"Priske is geen slechte trainer, maar we moeten waken over onze eigen voetbalcultuur"

Terwijl Feyenoord afgelopen zomer de Deense Brian Priske aanstelde als opvolger van Arne Slot, ging rivaal Ajax aan de haal met de Italiaanse Francesco Farioli. Eind oktober stonden ze voor het eerst tegenover elkaar in De Klassieker. Sinds 1982 was het niet meer voorgekomen dat er in de grootste wedstrijd van Nederland twee buitenlanders aan de zijlijn stonden. Niet iedereen is fan van die ontwikkeling, zo schetst De Telegraaf. 

Jan Reker, voormalig directeur van de belangenvereniging Coaches Betaald Voetbal, vindt de hoge aanwezigheid van buitenlandse managers in de Eredivisie geen prettige trend. Volgens hem slinkt voor trainers van eigen bodem zo de kans richting het niveau van een topclub te groeien. Als voorbeelden noemt hij Ron Jans (FC Utrecht) en Joseph Oosting (FC Twente), die in Nederland hebben aangetoond het trainersvak meer dan onder de knie te hebben. "Die zouden niet misstaan op de bank bij een topclub. Natuurlijk zijn Francesco Farioli en Brian Priske geen slechte trainers, maar we moeten waken over onze eigen voetbalcultuur."

Han Berger valt Reker bij. De voormalig trainer, die al op zijn 25e aan het roer stond bij FC Utrecht, vindt het opmerkelijk dat Feyenoord en Ajax hun trainers buiten Nederland vandaan halen. "Een gevolg van de internationalisering van het voetbal. Dat zie je bij die clubs terug. Het zijn bewuste keuzes." Het roept bij de huidige voetbaltechnisch adviseur van de KNVB dan ook de vraag op of wij als voetballand niet te veel aan onze eigen visie vasthouden. "Wij gedragen ons soms alsof we de wijsheid in pacht hebben. In het buitenland worden we geregeld als betweters afgeschilderd. Maar er zijn meer wegen die naar Rome leiden."

Het voorzitterschap van de Coaches Betaald Voetbal ligt nu in handen van Guus Hiddink, die naast zijn periode als trainer in Nederland ook clubs als Real Madrid, Valencia en Chelsea onder zij hoede had. "Ik heb zelf veel in het buitenland gewerkt. Dan moet je veel managen. Mijn stelregel is dat je zoveel mogelijk mensen uit het land waar je werkt in je staf moet opnemen. Daarmee boek je tijdwinst. Je leert de cultuur en de gewoonten van het land veel sneller kennen. Een Nederlandse topclub zou een buitenlandse hoofdcoach met Nederlanders moeten omringen." 

Priske, die dit seizoen neerstreek in Rotterdam, kreeg van Feyenoord de ruimte om zijn eigen staf in te vullen. Daaruit volgde de komst van de Deense Lukas Babalola en de Zweede Björn Hamberg. Onder anderen John de Wolf en Etiënne Reijnen bleven behouden voor de Rotterdammers, maar de komst van de twee buitenlandse assistenten is in lijn met de internationalisering die Berger benoemt. 

Ondertussen is Arne Slot in Engeland de voorvechter van het Nederlandse trainersgilde, ziet Hiddink. "Slot moet er bij Liverpool voor zorgen dat Nederlandse coaches goed in de markt blijven liggen." De groei die de trainer van de koploper van de Premier League bij Feyenoord doormaakte en hem uiteindelijk naar de grootste competitie ter wereld leidde, is wat Reker betreft het ideaalbeeld.