hasko-van-dalen-varkenoord
Columns

Column • Interlandbreaks en de eeuwige vrees voor blessures

Van de redactie

Die interlandbreaks zijn waardeloos. De hele week overheerste het chagrijn van het verlies bij Go Ahead Eagles. Ik verlangde naar een wedstrijd waarin de ploeg met een klinkende overwinning revanche kon nemen. Het mocht niet zo zijn. We moesten het doen met een oefenpotje tegen Excelsior.

Alsof dat niet genoeg is, komt er bij elke interlandperiode een andere angst bovendrijven: de vrees dat spelers geblesseerd terugkomen van hun trip met het nationale elftal. Dat kunnen we er niet bij hebben. Onze ziekenboeg puilt al uit. Ook dit seizoen zijn we weer de ploeg met de meeste geblesseerde spelers. Het is om gek van te worden. Waar we dachten een luxeprobleem te hebben met een overvloed aan goede middenvelders, zitten we nu zo krap in de bezetting dat we op onervaren jeugdspelers terug moeten grijpen.

Het blessureprobleem is overigens allesbehalve nieuw. Onder Arne Slot was het al een thema. Zijn intensieve speelstijl en het moordende tempo waarin wedstrijden elkaar opvolgden eisten hun tol. Brian Priske kampte met een nóg extremere blessuregolf. “It’s just a part of football,” wuifde hij de kritiek weg. Maar insiders wezen vooral naar zijn trainingsmethodes. Toen Robin van Persie het stokje van hem overnam, werd hij meteen geconfronteerd met een ware waslijst aan afwezigen: twaalf man stonden aan de kant.

Van Persie beloofde beterschap. In maart zei hij vol vertrouwen: “We denken de rode draad gevonden te hebben. De oorzaak is héél helder.” Wat die oorzaak precies was, hield hij voor zich, maar de boodschap was duidelijk: het zou beter worden. Toch is het dit seizoen opnieuw raak. De blessuregevallen rijzen de pan uit. Op dit moment staat de teller alweer op tien spelers in de lappenmand. In-beom Hwang is zes tot acht weken uit de roulatie, Jakub Moder zelfs nog langer. Gernot Trauner zullen we waarschijnlijk nooit meer terugzien in het Feyenoord-shirt. Reservespits Cyle Larin kwam uit Canada terug vanwege pijntjes en lijkt zondag ook niet inzetbaar. Het is bijna tragisch.

Onder supporters groeit intussen de kritiek. Er wordt driftig naar zondebokken gezocht en vooral de medische staf moet het ontgelden. Dat sentiment werd gevoed door felle kritiek vanuit Polen op de manier waarop Moders rugblessure zou zijn behandeld. Van Persie sprak die kritiek krachtig tegen. “Ik vind écht dat wij de beste performance-staf hebben die denkbaar is. Datzelfde geldt voor de medische staf.”

Wie er gelijk heeft? Dat kan ik als buitenstaander niet beoordelen. Maar dat ik me zorgen maak over het enorme aantal blessures en de lange hersteltijden, staat vast. Volgens Van Persie is het een samenloop van factoren: een overladen speelkalender die spelers voortdurend op het randje laat balanceren, gecombineerd met reizen, intensieve trainingen en pure pechmomenten.

Als voorbeeld noemde hij Luciano Valente. Het is bewonderenswaardig hoe snel die jongen zich heeft aangepast aan het niveau van Feyenoord, maar het gevolg is wel dat er roofbouw op hem wordt gepleegd. Hij moet elke wedstrijd spelen, meestal negentig minuten, omdat er simpelweg geen alternatieven zijn. Eigenlijk zou hij rust moeten krijgen, maar dat is voorlopig ondenkbaar. Dus keek ik met angst en beven naar zijn debuut in Oranje. Gelukkig lijkt hij heel te zijn gebleven in het krappe kwartiertje dat het hem werd gegund. En ook Quinten Timber wandelde ogenschijnlijk probleemloos het veld af. Maar opgelucht ben ik allerminst. Want met deze blessurevloek weet je nooit wanneer de volgende dreun valt.

Met rood-witte groet,

Hasko

Delen