Nieuws
Boskamp over vertrek bij Feyenoord: “Ik wist niet wat ik hoorde en was woedend”
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat Feyenoord de UEFA Cup won, door in de finale de Engelse grootmacht Tottenham Hotspur te verslaan. Jan Boskamp was destijds speler van Feyenoord en kijkt met gemengde gevoelens terug op het succes. “Het deed mij gewoon niets”, zo zegt hij in het clubmagazine.
Boskamp zegt dat de mensen destijds niet beseften hoe groot de prestatie was. “Het probleem van de UEFA Cup van 1974, is dat die altijd wordt vergeleken met de Europa Cup I uit 1970. Qua uitstraling zijn die twee prijzen niet te vergelijken, maar we moeten niet vergeten dat we in 1974 ook tegen grote clubs hebben gespeeld. Zeker achteraf gezien is die UEFA Cup een gigantische prijs geweest voor Feyenoord.”
‘Nu moet ik weg’
De oud-speler speelde dat seizoen alles, toen alles veranderde. “Voor mezelf was ’73-’74 een fantastisch seizoen, totdat de laatste twee maanden opeens alles naar de klote ging. Dat begon voorafgaand aan onze wedstrijden tegen VfB Stuttgart in de halve finale. Ik liep toen samen met Wimpie Jansen en Dick Schneider achter onze trainer Wiel Coerver, toen ik hem opeens hoorde zeggen: ‘Die Boskamp is toch niet goed…’Ik wist niet wat ik hoorde. Vanaf dat moment heb ik opeens geen wedstrijd meer gespeeld, alleen nog als invaller. Ik was woedend, toen heb ik gezegd: nu moet ik weg.”
Vanaf dat moment ging Boskamp ook anders denken over zijn tijd bij Feyenoord. “Ik kwam tot de conclusie dat ik na ’69-’70, toen ik was verhuurd aan Holland Sport, eigenlijk niet meer had moeten terugkeren. Ik was te veel supporter. Bovendien kreeg ik in die tijd andere verantwoordelijkheden, want ik ging trouwen. Toen wilde ik alleen maar voetballen en premies verdienen. Tot die tijd interesseerde mij dat niet. Het enige wat telde voor mij, was dat ik onderdeel van Feyenoord wilde zijn. Pas in België ging ik beseffen dat ik echt veel geld kon verdienen.”
‘Kon Feyenoord toch niet missen’
De laatste maanden bij Feyenoord liep ik echt met de pest in m’n lijf. Dat overschaduwde voor mij zelfs die UEFA Cup. Ik weet nog dat ik in de return in de finale tegen Tottenham Hotspur – ik mocht een kwartier voor tijd invallen – de bal klaarlegde voor Peter Ressel, die de 2-0 maakte. Ik reageerde niet eens. Het deed me gewoon niets.”
Voor Feyenoord betekende 1974 een fantastisch jaar, met de landstitel en de UEFA Cup. “Maar als je niet speelt op de momenten dat de prijzen worden uitgereikt, dan doet het je niets”, zo zegt Boskamp. “Het gekke is wel dat ik het seizoen erop in de eerste zes maanden elke twee weken vanuit België ben teruggereden naar de Kuip. Dan zat ik op de tribune naar mijn oude ploeggenoten te kijken Als supporter, want ik kon Feyenoord toch niet missen.”
Reacties
Ongetwijfeld is de manier waarop die keuze is gecommuniceerd beroerd geweest want van toenmalig trainer-coach Wiel Coerver was bekend dat het een voortreffelijk oefenmeester was maar een zeer zwak coach. Dat Jan zijn plekkie kwijt raakte op een 3 mans-middenveld als daar ook Wim Jansen, Wim van Hanegem en Theo de Jong kunnen spelen is ook weer niet zo opmerkelijk. Die gingen nl alle drie naar het WK dat jaar.
Met de pest in je lijf na een nederlaag, of puntverlies.
Vroeger vraten ze niet, ik ga vroeg naar bed, om snel aan een nieuwe dag te kunnen beginnen.