Jim Breeman sports photography
Nieuws
Toornstra: “Misschien waren ze met mij derde geworden"
Afgelopen zondag was Jens Toornstra weer even terug in De Kuip. De 34-jarige middenvelder verloor met zijn huidige club FC Utrecht van de aanstaande kampioen (3-1). De oud-Feyenoorder kon wel genieten van de ploeg van Arne Slot en prijst vooral de ontwikkeling van Orkun Kökcü.
“Ik vind dat Orkun zich heel goed heeft ontwikkeld. Die is echt een leider geworden”, zo zegt hij tegenover ESPN. “Hij bepaalt het tempo van de wedstrijd wat heel knap is, zeker op zijn leeftijd.”
Toornstra zag in zijn tijd bij Feyenoord al het talent van de Turks international, al zegt dat volgens hem niet alles. “Je ziet de potentie in spelers, maar heel vaak komt het er ook niet uit. Bij hem komt het er juist fantastisch uit, zeker onder deze trainer. Dat heeft hij te danken aan zichzelf. Als je hoort ook wat hij er buiten het veld allemaal voor doet om zich verder te ontwikkelen, dan verdien je het ook.”
Kökcü is niet de enige speler die Toornstra is opgevallen. “Er zijn nog meer jongens die het heel goed doen. Mats Wieffer heeft zich ook goed ontwikkeld de laatste paar maanden. Daarnaast natuurlijk ook publiekslieveling Giménez. Het is mooi om te zien hoe hij zich in de basis heeft geknokt en zich nu manifesteert.”
Toch denkt Toornstra dat juist de teamspirit de sleutel is tot het succes bij Feyenoord. “Ik denk dat je vooral het collectief moet prijzen. Je hebt elf spelers nodig en dat de jongens weten wat ze moeten doen met z’n allen.” De oud-Feyenoorder ziet daarin de hand van Slot. “Hij heeft wel wat neergezet in de twee jaar dat hij er nu zit.”
Toornstra vertrok afgelopen zomer na acht jaar uit De Kuip en ziet zijn oude club nu hoogstwaarschijnlijk de landstitel pakken. “Ik heb geen spijt van mijn keuze. Natuurlijk is het hartstikke mooi wat er bij Feyenoord gebeurd en zou iedereen daar wel deel van uit willen maken, maar ik speel elke week bij FC Utrecht. Ik ben hier gelukkig.”
De oud-Feyenoorder weet bovendien dat er geen zekerheden in de voetballerij bestaan. “Misschien waren ze met mij derde geworden.”
Reacties