen dat volgend jaar CL een lastig verhaal gaat worden met het verleden van de club en z'n "Supporters" ik hoop dat dit eindelijk eens ingezien wordt. Het schaad de club op een ongelofelijke manier.... maar ja wie ben ik... een roepende in de woestijn ben ik bang.