
VK Sportsphotos
Nieuws
Rob Baan: 'Ik moest soms in drie talen praten. Dat werkte niet'
Feyenoord kent dit seizoen een selectie met zestien verschillende nationaliteiten. Oud-technisch directeur Rob Baan heeft zijn twijfels of een selectie op die manier moet worden samengesteld, zo vertelt hij bij FC Rijnmond.
Baan werd zelf bij zijn komst in 1998 geconfronteerd met een Zuid-Amerikaanse delegatie. Met Pablo Sanchez, Patricio Graff, Tati Montoya, Fernando Picun en Julio Cruz kende Feyenoord destijds een kleine Spaanstalige enclave in de selectie. Rob Baan: “Het begint met communicatie. Ik moest soms in drie talen praten. Duits, Nederlands en Engels. Dat werkte niet. Wat destijds bij Feyenoord gebeurde is dat ze alle spelers Engels gingen leren. Maar ook dat werkte niet.” De oplossing zit volgens Baan in een persoonlijke aanpak. “We hadden toen nog het voordeel dat Leo Beenhakker perfect Spaans sprak. Dat konden we toen met bijvoorbeeld Julio Cruz heel goed oplossen. Je zult assistenten moeten hebben die meerdere talen spreken. Je zal zelf moeten kijken waar je communicatief het beste in bent. En vaak met spelers apart praten.”, aldus de oud-technisch directeur (1998-2003) die met Feyenoord landskampioen werd en de UEFA Cup won.
Baan zou altijd uitgaan van een Nederlandse kern in de selectie. “Je probeert - voor de balans - of je ook voldoende Nederlandse spelers kan krijgen. Maar soms en vooral in de de huidige markt, is zelfs een Nederlandse speler niet meer makkelijk haalbaar voor Feyenoord. Wij kochten nog bij Heerenveen een speler weg, maar dat kan je tegenwoordig vergeten. Kijk naar de spits van Groningen, die gaat voor elf miljoen.”