
Columns
Column • In die drie woorden komt de verbondenheid van Feyenoorders samen
Terwijl even verderop het verkeer over de A15 raast, vormt het Kasteel van Rhoon het sprookjesachtige decor voor het huwelijk van Vincent en Manon. Feyenoord is de rood-witte draad in hun leven. Zij leren elkaar kennen bij het sfeerteam van supportersvereniging De Feijenoorder en waar anderen al snel in de gaten hebben dat zij goed bij elkaar passen, lijken zij daar zelf door verrast.
Vrienden van het bruidspaar zijn eensgezind: Vincent en Manon zijn heel verschillend en met die verschillen versterken zij elkaar. Eén ding hebben zij sowieso gemeen: hun liefde voor Feyenoord. Feyenoord loopt als een rood-witte draad door hun leven en vandaag dus ook door de huwelijksceremonie en door de toespraken tijdens de receptie en het diner.
Als ik tijdens de fotosessie in de kasteeltuin naar het bruidspaar kijk, realiseer ik mij opeens hoeveel Feyenoord-stellen ik intussen ken: Peter en Miran, Mike en Miran, Jeroen en Ebru, Pascal en Aartie, Marco en Maureen en Vincent en Manon dus, om er maar enkele te noemen. 'In zo'n relatie zit je in elk geval nooit om gespreksstof verlegen', bedenk ik. Feyenoord is de sterkste schakel.
Vandaag is Feyenoord overal. Ook in de aanwezige gasten. Niet van alle gezichten die ik ken weet ik ook de naam, maar de herkenning is wederzijds en je groet elkaar, want je weet van elkaar dat je al jaren bij Feyenoord komt en lief en leed deelt. Wie langer dan de laatste tien jaar bij Feyenoord komt draagt de littekens van wonden uit de tientallen jaren daarvoor. Maar we zijn er nog, hand in hand en sterker door strijd. Net als voor het bruidspaar geldt voor veel van hun gasten: ze zijn allemaal verschillend, maar op één punt gelijk: in hun liefde voor Feyenoord. Ze staan met de club op en gaan ermee naar bed. Deze zomer F5'en zij zich elke dag weer een polsbreuk in de hoop op nieuws over komende en gaande spelers. En ze tellen de weken, dagen en uren af naar 5 juli, de datum van de eerste oefenwedstrijd.
Bij het afscheid vraag ik Manon of zij zaterdag gaat uitrusten van haar trouwdag voordat Vincent en zij een dag later op huwelijksreis gaan. "Nee", zegt zij, "morgen gaan we naar Feyenoord onder 21". Als ik vraag wie dat heeft bedacht, kijkt ze naar Vincent. Die haalt even zijn schouders op en zegt lachend: "Misschien is dit een van mijn minder goede ideeën".
Bij vertrek krijg ik een zakje bruidssuikers. Bij thuiskomst pak ik het uit. Er zit een kaartje in met een foto van het bruidspaar en als bijschrift 'Sterker door elkaar'. Krachtiger dan met deze drie woorden kan de verbondenheid van Feyenoorders niet worden samengevat.
Frans