Nieuws
"Prima dat lichtmasten overal verdwijnen, maar alsjeblieft niet uit Rotterdam. Nooit!"
Steeds vaker nemen voetbalclubs afscheid van de lichtmasten rondom het stadion. Bij Feyenoord staan de ‘bakens’ echter nog fier overeind en als aan het menig voetbalromanticus ligt, zal dat ook altijd zo blijven. Het Algemeen Dagblad sprak met een aantal Feyenoord-iconen over het steeds schaarser wordende fenomeen.
De rasechte Rotterdammer Leo Beenhakker kan zich de weg die hij als jonge jongen aflegde naar De Kuip nog goed herinneren. "Rustig lopen was het. Totdat we die enorme lichtmasten zagen opdoemen. Dan werd het huppelen geblazen." Don Leo kan er op 81-jarige leeftijd nog altijd met volle teugen van genieten. "Godallemachtig, wat zijn die dingen mooi."
Ook Jean-Paul van Gastel, die in 1999 onder leiding van Beenhakker het kampioenschap veroverde met Feyenoord, kent de haast betoverende werking van de lichtmasten in Rotterdam-Zuid. "Avondwedstrijden zijn magisch, zelfs als je zelf niet in het stadion bent", zegt de huidige trainer van NAC Breda met bewondering. "Die lampen die zich ontheffen uit de stad en de hele omgeving als het ware verwarmen; prachtig om te zien. Zo van: Hier wordt vandaag gevoetbald."
De oud-aanvoerder van de Rotterdammers betreurt dan ook het feit, dat de lichtmasten bij voetbalstadions meer en meer verdwijnen. "Ik snap dat tijden veranderen. Maar zelf kijk ik, waar ter wereld ik ook ben, altijd eerst of ik ergens vier masten zie staan. Het beeld van zo’n skyline blijft fascinerend: de hoge gebouwen, de kerk én de lampen van het voetbalstadion. Ik had het laatst nog, toen ik op een avond vanaf snelweg A13 het licht zag opstijgen vanuit de Kuip. Wow, denk je dan. Alsof je door die lichtmasten spontaan naar het stadion toe wordt gezogen."
De hoeders van de stad
Vier reuzen, elk een Goliath. Als de hoeders van de stad. Symbolen voor het hele legioen, zo beschrijft Lee Towers de lichtmasten van De Kuip in zijn lied 'Mijn Feyenoord'. Die zinnen, die bij elke thuiswedstrijd in het stadion te horen zijn, zijn kenmerkend voor de status van de 'bakens in de verte'.
Ook voor de zanger, die inmiddels als Feyenoord-icoon mag worden beschouwd, blijft het licht vanuit De Kuip tijdens avondwedstrijden nog altijd bijzonder. "'Lau’tje, ze branden weer, hoor', hoor ik mezelf dan fluisteren tegen mijn vrouw Laura."
Lee Towers kan zijn gevoel rondom de lichtmasten dan ook nauwelijks onder woorden brengen. "Tja, het blijft een indrukwekkend gezicht nietwaar, vier van die bakens? Ongelooflijk, ón-ge-loof-lijk. Man, het kippenvel staat elke keer weer op mijn armen als ik die duizend lampen over onze geweldige stad zie schijnen, mag-ie gerust weten. Prima dat ze overal verdwijnen, maar alsjeblieft niet uit Rotterdam. Nooit!"
Reacties
Nog geen reacties