Melis doet ervaring op bij KNVB: "Met Eric Gudde een eigen mentor"
Manon Melis is vanaf het begin betrokken bij de vrouwenvoetbaltak. Net als Feyenoord Vrouwen 1 maakt de huidige Coördinator Vrouwenvoetbal een snelle ontwikkeling door en zoekt zij steeds naar mogelijkheden om zichzelf te verbeteren. “Het onderhandelen met zaakwaarnemers was helemaal nieuw voor mij”.
Nog dagelijks loopt Melis in haar functie tegen nieuwe dingen aan. Zo kwam afgelopen winter Toko Koga naar Rotterdam. “Toko is onze eerste speelster van buiten Europa, dus voor mij is het ook leerzaam om te ontdekken wat er allemaal komt kijken bij zo’n transfer. In die zin heb ik de afgelopen jaren. Met hulp van collega’s, al veel dingen zelf kunnen uitvinden in mijn functie”, zo vertelt zij in Feyenoord Magazine.
Eric Gudde
Naast de dagelijkse ervaringen heeft Melis ook contact gezocht met de KNVB, met het verzoek aan de voetbalbond om meer bagage om haar baan uit te voeren. “Ik ben blij dat ik in december bij de KNVB kon starten met het Ontwikkelprogramma voor Technisch Directeuren”, zo zegt zij daarover. “In verschillende bijeenkomsten leer ik daar van alles over het vak.” Onderdeel van het programma is begeleiding van een ervaringsdeskundige. Daar trof Melis een voor Feyenoord oude bekende. “Met Eric Gudde heb ik een eigen mentor toegewezen gekregen. Dat is voor mij heel waardevol, want hij heeft – onder meer als voormalig directeur van Feyenoord – ontzettend veel ervaring.”
Melis is blij met de ontwikkeling die de KNVB biedt, maar stelt dat het meeste op de werkvloer wordt geleerd. “Het is fijn om op die manier een bepaalde houvast te krijgen in m’n werk, al heb ik de afgelopen jaren ook ervaren dat je soms gewoon zelf dingen moet meemaken. In het begin vond ik het bijvoorbeeld overweldigend hoeveel mensen zich tijdens het seizoen melden om speelsters aan te bieden. Ook het onderhandelen met zaakwaarnemers was helemaal nieuw voor mij, maar dat gaat me tegenwoordig veel beter af. Wat dat betreft is het soms niet slecht om in het diepe gegooid te worden en jezelf te moeten redden. Belangrijk is vooral hoe je daarmee omgaat.”