Slot: "Als je kampioen wordt, is het logisch dat er hoge verwachtingen zijn"

Morgen wacht voor landskampioen Feyenoord de seizoenouverture tegen Fortuna Sittard. De Rotterdammers beginnen de competitie als titelfavoriet wat blijk geeft dat de status van de club in rap tempo is veranderd.

Toch is het in de rijke geschiedenis van de club maar één keer gelukt om een landstitel te prolongeren. In 1961 won de toenmalige Tsjechische trainer Jiri Sobotka het kampioenschap. Een prestatie die zijn Oostenrijkse opvolger Franz Fuchs een seizoen later wist te herhalen. 

Inmiddels zijn we ruim zestig jaar verder en bevind Feyenoord zich onder Arne Slot wederom in de prolongatie positie. Aan het begin van vorig seizoen waren er zoveel spelers vertrokken en nieuw binnengekomen, dat niemand rekening hield met een Rotterdamse machtsgreep. Dit seizoen is dat anders.

Favoriet
Arne Slot kent het verwachtingspatroon en heeft zich er bij neergelegd. En waakt de trainer voor teveel opportunisme. “Als je kampioen wordt, is het logisch dat er een seizoen later hoge verwachtingen zijn. Maar vanuit Feyenoord heb je niemand horen zeggen dat we dit seizoen even met twee vingers in de neus kampioen zullen worden”, zo zegt Slot in Algemeen Dagblad.

“We zijn ons heel bewust van het feit dat we vorig seizoen een goed elftal hadden, dat in een enorm hoog tempo en met veel intensiteit de wedstrijden kon afwerken”, vervolgt de trainer. “Maar PSV kon vorige week ook in onze intensiteit spelen, zagen we.” De succescoach zag bovendien wat sterkhouders vertrekken. “De realiteit is ook dat we tegen PSV met Idrissi, Trauner, Kökçü en Szymanski vier basisspelers van vorig seizoen misten. De vijfde, Giménez, was nog niet fit genoeg om een hele wedstrijd te spelen. En dat kon Calvin Stengs ook niet.’’

Hongerig
Wanneer een selectie kampioen wordt ligt een voldaan gevoel op de loer. Hoe zorg je ervoor dat iedereen net zo hongerig naar succes blijft als een jaar geleden? Het hield Slot afgelopen zomer bezig. “Het is niet voor niets dat Feyenoord pas voor het eerst sinds zestig jaar de kans heeft om voor het tweede jaar op rij kampioen te worden. Dat heeft te maken met wat een titel doet met een spelersgroep. Maar het kan er ook mee te maken hebben dat een club als Feyenoord na een succes steeds zijn beste spelers kwijtraakt”, zo analyseert hij de situatie. 

Slot ging op zoek naar een klankbord, naar iemand die in dezelfde situatie heeft gezeten. Zonder aan te geven om wie het gaat: “Ik heb gevraagd wat hij als hét verschil heeft ervaren in de jaren dat het niet lukte om kampioen te worden, vergeleken met de seizoenen dat het wel prijs was. Het verschil zat vooral in het feit dat sommige trainers een jaar na een kampioenschap wat makkelijker dingen accepteerden. Met het idee: dat komt allemaal wel goed. Of: ik ben toch kampioen geworden met hem, dus hij zal straks wel weer zijn niveau halen.”

Wat dat betreft zijn enige mutaties juist een zegen. Met nieuwe spelers op het trainingsveld die geen weet hebben van de grootsheid van de Coolsingel. Jongens als Ramiz Zerrouki, Thomas van den Belt, Ayase Ueada en Calvin Stengs die een dergelijke ervaring dolgraag willen meemaken. 

Slot geniet van de nieuwe status die Feyenoord heeft gekregen onder zijn leiding, maar waakt voor verslapping. “Dat iedereen denkt dat wij kampioen gaan worden, is alleen maar mooi. Dat betekent dat wij iets goed hebben gedaan, of heel veel goede spelers hebben gehaald in de ogen van de mensen. Feyenoord heeft een goed elftal, de basis ligt er weer. Als je van Feyenoord wilt winnen, moet je heel veel brengen. In fysieke zin én in kwaliteit.”