spelersliedjes

De Feijenoorder

Overzicht spelersliedjes • Van "Say oe-ah" tot "Hey Ueda"

Dennis

In de thuiswedstrijd tegen AZ op 12 november hoorden we voor het eerst Hey Ueda, een nieuw liedje speciaal voor één speler. ‘Hey Ueda, I wanna know, if you can score a goal’. Erg oud kan dit lied niet zijn, want deze Japanner is er pas sinds dit seizoen. En dat klopt, want het moet voor het eerst te horen zijn geweest in de uitwedstrijd tegen Atlético Madrid. In dit elftal hebben ook Santiago Giménez en Alireza Jahanbakhsh een eigen lied. Maar meer spelers is die eer te beurt gevallen.

Paul Groenendijk schreef voor Hand in Hand, het magazine van FSV De Feijenoorder een pareltje van een artikel waarin hij in de wereld van spelersliedjes duikt. Van Santiago Gimenez to Pierre van Hooijdonk en van Ed de Goeij tot Stefan Babović. En meer.

Hey Baby 
Hey Ueda is gebaseerd op Hey Baby, vooral bekend van Cooldown Café uit 2001. Maar het karakteristieke oe-ah-tussenstukje is bedacht door de Oostenrijker DJ Ötzi, die er in 2000 een grote après-skihit mee scoorde. Het oe-ah lijkt op Ue-da en lijkt op het lijf geschreven van onze Japanse spits, maar dat is niet zo. In de honkballen voetbalstadions werd het al veel gezongen, waarbij de naam van een club of een speler wordt ingevoegd. ‘Hey baby, I wanna know, Jermain Defoe’ zingen de supporters van Glasgow Rangers bijvoorbeeld. En dan is er ook nog een negatieve versie: ‘Hey Sol Campbell, JU-DAS! I wanna know, why you’re such a cunt!’ Dat staat wel heel ver van het origineel van Bruce Channel uit 1961, een fijnzinnig liefdesliedje met een karakteristieke mondharmonicariff.

Oe-ah 
Het bekendste lied voor een speler is ongetwijfeld Oe-ah Ed de Goeij. De Feyenoord-keeper van 1990 tot 1997 werd altijd toegezongen met het refrein van Oops! Upside Your Head van de Amerikaanse funkband The Gap Band. Dit nummer stamt uit 1979 en is ook bekend in een uitvoering van Snap! uit 1990. In Engeland werd het nummer gebruikt voor Eric Cantona, bekend van Manchester United, maar al bij Leeds in 1991 zo toegezongen. En het schijnt eerder al te horen zijn geweest voor de Ier Paul McGrath. Op internet is te vinden dat het idee afkomstig is van de supporters van Celtic Glasgow: ‘Ooh! Aah! Up the ‘RA! Say ooh ah up the ‘RA!’ where ‘RA is an affectionate term for the IRA.’ In Nederland is het natuurlijk voor altijd verbonden aan Ed de Goeij, die het zelf zingt op het nummer Wij Houden Van Die Club uit 1993. Feyenoord haalde daarmee een 26ste plaats in de Top 40. De Ooh! Aah! Cantona versie van 1300 Drums uit 1996 haalde een elfde plaats in de Engelse hitparade.

Santi-ago 
Santiago Giménez en Alireza Jahanbakhsh hebben ook een eigen lied, gebaseerd op dezelfde melodie: Carnaval De Paris van Dario G. Meestal wordt een speler bezongen op een bestaande melodie, waar het aantal lettergrepen van de naam goed bij past. De klassieker in dit genre is natuurlijk Smolarek. Wlodi Smolarek kwam in 1988 naar Feyenoord en al snel schalde zijn naam op de melodie van Volare door het stadion. ‘Smolarek, wohohoho’. Volare was onder de officiële titel Nel blu dipinto di blu de Italiaanse inzending voor het Eurovisiesongfestival van 1958. Zanger en schrijver Domenico Modugno werd slechts derde. Het is later ook gebruikt voor Van Bronckhorst, Wijnaldum en Van Persie.

Een inkoppertje is het lied dat bedacht werd voor Shinji Ono: ‘Ono, Ono Ono, Ono Ono’ op de wijs van No Limit van 2 Unlimited. Que Si, Que No van Colombiaans adoptiekind Jody Bernal was op het lijf geschreven van onze Colombiaan: Que Si Que No Que Luis Sinisterra. Een toevalstreffer was de koppeling van Jupp Kaczor aan het kinderliedje Joepie Joepie Is Gekomen. Zijn naam was bruikbaar voor een lied, maar zijn spel gaf daar niet bepaald aanleiding voor. Net als bij Stefan Babović. Een weinig succesvolle, maar wel populaire speler die een eigen lied kreeg: ‘Stefan Babović, Stefan Babović, door z’n pa gehaald, door z’n pa betaald, Stefan Babović!’

Put Your Hands Up 
Het lied Santiago Giménez is inmiddels officieel opgenomen en via Spotify en YouTube te beluisteren. De Zuidstrijders heten de uitvoerende artiesten, en die hebben meerdere Feyenoord[1]nummers gemaakt. Zoals recent Come On, gebaseerd op Outside World van Sunbeam. Er was weinig voor nodig om van Put Your Hands Up in the Air van de Black & White Brothers, Put Your Hands Up For Pi-Air te maken. Massaal gezongen op de tribunes tijdens het succesvolle UEFA Cupseizoen. Put your hands up for Pierre werd vervolgens door een slimme producer (John Dirne) als eigen compositie op de plaat gezet onder de naam Red & White Crowd. En hij scoorde er een grote hit mee: nummer 20 in de Top 40 van mei 2002. Natuurlijk mede door de opzwepende muziek te combineren met het extatische commentaar van wijlen Hans van Vliet op Radio Rijnmond.

When The Saints 
Sommige liedjes lenen zich voor meervoudig gebruik: ‘Pétur Pétursson lalalalala’, bijvoorbeeld. Op de wijs van Brown Girl in the Ring van Boney M werden zowel Pétur Pétursson, Jon Dahl Tomasson, Bert Konterman, Patrick Lodewijks als Kees van Wonderen toegezongen. En het werd ook gebruikt voor Dudek Kampioen. When the Saints, een andere evergreen, is de basis van veel voetbalsongs en werd gebruikt voor Jerson Cabral: ‘Geef die bal maar aan Cabral’. Het twintigjarige talent scoorde twee keer tegen Roda JC op 13 augustus 2011 en gaf een assist voor de derde goal. Helaas was Jerson Cabral geen topper en verdween zijn lied. Later werd het nog voor Jean-Paul Boëtius gezongen: ‘Geef die bal maar aan Jean-Paul.’ Tomasz Rząsa werd op dezelfde melodie al toegezongen toen hij nog bij De Graafschap speelde en in eigen goal schoot in De Kuip: ‘En geef die bal maar aan die drie’. De moeder aller spelersliedjes is waarschijnlijk Ove Kindvall Ay Ay Ay Ay. Ook op die melodie kan elke naam van vier lettergrepen ingevuld worden. Een beetje smokkelen kan ook: Wimpie Jansen, Jantje Boskamp. Vier lettergrepen passen overigens ook goed op de melodie van Here We Go, of beter gezegd The Stars and Stripes Forever, een mars van John Philip Sousa uit 1896: ‘Ronnie Vlaar, Ronnie Vlaar, Ronnie Vlaar’.

Manus Haal 
Op In de oertijd van het voetbal werden spelers mogelijk ook al bezongen, maar daar is weinig over bekend. Over Puck van Heel is een officieel lied gemaakt, waarvan bladmuziek bestaat. Of dit lied ooit in het stadion is ingezet en of er andere liedjes gezongen zijn over spelers uit die tijd, is niet meer te achterhalen. Keeper Henk van der Bijl, actief begin jaren vijftig, had een eigen lied: ‘Er is maar één keeper. Bijl, Bijl, Henkie Bijl’. Henk van der Bijl werd meestal Henk Bijl genoemd. En over Manus Vrauwdeunt, die van 1931 tot 1943 in het eerste elftal speelde, is een lied bekend. Voor hem zongen de supporters Manus Haal Op, naar verluidt omdat hij van vissen hield. Maar Manus Haal Op was in die tijd een bekend liedje en ook het refrein was algemeen bekend: ‘Haal op Manus! Manus haal op! Je dobbertje deint en verdwijnt’

Delen

Reacties

Mooiste blijft:
"He's here, he's there, he's fucking everywhere Paultje Bosvelt Paultje Bosvelt."
Helemaal mee eens. Na zijn vertrek ook te veel jaar gehad zonder een type Bosvelt.
Say oe-ah U-eda, say oe-ah U-eda!
Mooi man! Vind het wel leuk dat weer weer spelersliedjes hebben. Prachtig artikel!